30 950 Rassendiscriminatie

Nr. 175 BRIEF VAN HET PRESIDIUM

Aan de leden

Den Haag, 23 april 2019

Tijdens het VAO Discriminatie op 13 maart 2019 (Handelingen II 2018/19, nr. 62, item 6) heeft mevrouw Den Boer (D66) een motie ingediend die het Presidium oproept er zorg voor te dragen dat er jaarlijks, na het verschijnen van de kabinetsreactie op de jaarrapportage van het College voor de Rechten van de Mens, een plenair debat plaatsvindt tussen de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Kamer, met als onderwerp deze rapportage en mensenrechten in Nederland (Kamerstuk 30 950, nr. 165).

Tijdens het debat (Handelingen II 2018/19, nr. 62, item 6) heb ik u toegezegd dat ik u namens het Presidium een brief stuur over deze motie. Met deze brief doe ik deze toezegging gestand.

Het Presidium heeft de voornoemde motie besproken op woensdag 10 april 2019. Het Presidium merkt op dat de Kamer zelf haar eigen agenda bepaalt. De Kamer kan dus zelf, op voorstel van een of meerdere leden, een debat aan de agenda van de Kamer toevoegen. Het vastleggen van vaste, jaarlijks te voeren debatten kan praktische bezwaren met zich meebrengen. Zo kan er, gelet op de inhoud van een dan verschenen jaarrapportage, geen behoefte bestaan tot het voeren een debat, kan dit leiden tot onnodige belasting van de plenaire agenda en gaat het voorbij aan de mogelijkheid dat een dergelijk debat ook in commissieverband gevoerd kan worden. Door na het verschijnen van de jaarrapportage van het College voor de Rechten van de Mens te verzoeken om een debat, in plaats van standaard een plaats op de plenaire agenda hiervoor te reserveren, kunnen alle afwegingen die op dát moment relevant zijn worden meegewogen.

Het Presidium geeft u daarom in overweging een debat aan te vragen per publicatie van de jaarrapportage van het College voor de Rechten van de Mens.

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, Arib

Naar boven