Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 november 2020
Met de brief van 3 juli 2019 (Kamerstuk 30 982, nr. 49) informeerde mijn ambtsvoorganger u over de beleidsdoorlichting van artikel 2 van
de SZW begroting: Bijstand, Participatiewet en Toeslagenwet. Zij zegde toe de beleidsdoorlichting
van artikel 2 samen met de kabinetsreactie in het voorjaar 2020 aan uw Kamer aan te
bieden.
In genoemde brief is aangegeven dat, vanwege het belang van de Participatiewet binnen
het begrotingsartikel, het de voorkeur heeft om de eindevaluatie van de Participatiewet
in de beleidsdoorlichting te verwerken. Dit impliceerde dat beide onderzoeken niet
gelijktijdig aan uw Kamer aangeboden konden worden, zoals in eerdere instantie aangekondigd
was (Kamerstuk 30 982, nr. 59). De eindevaluatie van de Participatiewet, het sluitstuk van het monitoring- en evaluatieplan
van de Participatiewet, evenals evaluaties van het instrument Beschut werk en de Wet
Banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten, heeft mijn ambtsvoorganger met een reactie
u toegezonden met de brief van 20 november 2019 (Kamerstuk 34 352, nr. 185).
Onderzoeksbureau Panteia heeft medio maart het eindrapport van de beleidsdoorlichting
afgerond. Als gevolg van de coronacrisis hebben echter andere werkzaamheden, binnen
het departement prioriteit gekregen. De kabinetsreactie heeft hierdoor vertraging
opgelopen. Het streven is alle werkzaamheden rond de beleidsdoorlichting zo spoedig
mogelijk te voltooien en het onderzoeksrapport inclusief de kabinetsreactie conform
de meerjarenplanning voor het eind van dit jaar aan uw Kamer aan te bieden. Daarin
zal ik ook een plan tot vervolgmonitoring van de Participatiewet opnemen, zoals aangekondigd
in de reactie op de eindevaluatie.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, B. van ‘t Wout