nr. 50
NADER GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID BOELHOUWER C. S.
TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 36
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
Na artikel 54 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 54a
De bezoldiging van werknemers en bestuurders in een drinkwaterbedrijf
is niet hoger dan een bij ministerieel besluit vast te stellen norm.
Toelichting
Met dit amendement wordt aangesloten bij de wens van het kabinet om de
inkomens in de publieke en semipublieke sfeer te maximeren. Aan de wenselijkheid
van maximering ligt een aantal redenen ten grondslag.
Voor drinkwater is in Nederland geen sprake van marktwerking. De drinkwatervoorziening
heeft de kenmerken van een natuurlijk (regionaal-)monopolie vanwege beperkingen
voor de locatie van waterwingebieden en de hoge kosten van de aanleg van een
alternatief drinkwaternet.
Daarnaast wordt met een betrouwbare levering van kwalitatief hoogwaardig
drinkwater bij uitstek een publiek belang gediend.
Het publieke karakter van de openbare drinkwatervoorziening is sinds de
inwerkingtreding van de wet van 9 september 2004 tot wijziging van de
Waterleidingwet gewaarborgd. Dit wetsvoorstel verandert daar niets aan. De
drinkwaterbedrijven blijven voor 100% in handen van de overheid, die
verantwoordelijk is voor de drinkwatervoorziening.
Met dit amendement wordt bij ministerieel besluit bepaald wat de maximale
hoogte van de bezoldiging is. Het ministerieel besluit volgt de besluitvorming
over het rapport Dijkstal inzake de topinkomens in de (semi-)publieke sector.
Tot dat moment wordt het gemiddelde belastbare loon van ministers als norm
gehanteerd, zoals bedoeld in de Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde
topinkomens.
Boelhouwer
Wiegman-Van Meppelen Scheppink
Koppejan