31 066 Belastingdienst

Nr. 1051 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 20 juni 2022

De vaste commissie voor Financiën heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Staatssecretaris van Financiën over de brief van 12 april 2022 inzake het handhavingsbesluit Autoriteit Persoonsgegevens FSV (Kamerstuk 31 066, nr. 1001).

De Staatssecretaris heeft deze vragen beantwoord bij brief van 16 juni 2022. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie, Tielen

De griffier van de commissie, Weeber

Vraag 1

Hoort een handhavingsbesluit niet vergezeld te gaan van een deadline voor het anders inrichten van de gegevensverwerking in het signalenproces voor het toezicht, zodat wordt voldaan aan de wet- en regelgeving? Zo nee, waarom niet?

Antwoord vraag 1

Een handhavingsbesluit is het juridische vervolg (sanctie) op de bevindingen van een onderzoek. De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) heeft vanaf maart 2020 onderzoek gedaan naar het gebruik van de fraudesignaleringsvoorziening (FSV) door de Belastingdienst. De AP doet zelfstandig onderzoek. In oktober 2021 heeft de AP de onderzoeksfase afgerond. In april 2022 heeft de AP het handhavingsbesluit genomen en aan de Belastingdienst een boete opgelegd.

In dit handhavingsbesluit van de AP is geen deadline meegegeven, maar de Belastingdienst is sinds 2020 bezig met het realiseren van interne verbeteringen om processen en systemen in dit aandachtsgebied te verbeteren, waarbij de wettelijke kaders als uitgangspunt worden genomen. Zo is in februari 2020 de fraude signaleringsvoorziening (FSV) stopgezet. Ook is gestart met het programma Herstellen, Verbeteren en Borgen (HVB). In het kader van het programma HVB zijn verbetermaatregelen genomen. In de voortgangsrapportage HVB van 30 mei 20221 bent u over de stand van zaken geïnformeerd.

De Belastingdienst is bezig het proces voor het behandelen van signalen opnieuw in te richten. Daarvoor is een gegevensbeschermingseffectbeoordeling (GEB) uitgevoerd. Deze is voor voorafgaande raadpleging voorgelegd aan de AP. Wij zijn nog in afwachting van een reactie van de AP. Het signalenproces zal opgestart worden met inachtneming van de uitkomsten van de raadpleging van de AP.

Vraag 2

De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) heeft vastgesteld dat de Belastingdienst de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) op tal van punten heeft overtreden en overweegt daarbij: «De AP stelt vast dat dit wijst op aanhoudende problemen van structurele aard die tot geen andere conclusie kunnen leiden dan dat bij de Belastingdienst, de ambtelijke leiding van departement en de Minister jarenlang sprake is (geweest) van een brede onachtzaamheid, nalatigheid en zélfs discriminatoir en daarmee onbehoorlijk handelen bij de toepassing van wettelijke regels omtrent gegevensbescherming.»

Wordt de civielrechtelijke onrechtmatigheid van het handelen en/of nalaten van de Belastingdienst jegens de betrokkenen van wie persoonsgegevens in de Fraudesignaleringsvoorziening (FSV) zijn verwerkt, erkend en zal de werkelijk door betrokkenen geleden schade worden vergoed?

Antwoord vraag 2

De Belastingdienst gebruikt (verwerkt) ter uitvoering van zijn publieke taak persoonsgegevens. Voor de verwerking van persoonsgegevens in FSV ontbrak echter voldoende rechtsgrondslag. Deze verwerking is door de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) als onrechtmatig aangemerkt. Betrokkenen hebben ingevolge artikel 82 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) recht op vergoeding van materiële of immateriële schade die ze hebben geleden als gevolg van overtredingen van de AVG. Of bij een handelen van de Belastingdienst (tevens) sprake is van een onrechtmatige daad zal in beginsel van geval tot geval moeten worden beoordeeld. Daarbij zal tevens moeten worden beoordeeld of ook aan de overige criteria voor een onrechtmatige daad wordt voldaan, zoals het bestaan van schade en causaal verband. De bewijslast hiervoor ligt in beginsel bij de burger. Juist omdat het vaststellen van een recht op schadevergoeding – via de civiele rechter, de bestuursrechter of een vaststellingsovereenkomst – een bewerkelijk, langdurig en onzeker traject kan zijn voor de betrokken partijen, kan het volgens het kabinet de voorkeur verdienen om in specifieke situaties waarin onterecht handelen van de Belastingdienst tot (onevenredige) nadelen voor groepen burgers of bedrijven heeft geleid, een daarop toegespitste tegemoetkomingsregeling te treffen. Het – op individuele basis – vaststellen van een (civielrechtelijke) aansprakelijkheid is dan in beginsel niet nodig om in aanmerking te kunnen komen voor een tegemoetkoming.

