30 977 AIVD

Nr. 120 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 juni 2015

Op 25 juni 2015 heeft de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken van uw Kamer mij verzocht om een reactie op de verklaring van KPN over het aftappen van haar telefonieverbindingen door de Duitse veiligheidsdienst. Tevens wil de commissie weten of inmiddels een reactie is verkregen van de Duitse overheid op de aantijgingen, en op de vraag of Nederland soortgelijke spionage uitvoert op verzoek van de NSA.

Momenteel voert de AIVD onderzoek uit naar aanleiding van de beweringen van het Oostenrijks parlementslid Pilz. In dat kader wordt gesproken met de heer Pilz, de Duitse autoriteiten en KPN. De AIVD voert tevens een eigen analyse uit.

KPN heeft een verklaring uitgebracht waarin gesteld wordt dat de door de heer Pilz genoemde lijnen een Nederlands begin- of eindpunt hebben. KPN kan, op basis van de informatie in de eigen systemen, niet achterhalen of de lijnen ook daadwerkelijk zijn afgetapt. De AIVD neemt deze bevindingen mee in zijn onderzoek.

De Duitse autoriteiten hebben gemeld dat Nederland geen doelwit is of is geweest van de Bundesnachrichtendienst (BND). Eerder heeft de de directeur van de Amerikaanse National Security Agency (NSA) verklaard dat Nederland geen doelwit is van de NSA. Hierover heb ik uw Kamer destijds bericht1.

Daar het onderzoek nog loopt, is het te vroeg om conclusies te trekken inzake de beweringen van de heer Pilz. Wat betreft de Nederlandse inlichtingen- en veiligheidsdiensten AIVD en MIVD geldt dat zij hun activiteiten uitvoeren op grond van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (Wiv 2002). De Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) houdt toezicht op de rechtmatigheid van de uitvoering van de Wiv 2002. In het rapport nr. 38 (2014) over gegevensverwerking op het gebied van telecommunicatie heeft de CTIVD geconstateerd dat geen sprake is van het stelselmatig buiten de wet om verwerven van (persoons)gegevens door de AIVD en de MIVD.

Op 28 mei 2015 heeft uw Kamer een verzoek van het lid Voortman aan de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Buitenlandse Zaken overgebracht een brief te ontvangen met een reactie op de uitlatingen van de Oostenrijkse parlementariër Pilz. Zodra het genoemde onderzoek is afgerond, zal ik uw Kamer daarover informeren.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk


X Noot
1

Kamerstuk 30 977, nr. 74.

Naar boven