31 066 Belastingdienst

Nr. 1005 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 april 2022

Hierbij stuur ik u de beantwoording van de vragen van de vaste commissie voor Financiën over de brieven van de Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst inzake rapporten van PwC over de effecten van de Fraudesignaleringsvoorziening (FSV) voor burgers die door de directie Particulieren geregistreerd zijn en over de deling van gegevens uit FSV met externe partijen (Kamerstuk 31 066, nr. 1006).

Daarnaast hecht ik eraan uw Kamer te blijven meenemen in de planning en het voortgangsproces rond FSV. In mijn brief van 29 maart jl. (Kamerstuk 31 066, nr. 992) heb ik aangegeven dat ik in april mijn voorstellen over een mogelijke tegemoetkoming voor de gevolgen van een registratie in FSV nader uiteen zou kunnen zetten en uw Kamer de volgende voortgangsrapportage Herstellen, Verbeteren en borgen (HVB) toe zou sturen. Helaas is dit niet gelukt. Ik verwacht uw Kamer het komende kwartaal meerdere stukken te sturen over FSV en het programma HVB:

• In de week van 9 mei stuur ik uw Kamer de volgende voortgangsrapportage HVB.

• Uw Kamer heeft aangegeven ook feitelijke vragen te zullen stellen over de PwC rapporten over de effecten van door de directie MKB opgevoerde FSV registraties en het rapport «query’s aan de Poort» naar het proces detectie aan de Poort. Uw Kamer heeft besloten op 21 april inbreng te leveren. Ik ben voornemens om die in de week van 9 mei te beantwoorden.

• In mijn brief van 29 maart heb ik aangeboden om voorafgaande aan het debat een technische briefing te (laten) verzorgen over de conclusies uit de PwC rapporten en de vormgeving van de tegemoetkoming FSV. Ik heb vernomen dat uw Kamer hier gebruik van wil maken. Mijn voorstel is om dit te doen na beantwoording van alle feitelijke vragen over de PwC rapporten en daarmee in de week van 16 mei.

• Ik verwacht de brief over de vormgeving van de mogelijke tegemoetkoming in FSV begin juni aan uw Kamer te kunnen sturen. Helaas kost de juridische duiding en afstemming meer tijd dan gedacht.

De Staatssecretaris van Financiën, M.L.A. van Rij