31 066 Belastingdienst

Nr. 688 BRIEF VAN DE STAATSECRETARISSEN VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 juli 2020

Tijdens het AO Belastingdienst op 4 maart jl. (Kamerstuk 31 066, nr. 622) en in onze Kamerbrief van 27 april jl. over de Fraude Signalering Voorziening (FSV) (Kamerstuk 31 066, nr. 632) hebben wij toegezegd uw Kamer deze zomer te informeren over extern toezicht op de Belastingdienst. Tijdens het AO Belastingdienst van 23 juni jl. (Kamerstuk 31 066, nr. 686) hebben wij aangegeven deze zomer met een voorstel te komen voor extern toezicht. Met deze brief geven we invulling aan deze toezeggingen.

De Belastingdienst is een belangrijk gezicht van de overheid voor burgers en bedrijven. De Belastingdienst voert haar taak – het eerlijk en zorgvuldig heffen en innen van belastingen en uitkeren van toeslagen – uit binnen een complex belastingen- en toeslagenstelsel. In de afgelopen jaren is de dienst onder druk komen te staan. De problemen op het gebied van sturing, ICT, cultuur en personeelsopbouw zijn groot, complex en deels hardnekkig en zorgen voor kritiek in de politiek en maatschappij. Dit betreft onder andere de manier waarop de dienst werd bestuurd en aangestuurd, de achterstanden in de ICT, en de nasleep van een vertrekregeling. Ook de dienstverlening staat onder druk. Dit alles raakt aan het vertrouwen in de Belastingdienst. Het moet daarbij ook boven alle twijfel verheven zijn dat de Belastingdienst, die zelf toezicht houdt op burgers en bedrijven, voldoet aan de toepasselijke wet- en regelgeving. Niet alleen het vertrouwen vanuit de samenleving staat onder druk. Ook het vertrouwen van de medewerkers van de Belastingdienst zelf, die zich de afgelopen jaren vaak niet gehoord hebben gevoeld, moet worden versterkt. Onze ambitie is gericht op het beter laten functioneren van de dienst en het oplossen van bovengenoemde problemen. Daarom hebben wij besloten om extern toezicht op de Belastingdienst in te richten. Over de wijze waarop dat toezicht zou moeten worden ingericht winnen wij nog advies in bij drie externe deskundigen.

De toegevoegde waarde van extern toezicht op de Belastingdienst

Extern toezicht op de Belastingdienst kan op verschillende manieren een positieve bijdrage kan leveren aan het functioneren van de Belastingdienst en op die manier kan bijdragen aan het versterken van vertrouwen. Extern toezicht dat zich volledig en in de breedte richt op de Belastingdienst bestaat (nog) niet. De Belastingdienst voert essentiële publieke taken uit waarbij het handelen een grote impact kan hebben op belastingplichtigen en toeslaggerechtigden. Hierbij heeft de dienst forse dwangmiddelen tot haar beschikking. Gezien deze belangrijke, invloedrijke en omvangrijke publieke taak denken wij dat extern toezicht passend is en aansluit bij een maatschappelijke behoefte. Een organisatie die breed toezicht houdt kan met een overkoepelende blik risico’s aankaarten, maar ook met gezag aangeven waar het juist wél goed gaat. Een meer gestructureerde en geïnstitutionaliseerde vorm van toezicht kan mogelijk effectiever en efficiënter onderzoek doen naar specifieke onderwerpen, snel inspelen op risico’s in de actualiteit en tegelijkertijd dwarsverbanden en bredere ontwikkelingen signaleren.

Het instellen van extern toezicht zal niet alle problemen van de Belastingdienst oplossen. Toezicht kan wel mogelijke problemen signaleren en gezaghebbend agenderen en bijdragen aan een continue cyclus van leren en verbeteren. Wij blijven ons daarnaast onder meer onverminderd inzetten voor een Belastingdienst met een open en veilige cultuur, waar dilemma’s worden besproken en er continue reflectie is op wat beter kan. Ook het vereenvoudigen van fiscale regelgeving, en vooral de daarmee samenhangende uitvoeringspraktijk, maar ook de cumulatie van (niet) fiscale taken heeft onze aandacht. Wij verwijzen in dit kader naar het op 18 mei jl. aan uw Kamer verzonden rapport «Bouwstenen voor een beter belastingstelsel» (Kamerstuk 32 140, nr. 71) en het op 30 april jl. aan uw Kamer verzonden Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) Toeslagen (Kamerstuk 31 066, nr. 624). Zoals toegezegd tijdens het AO Belastingdienst van 23 juni jl. zullen wij uw Kamer deze zomer een brede brief sturen met ons beeld over de Belastingdienst.

Advies door onafhankelijke deskundigen

Extern toezicht op een organisatie als de Belastingdienst is er niet van de ene op de andere dag en is een grote stap die zorgvuldigheid vergt. Er zijn keuzes nodig over onder meer de vormgeving, bevoegdheden en reikwijdte van het toezicht. Om deze belangrijke vragen te kunnen beantwoorden, hebben wij drie onafhankelijk deskundigen, met expertise op het gebied van toezicht en van fiscaliteit, bereid gevonden om ons te adviseren over de vormgeving van extern toezicht op de Belastingdienst.

  • Prof. dr. Judith van Erp, hoogleraar Public Institutions aan de Universiteit Utrecht;

  • Mr. Jan van den Bos, voorzitter van de Inspectieraad en inspecteur-generaal van de Inspectie Leefomgeving en Transport.

  • Prof. dr. Sigrid Hemels, hoogleraar belastingrecht aan de Erasmus Universiteit en werkzaam bij Allen & Overy.

Deze deskundigen zullen ons onafhankelijk adviseren over de vraag hoe extern toezicht op de Belastingdienst het beste vormgegeven kan worden. Ze zullen hierbij ingaan op de volgende deelvragen:

  • 1. Welke reikwijdte zou het externe toezicht op de Belastingdienst moeten hebben?

  • 2. Hoe zou het nieuwe externe toezicht zich moeten verhouden tot de reeds bestaande interne en externe checks en balances en controlemechanismen op de Belastingdienst?

  • 3. Welke vormgeving en positionering zou passen bij een nieuw in te richten extern toezichtsmodel op de Belastingdienst?

  • 4. Op welke wijze kan externe toezicht bijdragen aan een open en veilige organisatie waar medewerkers met vertrouwen werken?

Om de Belastingdienst minder omvangrijk en complex te maken heeft het kabinet besloten om de organisatie te ontvlechten in drie onderdelen, te weten de Belastingdienst, Toeslagen en Douane. Ons uitgangspunt is extern toezicht op zowel de Belastingdienst, Toeslagen als Douane. Wij hebben de deskundigen, gezien het verschillende karakter van de drie onderdelen, gevraagd in hun advies in te gaan op de vraag of extern toezicht er op de verschillende onderdelen anders uit zou moeten zien.

Wij verwachten uw Kamer in het najaar nader te informeren over hoe het extern toezicht vormgegeven zal worden op basis van het advies van de externe deskundigen.

De Staatssecretaris van Financiën, J.A. Vijlbrief

De Staatssecretaris van Financiën, A.C. van Huffelen

Naar boven