Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 februari 2023
Met deze brief beantwoord ik het verzoek van de vaste Commissie voor Infrastructuur
en Waterstaat aan de Minister van Buitenlandse zaken om duidelijkheid te geven over
de inhoud van de Wijziging van de Bijlagen 1 en 2 bij het Protocol van 1996 bij het
Verdrag inzake de voorkoming van verontreiniging van de zee ten gevolge van het storten
van afval en andere stoffen van 1972; Londen, 7 oktober 2022.
De wijzigingen zijn door de Minister van Buitenlandse Zaken op grond van artikel 13
van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen (hierna: Rgbv) aan uw Kamer
ter kennis gebracht op 17 januari 2023 (Kamerstuk 30 952, nr. 421).
De Minister van Buitenlandse Zaken voldoet daarmee aan de verplichting om de Staten-Generaal
zo spoedig mogelijk in kennis te stellen van wijzigingen van bijlagen die integrerend
onderdeel zijn van een goedgekeurd verdrag waaraan het Koninkrijk is gebonden en die
van uitvoerende aard zijn ten opzichte van de bepalingen van het verdrag waar de bijlage
onderdeel van vormt en die op grond van artikel 7, onderdeel f, van de Rgbv geen goedkeuring
behoeven. Deze kennisgeving wordt verzonden nadat de verdragswijzigingen tot stand
zijn gekomen en onherroepelijk in werking zullen treden.
Aangezien de Minister van Infrastructuur en Waterstaat verantwoordelijk is voor de
Nederlandse inbreng ten aanzien van wijzigingen van het verdrag, behoort de door de
Commissie gevraagde toelichting op de wijzigingen in de Bijlagen 1 en 2 bij het Protocol
van 1996 bij het Verdrag door mij te worden verstrekt. Dit is de reden waarom de beantwoording
van het verzoek van de Commissie van mij uitgaat. Ik bezie daarbij ook hoe bij toekomstige
verdragswijzigingen uw Kamer optimaal van toelichting kan worden voorzien.
Met betrekking tot het door uw commissie gedane verzoek, informeer ik u als volgt.
Tijdens de 44e Raadgevende Vergadering van Verdragsluitende Partijen bij het Verdrag
van Londen en de 17e Vergadering van Verdragsluitende Partijen bij het Protocol van
Londen (LC 44/LP 17) is op 7 oktober 2022 een amendement aangenomen om het storten
van zuiveringsslib in zee wereldwijd te verbieden. Op grond van het London Protocol
bestaat er een absoluut verbod op het storten van afval en andere stoffen in zee met
uitzondering van een aantal afvalstromen, zoals baggerspecie, zuiveringsslib en visafval
afkomstig van op industriële wijze verwerkte vis. Deze afvalstromen zijn opgenomen
op de lijst in Bijlage 1 van het Protocol. Door de aangenomen wijziging wordt zuiveringsslib
(slib afkomstig uit rioolwaterzuiveringsinstallaties) verwijderd van deze lijst in
Bijlage 1. Daarmee wordt het storten van zuiveringsslib in zee wereldwijd verboden.
Het voorstel voor de wijziging van het London Protocol is ingediend door de Republiek
Korea en Mexico.
Tijdens de bijeenkomst van LC 44/LP 17 is door de Verdragspartijen geconstateerd dat
het storten van zuiveringsslib in zee wereldwijd de afgelopen decennia aanzienlijk
is teruggelopen, dat dit al verboden is op grond van vele regionale verdragen en door
nationale wetgeving, en dat er alternatieven bestaan voor het gebruik van zuiveringsslib.
In Nederland geldt sinds 31 december 1998 een verbod op het storten van zuiveringsslib,
op grond van artikel 3 Annex II van het OSPAR Verdrag1. Op grond van artikel 6.3 van de Waterwet is het verboden om zonder vergunning van
de Minister van Infrastructuur en Waterstaat vanaf schepen, vliegtuigen of op de zeebodem
opgerichte werken stoffen te storten in zee. Daarbij is in artikel 6.8, eerste lid
Waterbesluit bepaald dat het bevoegd gezag een watervergunning weigeren moet als het
storten van stoffen op zee in strijd is met het OSPAR Verdrag of het London Protocol.
De wijziging is voor elke Verdragspartij van kracht geworden onmiddellijk na de kennisgeving
van aanvaarding ervan, of 100 dagen na de datum van goedkeuring indien deze later
is (15 januari 2023). Verdragspartijen mogen na de inwerkingtreding van de wijziging
geen nieuwe vergunningen meer afgeven voor het storten van zuiveringsslib.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers