31 066 Belastingdienst

Nr. 720 BRIEF VAN DE STAATSECRETARISSEN VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 juli 2020

Dit is een subset van de totale set aan vragen van de commissie voor Financiën van 12 maart 2020. Deze vragen zien specifiek op het gebruik van FSV bij Toeslagen. De antwoorden hebben een relatie met het door KPMG uitgevoerde onderzoek. Daarom hebben we ervoor gekozen de beantwoording mee te laten lopen met het onderzoek naar FSV.

Vraag 37

Hoeveel burgers van de zogenaamde tweede groep zijn opgenomen in de Fraude Signalering Voorziening (FSV)?

Antwoord vraag 37

Zoals in de Kabinetsreactie op het eindrapport van de Adviescommissie Uitvoering Toeslagen, het rapport van de ADR en het Zwartboek genoemd, gaat het bij de zogenoemde tweede groep om een groep van potentieel meer dan 20.000 ouders. Het exacte aantal is onbekend, omdat steeds per dossier nog zal moeten worden uitgezocht of de volledige toeslag is teruggevorderd op grond van een klein verzuim, zoals het ontbreken van een handtekening.

Dat betekent dat deze groep niet volledig in beeld en tot elke individuele toeslaggerechtigde te identificeren is.

Vraag 38

Hoeveel burgers van de zogenaamde tweede groep zijn geïnformeerd dat ze opgenomen zijn/waren in de FSV?

Antwoord vraag 38

Er is niemand geïnformeerd dat ze opgenomen zijn in FSV. FSV is een registratiesysteem voor signalen. In het geval van Toeslagen vond registratie in FSV plaats nadat er onderzoek had plaatsgevonden.

Vraag 39

Hoeveel burgers van de zogenaamde tweede groep zijn geïnformeerd omtrent de mogelijke gevolgen van opname in de FSV?

Antwoord vraag 39

Er is niemand geïnformeerd over de mogelijke gevolgen van opname in FSV. FSV is een registratiesysteem voor signalen. In het geval van Toeslagen vond registratie in FSV plaats nadat er onderzoek had plaatsgevonden.

Vraag 40

Hoeveel burgers van de zogenaamde tweede groep zijn door de Belastingdienst geïnformeerd dat ze verdacht werden van fraude?

Antwoord vraag 40

Er zijn geen burgers van de zogenaamde tweede groep geïnformeerd door de Belastingdienst dat ze verdacht werden van fraude.

Vraag 41

Hoe is de verdenking van fraude gecommuniceerd met deze burgers?

Antwoord vraag 41

Betrokken burgers krijgen te horen of hun casus vergelijkbaar is met CAF-11 of dat hun casus niet vergelijkbaar is met CAF-11.

Vraag 50

Herinnert u zich dat de vorige Staatssecretaris bij het debat over het evaluatierapport over het onterecht terugvorderen van kinderopvangtoeslagen heeft aangegeven dat er geen kafkasysteem of zwarte lijst is waar je zomaar op komt, dat dit nooit het geval is geweest en nooit het geval zal zijn? Hoe is het mogelijk dat 5.000 medewerkers toegang hebben tot de FSV, maar de bewindspersoon niet over het bestaan van deze lijst op de hoogte is of wordt gebracht?

Antwoord vraag 50

Tijdens het debat van 21 maart 2019 heeft de toenmalige Staatssecretaris aangegeven het beeld weg te willen nemen dat er een zwarte lijst zou zijn waar je zomaar opkomt (Handelingen II 2018/19, nr. 65, item 9). In de als bijlage meegestuurde rapport van KPMG, wordt uitgebreid ingegaan op het gebruik van FSV binnen de Belastingdienst. De enkele registratie in FSV leidt niet tot een correctie op de aangifte of het afwijzen van een toeslag. Hiervoor is altijd nader onderzoek nodig.

Vraag 56

Kunt u alle documenten naar de Kamer sturen waarin is gewezen op de risico’s, kwetsbaarheden en bezwaren tegen de inzet van de FSV, bijvoorbeeld als het gaat om het ontbreken van logging?

Antwoord vraag 56

Het document wat hierop wijst betreft de gegevensbeschermingseffectbeoordeling (GEB). Deze hebben wij uw Kamer op 2 maart jongstleden toegestuurd1. Er zijn ons geen andere documenten bekend.

De Staatssecretaris van Financiën, J.A. Vijlbrief

De Staatssecretaris van Financiën, A.C. van Huffelen


X Noot
1

Kamerstuk 31 066, nr. 604

Naar boven