31 066 Belastingdienst

23 987 Lidmaatschap van de Europese Unie

Nr. 463 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 maart 2019

In mijn brief van 4 februari 20191 heb ik uw Kamer geïnformeerd over mijn voornemen voor een (kortdurend) overgangsrecht in geval van een terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk (VK) uit de Europese Unie (EU) zonder terugtrekkingsovereenkomst. In die brief heb ik uw Kamer ook toegezegd dat ik het betreffende beleidsbesluit (vooruitlopend op wetgeving) in concept aan uw Kamer zal zenden op een zodanig tijdstip dat uw Kamer twee weken voorafgaand aan de vaststelling en de publicatie daarvan kennis kan nemen van het beleidsbesluit en zo nodig daarop kan reageren.

Bijgaand treft u dat conceptbeleidsbesluit aan2. Dit conceptbeleidsbesluit gaat vergezeld van een uitvoeringstoets3. De bedoeling, strekking en reikwijdte van dat conceptbeleidsbesluit is in lijn met hetgeen ik in de hiervoor genoemde brief heb aangekondigd. Uiteraard zal het beleidsbesluit pas worden vastgesteld en gepubliceerd zodra min of meer duidelijk is dat de terugtrekking van het VK uit de EU plaatsvindt op 29 maart 2019 zonder dat er een terugtrekkingsovereenkomst is gesloten. In dat geval is publicatie voorzien op 28 maart 2019, dus nog voor de terugtrekkingsdatum van 29 maart 2019.

Ter toelichting op het conceptbeleidsbesluit merk ik nog het volgende op.

  • In het beleidsbesluit worden twee soorten goedkeuringen verleend, te weten:

    • een algemene goedkeuring waarmee voor een aantal belastingwetten wordt goedgekeurd dat het VK voor het lopende belastingjaar of het lopende boekjaar nog wordt geacht deel uit te maken van de EU, en

    • een aantal specifieke goedkeuringen die niet betrekking hebben op de complete belastingwet maar op een specifiek onderdeel, bijvoorbeeld om te voorzien in een soepele overgang voor goederen die op het tijdstip van de terugtrekking onderweg zijn van of naar het Verenigd Koninkrijk.

  • De algemene goedkeuring heeft betrekking op:

    • de Wet inkomstenbelasting 2001;

    • de Wet op de loonbelasting 1964;

    • de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen;

    • de Wet op de vennootschapsbelasting 1969;

    • de Algemene wet inzake rijksbelastingen; en

    • de op deze wetten betrekking hebbende algemene maatregelen van bestuur, ministeriële regelingen en beleidsbesluiten.

  • De specifieke goedkeuringen zien op:

    • het anoniementarief en de identificatieplicht in de Wet op de loonbelasting 1964;

    • de Wet op de belasting van personenauto’s en motorrijwielen 1992;

    • de Wet op de omzetbelasting 1968;

    • de Invorderingswet 1990; en

    • de op deze wetten betrekking hebbende algemene maatregelen van bestuur, ministeriële regelingen en beleidsbesluiten.

  • Voor de omzetbelasting, meer specifiek voor goederen die rond het tijdstip van de terugtrekking van het VK uit de EU onderweg zijn van of naar het VK, kan nog geen nationaal overgangsrecht worden vastgesteld. Dit overgangsrecht moet worden gebaseerd op guidelines van de Europese Commissie en die zijn nog niet vastgesteld. Dit wordt medio maart verwacht. Daarna zal het beleidsbesluit worden aangevuld.

De Staatssecretaris van Financiën, M. Snel


X Noot
1

Kamerstukken 31 066 en 23 987, nr. 454.

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
3

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven