30 895 Nieuwe bepalingen met betrekking tot de productie en distributie van drinkwater en de organisatie van de openbare drinkwatervoorziening (Drinkwaterwet)

Nr. 61 MOTIE VAN HET LID LUCAS-SMEERDIJK C.S.

Voorgesteld 1 juli 2010

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat de Kamer bij de behandeling van de Drinkwaterwet op 2 juni 2008 via de motie-Boelhouwer/Koppejan heeft uitgesproken dat transparantie ten aanzien van de tarieven van drinkwaterbedrijven essentieel is;

overwegende, dat een goed financieel toezicht op de drinkwaterbedrijven noodzakelijk is om die transparantie te bewerkstelligen;

constaterende, dat de NMa nu geen formele rol heeft in dit toezicht, maar dat wel gebruikgemaakt kan worden van de expertise van het NMa;

constaterende, dat de Kamer van mening is dat ten aanzien van het financiële toezicht op drinkwaterbedrijven een formele rol van de NMa voor de hand ligt, omdat de NMa niet alleen toezicht houdt op het algemene verbod op misbruik van machtspositie in de Mededingingswet, maar ook toezicht houdt op sectorspecifieke wetgeving ter voorkoming van misbruik van monopoliepositie, zoals de Gas-, Warmte- en Elektriciteitswet;

overwegende, dat het financiële toezicht op de uitvoering van de Drinkwaterwet effectiever en efficiënter wordt, doordat de NMa anders dan de VROM-Inspectie veel kennis en ervaring heeft met de regulering van monopolies;

verzoekt de regering in het Drinkwaterbesluit duidelijkheid te geven over de rol en taakverdeling van enerzijds de VROM-Inspectie en anderzijds de NMa bij het toezicht op de drinkwaterbedrijven, door het toezicht op de waterkwaliteit bij de VROM-Inspectie te leggen en het financieel toezicht bij de NMa, waarbij minimalisering van de administratieve lasten voor de drinkwaterbedrijven als randvoorwaarde gesteld wordt,

en gaat over tot de orde van de dag.

Lucas-Smeerdijk

Koppejan

Jansen

Samsom

Naar boven