31 066 Belastingdienst

Nr. 1382 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 mei 2024

In april 2021 heeft mijn ambtsvoorganger uw Kamer geïnformeerd over een extern onderzoek, uitgevoerd door KPMG, naar meldingen van een inmiddels oud-medewerker over misstanden bij Belastingdienst/Toeslagen1 Dit onderzoek zag op zes meldingen, waarvan uit onderzoek is gebleken dat vijf hiervan bewezen gegrond zijn. De uitkomsten van het onderzoek laten zien hoe belangrijk signalen vanuit de werkvloer zijn.

Uit het rapport van het onderzoek in 2021 bleek dat het niet mogelijk was om op basis van het onderzoek en een nader interview met de melder eenduidig vast te stellen of de handelwijze zoals beschreven in de vijfde klacht, het intrekken van 40.000 uitstellen van betaling zonder rechtsgrond in de periode 2014 tot en met 2016, zich heeft voorgedaan. Naar inziens van de melder bood het rapport een opening voor vervolgonderzoek. Dit heeft er toe geleid dat het Ministerie van Financiën KPMG de opdracht heeft gegeven voor een onafhankelijk vervolgonderzoek ten aanzien van de vijfde klacht, hierover heb ik uw Kamer geïnformeerd in mijn brief van 15 januari jongstleden.2

Op 12 april 2024 heeft KPMG haar eindrapport over de vijfde klacht opgeleverd, deze treft u als bijlage. KPMG stelt in haar rapport «Uit de verrichte werkzaamheden en de daarbij gedefinieerde onderzoeksscope blijken geen feiten waaruit blijkt dat klacht 5 zich in de genoemde aantallen heeft voorgedaan.» Om hiertoe te komen heeft KPMG een data-analyse gedaan. Uit deze analyse blijkt dat in relatie tot de klacht inderdaad sprake is geweest van het intrekken van uitstellen van betaling in de periode 2014 tot en met 2016, maar «Het aantal dat wordt genoemd in klacht 5 (40.000) komt niet overeen met de geïdentificeerde ingetrokken langdurig uitstaande uitstellen van betaling (1.654).» In het onderzoek is een memo uit 2015 betrokken, dat integraal is opgenomen als bijlage B bij het rapport. Uit dit memo blijkt dat opties zijn afgewogen om tot een besluit rond deze intrekkingen te komen.

Met het opleveren van het eindrapport over de vijfde klacht worden de meldingen van de melder als afgerond beschouwd. Aan de melder is inzage in het rapport gegeven. Ook zijn in een gesprek met de melder de uitkomsten van het onderzoek gedeeld. Een afschrift van deze brief en het eindrapport wordt aan de melder verstrekt.

De Staatssecretaris van Financiën, A. de Vries


X Noot
1

Bijlage bij Kamerstukken 2020/21, 31 066, nr. 805.

X Noot
2

Kamerstukken 2023/24, 31 066, nr. 1330.

Naar boven