31 066 Belastingdienst

Nr. 823 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 mei 2021

Recentelijk heb ik twee incidentele suppletoire begrotingen (ISB’s) van het Ministerie van Financiën aan uw Kamer aangeboden, namelijk:

  • 1. ISB 2 inzake «Kwijtschelding publieke schulden Toeslagengedupeerden» (Kamerstuk 35 799).

  • 2. ISB 3 inzake «Kwijtschelding private schulden Toeslagengedupeerden in WSNP/MSNP trajecten» (Kamerstuk 35 812).

Hierbij bied ik u, mede namens de Minister van Financiën, de antwoorden op twee sets Kamervragen over ISB’s aan (Kamerstuk 35 799, nr. 3 en Kamerstuk 35 812, nr. 3).

Daarnaast stuur ik u bij deze ook de op 3 mei ontvangen brief van de Algemene Rekenkamer (AR) toe (bijlage)1. Met deze brief reageert de AR op mijn verzoek tot het geven van een oordeel over de rechtmatigheid (comptabel en juridisch) van de compensatieregeling die gehanteerd wordt bij het Toeslagenherstel.2 In de reactie verwijst de AR naar het oordeel in haar verantwoordingsonderzoek 2020 waarover zij op Verantwoordingsdag rapporteert. De Minister van Financiën zal in zijn bestuurlijke reactie op het verantwoordingsrapport reageren op het standpunt van de AR. Conform de opmerking van de AR hebben wij met onderbouwing gebruik gemaakt van artikel 2.27, tweede lid, CW 2016 voor de incidentele suppletoire begrotingen in 2021 richting het parlement. Aanvullend benoemt de AR in de genoemde brief ook het ontbreken van een juridische basis voor de forfaitaire compensatiebetalingen van € 30.000. Het kabinet is op basis van een beleidsbesluit3 overgegaan tot uitbetaling van de € 30.000. Voor deze regeling wordt een wettelijke basis gecreëerd die met terugwerkende kracht in werking zal treden.

De Staatssecretaris van Financiën, A.C. van Huffelen


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Kamerstuk 35 704, nr. 8

Naar boven