Zoals ik uw Kamer op 24 mei jl.2 schreef, informeer ik uw Kamer deze maand nader over de contouren van het tegemoetkomingsbeleid FSV.

Vraag 3

Klopt het dat het kabinet zich niet verzet tegen de in de vorige vraag geciteerde conclusie van de AP, niet in beroep gaat tegen de boete en deze conclusie dus vast staat en wordt overgenomen door het kabinet?

Antwoord vraag 3

Het oordeel van de AP ten aanzien van FSV is hard en onmiskenbaar en laat nogmaals zien dat fundamentele verbeteringen bij de Belastingdienst noodzakelijk zijn. Zoals mijn voorgangers en ik al vaker hebben aangegeven, had FSV nooit op deze manier ingezet mogen worden. De opgelegde boetes ervaar ik als een pijnlijke, maar begrijpelijke gevolgtrekking gezien de ernst van de bevindingen. Zoals ik in mijn brief van 12 april jl.3 heb aangegeven zal ik mij niet verzetten tegen de boetes en deze voldoen.

Vraag 4

Worden betrokken (rechts)personen die opgenomen zijn (geweest) in de FSV per ommegaande daarover schriftelijk geïnformeerd?

Antwoord vraag 4

Voor mij is primair van belang dat conform de motie waarnaar u verwijst (Kamerstuk 35 510, nr. 21) en de vervolgmotie Marijnissen van 29 april 20214, mensen die in FSV staan geregistreerd, worden geïnformeerd. Dit is geïnterpreteerd als natuurlijke personen, waaronder ook ondernemers in de zin van de Wet Inkomstenbelasting 2001. Er wordt momenteel onderzocht of ook rechtspersonen geïnformeerd moeten worden. Overigens is een substantieel gedeelte van de natuurlijke personen met een registratie in FSV reeds geïnformeerd.

Vraag 5

In het onderzoeksrapport van de AP wordt onder 3.4.2 een medewerker van het team Intensief Toezicht binnen Particulieren als volgt geciteerd: «In de loop van de jaren is onder andere het CAF ontstaan binnen de Belastingdienst. Ook in 2013. Met de samenwerking tussen CAF en systeemfraude IH, dus binnen Particulieren, zijn er ook bepaalde verbeterslagen gemaakt en andere applicaties gebruikt voor het onderkennen van georganiseerd systeemfraude. Daarom was het niet meer nodig om bijvoorbeeld in FSV per BSN het IP-adres op te nemen en zo te onderkennen als samenhang zou kunnen zijn tussen individuele signalen. Daarvoor was FSV voor ons achterhaald als Particulieren zijnde.[...]». Welke andere applicaties zijn of worden gebruikt voor het onderkennen van georganiseerde systeemfraude en worden in deze applicaties bijzondere persoonsgegevens verwerkt? Kunt u een uitputtende lijst geven van applicaties die sinds 2010 zijn gebruikt?

Antwoord vraag 5

Bij het onderzoeken van mogelijke georganiseerde systeemfraude kunnen vanuit de systemen die de Belastingdienst gebruikte voor onder meer het opleggen van aanslagen, het uitvoeren van toezicht en het vastleggen van correspondentie, andere berichten en uitgevoerde werkzaamheden geraadpleegd zijn. Welke applicaties specifiek voor het onderzoek naar mogelijke georganiseerde systeemfraude geraadpleegd zijn, valt niet te zeggen.

Er is geen uitputtend overzicht van de applicaties die sinds 2010 gebruikt zijn. Gelijktijdig met de antwoorden op de feitelijke vragen in reactie op nadere verzoeken m.b.t. Fraudesignaleringvoorziening5 zal ik uw Kamer informeren of het mogelijk is dit te maken

Vraag 6

Worden in de in de vorige vraag bedoelde andere applicaties persoonsgegevens verwerkt die informatie geven over etniciteit, nationaliteit, afkomst, gezondheid, strafrechtelijke veroordeling? Zo ja, in welke applicaties worden of werden deze gegevens verwerkt?

Antwoord vraag 6

Voor het uitvoeren van de taken van de Belastingdienst worden gegevens verwerkt waaruit informatie over de door de belastingplichtige aangehangen religie of zijn gezondheidstoestand afgeleid zouden kunnen worden. Voor de inkomstenbelasting kan bijvoorbeeld de aftrek van giften aan een bepaald kerkgenootschap iets zeggen over iemands godsdienstige overtuiging. Over de inventarisatie van applicaties waarin bijzondere persoonsgegevens voorkomen is uw Kamer met de meest recente voortgangsrapportage HVB op 30 mei jl. geïnformeerd in bijlage 1a6.

Vraag 7

Welke applicaties binnen de Belastingdienst maken of maakten gebruik van profilering in de zin van de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG)? Van welke profileringscriteria was sprake?

Antwoord vraag 7

Onder geautomatiseerde besluitvorming (waaronder profilering) verstaat de AVG het geautomatiseerd verwerken van persoonsgegevens zonder noemenswaardige tussenkomst van een mens. Bij profilering worden persoonsgegevens geautomatiseerd verwerkt met de bedoeling om persoonlijke aspecten, bijvoorbeeld de economische situatie, betrouwbaarheid of het gedrag van een persoon, te beoordelen of te voorspellen. Bij geautomatiseerde besluitvorming zonder profilering worden persoonlijke aspecten voor het beoordelen of voorspellen, buiten beschouwing gelaten.

De Belastingdienst neemt besluiten over belastingen en toeslagen voor miljoenen Nederlanders. Daarom is het onvermijdelijk dat geautomatiseerde besluitvorming wordt toegepast. Voorbeelden van geautomatiseerde besluiten zijn de toekenning en jaarlijkse continuering van toeslagen, het vaststellen dat iemand te laat is met het doen van aangifte of betalen van belasting (verzuim) en het corrigeren van een aangifte omzetbelasting. Deze besluiten neemt de Belastingdienst automatisch op basis van de persoonsgegevens die worden verstrekt. Voor sommige besluiten gebruiken we ook informatie die we van andere organisaties krijgen. Geautomatiseerd besluiten zonder gebruik van profilering is toegestaan op grond van de Uitvoeringswet AVG.

De Belastingdienst streeft ernaar om transparant te zijn over de manier waarop geautomatiseerde besluiten tot stand komen. De Belastingdienst stelt bijvoorbeeld hulpmiddelen ter beschikking voor het doen van online aangifte via MijnBelastingdienst, de aanvraagformulieren en module voor proefberekeningen op MijnToeslagen, en de papieren aangiftebiljetten voor verschillende soorten belastingen. Die hulpmiddelen zijn zo ingericht dat ze zo veel mogelijk inzicht geven in de beslis- en rekenregels die de Belastingdienst toepast bij het nemen van besluiten.

De Belastingdienst neemt geen geautomatiseerde besluiten op basis van profilering in de zin van de AVG. De Belastingdienst maakt wel gebruik van persoonlijke aspecten om dossiers te selecteren voor toezicht op de juistheid van een aangifte of van een toegekende toeslag. Dossiers die op die manier zijn geselecteerd worden altijd door een mens beoordeeld en die persoon neemt ook het besluit.

Vraag 8

Is er, nu de AP discriminatoire verwerking heeft geconstateerd, aanleiding om opnieuw aangifte wegens het plegen van strafbare feiten te doen? Waarop baseert u uw conclusie in uw antwoord?

Antwoord vraag 8

Ik zie op dit moment geen aanleiding om aangifte te doen. Alle relevante informatie die ik heb, is openbaar gemaakt. Het Openbaar Ministerie kan op basis hiervan beslissen een onderzoek in te stellen. Burgers die vermoeden dat zij gediscrimineerd zijn, kunnen hiervan aangifte doen.

Vraag 9

Kunnen alle verslagen van overleg van betrokken teams (waaronder mede begrepen, zonder hiertoe beperkt te zijn, Bi&a, Landelijke Stuurgroep Interventieteams, Expertisecentrum Fraude, Manifestgroep en Broedkamer), managementverslagen en besluitvorming betreffende de vaststelling van selectiecriteria, frauderisicocriteria, risicoclassificatiemodellen en profileringscriteria beschikbaar worden gesteld?

Vraag 10

Kunnen ook de handleidingen die in gebruik zijn of waren bij de in de vorige vraag bedoelde teams betreffende selectiecriteria, frauderisico criteria, risicoclassificatiemodellen en profileringscriteria beschikbaar worden gesteld?

Vraag 12

Kunnen alle notulen van de vergaderingen van de Landelijke Stuurgroep Interventieteams ter beschikking worden gesteld?

Antwoord vraag 9, 10 en 12

Ja, de verslagen van betrokken teams kunnen conform artikel 68 Grondwet ter beschikbaar worden gesteld.

Op 3 februari 2022 is de parlementaire enquêtecommissie Fraudebeleid en Dienstverlening van start gegaan. Alle verslagen waarin fraude en risicoselectie zijn behandeld maken deel uit van de parlementaire enquête. In het kader van de vorderingen van de parlementaire enquêtecommissie worden deze documenten momenteel verzameld. Wanneer het vergaren en gereedmaken van de documenten voltooid is, zullen de gevraagde verslagen met uw Kamer worden gedeeld.

Vraag 11

Heeft de toenmalige Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in 2004 deelgenomen of sturing gegeven aan de Landelijke Stuurgroep Interventieteams, naar welke is verwezen in het rapport van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid uit 2016 («Big Data voor Fraudebestrijding»)?

Antwoord vraag 11

De directeur van de directie Stelsel & Volksverzekeringen van het Ministerie van SZW verzorgt namens de verantwoordelijke bewindspersoon van SZW het voorzitterschap en secretariaat van de LSI. Ondanks een naamswijziging van de betreffende beleidsdirectie in 2015 is de wijze van afvaardiging niet veranderd. De situatie zoals deze in 2004 was, is dus nog altijd actueel.

De LSI is een samenwerkingsverband bestaande uit vertegenwoordigers van UWV, SVB, Nederlandse Arbeidsinspectie, Belastingdienst, IND, politie en OM. De LSI werkt samen op basis van de «Samenwerkingsovereenkomst voor Interventieteams». Het doel hiervan is oneigenlijk gebruik en misbruik van sociale zekerheidsvoorzieningen, belasting- en arbeidswetgeving en bijbehorende problematiek terug te dringen, waardoor onder andere de leefbaarheid in wijken verbeterd kan worden. De LSI is dus geen zelfstandige entiteit: de individuele partners blijven ieder voor zich verwerkingsverantwoordelijk.

Vraag 13

Welke rol heeft de Manifestgroep-fraude analyse bij het vaststellen van frauderisicoprofielen? Zijn deze risicoprofielen gebruikt bij het project Detectie aan de Poort?

Antwoord vraag 13

Binnen de Manifestgroep Fraude werd met name kennis uitgewisseld omtrent nieuwe fenomenen dan wel nieuwe varianten van reeds bekende fenomenen. Het was vervolgens aan de deelnemers zelf om te bepalen wat zij met deze kennis gingen doen. Voor de kennis die de Belastingdienst ontving is, indien van toepassing en er meerwaarde was, de fiscale risicoanalyse aangepast. Er is echter geen relatie tussen de werking van de Manifestgroep Fraude en de Detectie aan de Poort. De Detectie aan de Poort was puur gericht op het onderkennen van fiscale risico’s in binnenkomende aangiftes inkomstenbelasting. Dat was geen onderwerp van de Manifestgroep Fraude.

Vraag 14

Bent u bekend met de uitspraken van een medewerker van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) die betrokken is bij de Landelijke Stuurgroep Interventieteams in het artikel «Met de LSI kom je echt achter de voordeur» september 20207: «Een gemeente kan namelijk door een project te starten onder de vlag van de LSI toegang krijgen tot relevante informatie van ketenpartners zoals de Belastingdienst, Inspectie SZW, UWV, IND, SVB en ook de politie kan aansluiten. Je kunt je voorstellen dat er dan een veel completer beeld ontstaat over misstanden en problematiek in een wijk of op een adres. Je komt echt achter de voordeur en daarmee kun je als gemeente in samenwerking met de ketenpartners veel gerichter actie ondernemen.»? Kunt u op deze uitspraken reageren?

Antwoord vraag 14

Ja, ik ben bekend met het aangehaalde artikel en de daarin vermelde uitspraken. Op basis van artikel 64 SUWI mogen bovengenoemde partijen samenwerken. De afspraken daarvoor liggen vast in de Samenwerkingsovereenkomst voor Interventieteams 2017. Hierin zijn ook criteria opgenomen om een LSI-project te starten. Het verkrijgen van een integrale informatiepositie – binnen geldende juridische kaders – kan bijdragen aan het inzichtelijk maken van overtredingen van wet- en regelgeving. Middels de interventiemogelijkheden van de gezamenlijke LSI-partners kunnen in voorkomende gevallen interventies worden uitgevoerd om overtredingen van wet- en regelgeving te voorkomen of aan te pakken. Ook andere problematiek, zoals zorgvragen, kan op deze manier aan het licht komen, waarna samenwerkende partners daar gericht op kunnen acteren.

Vraag 15

Tot welke informatie van de Belastingdienst heeft de Landelijke Stuurgroep Interventieteams (LSI) toegang? Is informatie uit de FSV via de weg van de LSI gedeeld? Zo ja, welke informatie? Zijn er door of met de Belastingdienst binnen het LSI algoritmen, risicoselectiecriteria, profileringen en/of profileringscriteria gedeeld? Zo ja, welke?

Antwoord vraag 15

Bij ieder LSI-project wordt een projectplan opgesteld waarin beschreven staat welke informatie gedeeld wordt. Op deze projectmatige casustafels kunnen individuele gegevens besproken worden. Het gaat hier vanuit de Belastingdienst bijvoorbeeld om inkomensgegevens. Hierbij hebben enkel de bij het project betrokken partijen zitting, en niet alle LSI-partners.

Binnen specifieke LSI-projecten leveren alle projectpartners signalen aan die betrekking hebben op het projectgebied van het desbetreffende LSI-project. Dit projectgebied is bijvoorbeeld een bepaalde postcode-range (één of meerdere wijken of de gemeente als geheel). Partners hanteren hun eigen interne risicomodel om tot signalen te komen. Bij de start van een project worden door alle partners signalen aangeleverd. Dit doen zij via een beveiligd systeem (externe samenwerkfunctionaliteit, e-SWF). Dit systeem wordt beheerd door de Nederlandse Arbeidsinspectie (NLA), en voldoet aan de relevante veiligheidseisen. De Belastingdienst heeft informatie gedeeld over de inkomens- en vermogenspositie en (fiscale) schuldpositie van betrokkenen binnen een bepaald project.

In het kader van afgeronde en nog lopende LSI-projecten hanteerde Toeslagen een standaard set aan gegevens die intern als uitgangspunt worden gebruikt voor selectie van adressen, oftewel de query. Op basis van de set aan gegevens worden adressen door Toeslagen geselecteerd. De deelnemende partners aan een LSI-project komen derhalve intern en afzonderlijk van de andere partners, binnen de context en de doelen van het specifieke project, tot de risicosignalen.

Vraag 16

Kunt u aangeven waarom al deze informatie niet boven tafel gekomen is bij de onderzoeken naar de Broedkamer in 2017 naar aanleiding van de uitzending van Zembla?

Antwoord vraag 16

De onderzoeken naar de Broedkamer n.a.v. de uitzending van Zembla (februari 2017) hadden niet te maken met gegevensdeling maar met informatiebeveiliging.

Vraag 17

Wordt bestuursrechtelijke aansprakelijkheid voor het onrechtmatig verwerken van persoonsgegevens in de FSV erkend en zal de werkelijk door betrokkenen geleden schade worden vergoed?

Antwoord vraag 17

De verwerking van persoonsgegevens in FSV is door de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) als onrechtmatig aangemerkt. Artikel 82 lid 1 van de AVG stelt dat eenieder die materiële of immateriële schade heeft geleden ten gevolge van een inbreuk op de AVG, het recht heeft om van de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker schadevergoeding te ontvangen voor de geleden schade. Voor schadevergoeding op grond van de AVG is vereist dat de schade reëel is en daadwerkelijk moet zijn geleden. Zie hiervoor bijvoorbeeld de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 1 april 2020, ECLI:NL:RVS:2020:899. Zoals ik uw Kamer op 24 mei jl.8 schreef, informeer ik uw Kamer deze maand nader over de contouren van het tegemoetkomingsbeleid FSV.

Vraag 18

Zijn voor Black Box of het Systeem Risico Indicatie (SyRI) ontwikkelde algoritmen, risicoclassificatiemodellen, profilerings- of selectiecriteria gebruikt in de Detectie aan de Poort systemen? Zo ja, welke en over welke periode?

Antwoord vraag 18

De voor het Systeem Risico Indicatie (SyRI) en Black Box ontwikkelde algoritmen, risicoclassificatiemodellen, profilerings- of selectiecriteria zijn niet gebruikt in de Detectie aan de Poort.

Vraag 19

Worden data die in de systemen Black Box en SyRi werden verwerkt nog in nadere systemen van de Belastingdienst, de LSI of het Inlichtingenbureau opgeslagen of verwerkt? Zo ja, in welke periode zijn die data opgeslagen en verwerkt in elk van die systemen?

Antwoord vraag 19

Op 30 augustus 2021 heeft de toenmalige Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een brief9 aan uw Kamer gestuurd over het gebruik van data uit FSV bij het Inlichtingenbureau in het algemeen, en ten behoeve van SyRI in het bijzonder. Daarin is uitgelegd hoe SyRI werkte.

Het Inlichtingenbureau vroeg in opdracht van de LSI – en later onder SyRI in opdracht van de Minister van SZW – persoonsgegevens uit bij de verschillende partijen die deelnamen aan een Black Box- of SyRI-project. Deze gegevens werden versleuteld en vervolgens getoetst aan de hand van door de Nederlandse Arbeidsinspectie (NLA), (vooraf) geformuleerde risico-indicatoren. Alleen gegevens van personen voor wie op basis van de risico-indicatoren een reden was om deze nader te bezien, werden ontsleuteld en verstrekt. Door de verantwoordelijke bestuursorganen zijn geen besluiten genomen op basis van gegevens die uit SyRI voortkwamen. Alle gegevens die in verband met SyRI verwerkt zijn, zijn inmiddels vernietigd.

Gelet op tijdsverloop en vernietigingstermijnen geldt hetzelfde voor gegevens die verwerkt zijn in het kader van Black Box.

Vraag 20

Tot welke systemen en/of data (informatie) – bij de Belastingdienst en de Belastingdienst/Toeslagen en andere instellingen – heeft het Inlichtingenbureau toegang gehad of nog steeds toegang?

Antwoord vraag 20

Het Inlichtingenbureau heeft geen toegang (gehad) tot de systemen van de Belastingdienst. De actuele data die het Inlichtingenbureau van de Belastingdienst ontvangt staat vermeld in de Dienstencatalogus en het Gegevensregister, zoals openbaar gemaakt op de website van het Inlichtingenbureau.

Gemeenten kunnen bij een verzoek om kwijtschelding van lokale belastingen, via het Inlichtingenbureau, informatie opvragen bij Toeslagen. Het betreft de aanvraag- en toekenningsgegevens inzake huur-, zorg- en kinderopvangtoeslag en kindgebonden budget voor de cliënten die een verzoek om kwijtschelding doen.

Vraag 21

Kunt u in een organogram weergeven welke activiteiten en verantwoordelijkheden de organisaties Belastingdienst, Landelijke Stuurgroep Interventieteams, Manifestgroep, Expertisecentrum Fraudebestrijding, VNG, politie, Inspectie SZW en Inlichtingenbureau hebben?

Antwoord vraag 21

Het organogram van de gevraagde activiteiten en verantwoordelijkheden bestaat niet. Er zal een organogram worden opgesteld, wat uw Kamer gelijktijdig met de antwoorden op de feitelijke vragen in reactie op nadere verzoeken m.b.t. Fraudesignaleringvoorziening10 kan verwachten.

Vraag 22

Kunt u schematisch weergeven welke data en informatie de organisaties Belastingdienst, Landelijke Stuurgroep Interventieteams, Manifestgroep, Expertisecentrum Fraudebestrijding, VNG, politie, Inspectie SZW en Inlichtingenbureau met elkaar uitwisselen of met elkaar uitgewisseld hebben?

Antwoord vraag 22

Een schematische weergave van gegevens die zijn uitgewisseld in het kader van de wettelijke taken van genoemde organisaties – al dan niet via samenwerkingsverbanden als de LSI – is niet voorhanden. Dit zal worden opgesteld, wat uw Kamer gelijktijdig met de antwoorden op de feitelijke vragen in reactie op nadere verzoeken m.b.t. Fraudesignaleringvoorziening11 kan verwachten.

Vraag 23

Kunt u in een organogram weergeven welke van de volgende organisaties Belastingdienst, LSI, Manifestgroep, Expertisecentrum Fraudebestrijding, VNG, politie, Inspectie SZW en Inlichtingenbureau risicoclassificatiemodellen, profilerings- of selectiecriteria vaststellen en met elkaar uitwisselen en met elkaar uitgewisseld hebben?

Antwoord vraag 23

Een schematische weergave van risicoclassificatiemodellen, profilerings- of selectiecriteria die zijn vastgesteld en die al dan niet zijn uitgewisseld is niet voorhanden. Er zal een organogram worden opgesteld, wat uw Kamer gelijktijdig met de antwoorden op de feitelijke vragen in reactie op nadere verzoeken m.b.t. Fraudesignaleringvoorziening12 kan verwachten.

Vraag 24

Welke algoritmen en beslismodellen zijn er binnen de Belastingdienst vanaf 2010 gebruikt en met wie is output uit die modellen gedeeld in de periode van 2010 tot nu?

Antwoord vraag 24

De Belastingdienst maakt in vrijwel alle processen gebruik van algoritmen en beslismodellen, omdat zonder dat de verschuldigde belasting niet berekend en geheven kan worden. Er is geen centraal overzicht van waar deze gebruikt zijn sinds 2010. In navolging van de Motie Klaver13 onderzoekt de Belastingdienst de inrichting van een algoritmeregister om het inzicht voor burgers en bedrijven in gebruikte algoritmen te realiseren.

Specifiek voor de modellen die binnen Toeslagen werden gebruikt geldt het volgende. Zoals eerder aan uw Kamer vermeld, werd binnen Toeslagen gebruik gemaakt van het risicoclassificatiemodel. In de brieven van 26 november 2021 en 8 december 2021 aan uw Kamer is een toelichting gegeven op het model en de werking ervan.14 Voor een overzicht van de door de jaren heen gebruikte indicatoren voor het model verwijs ik naar de bijlagen bij de brief aan uw Kamer van 21 april jl.15 In de brief van 21 april 2022 is ook vermeld dat uit nader onderzoek is gebleken dat de risicoscores van dit model breder zijn gebruikt dan enkel voor het selecteren van aanvragen die voor handmatige behandeling in aanmerking kwamen. Omdat het belangrijk is om met zekerheid te kunnen vaststellen dat alle hierover relevante informatie bekend wordt, laat Toeslagen een extern onderzoek uitvoeren onder andere om te proberen te achterhalen hoe breed het gebruik van de risicoscores heeft plaatsgevonden, met wie het is gedeeld en welke gevolgen dit voor burgers heeft gehad.

Met de brief van 24 februari 202216 is uw Kamer geïnformeerd over het voorspellend model problematische terugvorderingen dat eveneens werkt met risicoscores en/of indicateren. Voor zover bekend zijn er naast deze twee modellen geen andere vergelijkbare modellen in beeld bij Toeslagen die werken met risicoscores en/of indicatoren. In de brief van 24 februari 2022 is aangegeven dat Toeslagen werkt aan een inventarisatie waaruit moet blijken of er nog andere modellen zijn die werken met risicoscores en/of indicatoren. Uw Kamer wordt geïnformeerd indien uit deze inventarisatie relevante informatie naar voren komt.


X Noot
1

Kamerstuk 31 066, nr. 1030.

X Noot
2

Kamerstuk 31 066, nr. 1021.

X Noot
3

Kamerstuk 31 066, nr. 1001.

X Noot
4

Kamerstuk 28 362, nr. 55.

X Noot
5

Kamerstuk 31 066, nr. 1030.

X Noot
6

Kamerstuk 31 066, nr. 1030.

X Noot
8

Kamerstuk 31 066, nr. 1021.

X Noot
9

Kamerstuk 17 050, nr. 599.

X Noot
10

Kamerstuk 31 066, nr. 1030.

X Noot
11

Kamerstuk 31 066, nr. 1030.

X Noot
12

Kamerstuk 31 066, nr. 1030.

X Noot
13

Kamerstuk 35 510, nr 16.

X Noot
14

Kamerstuk 31 066, nrs. 923 en 938.

X Noot
15

Kamerstuk 31 066, nr. 1008.

X Noot
16

Kamerstuk 31 066, nr. 976.

Naar boven