30 895
Nieuwe bepalingen met betrekking tot de productie en distributie van drinkwater en de organisatie van de openbare drinkwatervoorziening (Drinkwaterwet)

nr. 50
NADER GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID BOELHOUWER C. S. TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 36

Ontvangen 25 juni 2008

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

Na artikel 54 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 54a

De bezoldiging van werknemers en bestuurders in een drinkwaterbedrijf is niet hoger dan een bij ministerieel besluit vast te stellen norm.

Toelichting

Met dit amendement wordt aangesloten bij de wens van het kabinet om de inkomens in de publieke en semipublieke sfeer te maximeren. Aan de wenselijkheid van maximering ligt een aantal redenen ten grondslag.

Voor drinkwater is in Nederland geen sprake van marktwerking. De drinkwatervoorziening heeft de kenmerken van een natuurlijk (regionaal-)monopolie vanwege beperkingen voor de locatie van waterwingebieden en de hoge kosten van de aanleg van een alternatief drinkwaternet.

Daarnaast wordt met een betrouwbare levering van kwalitatief hoogwaardig drinkwater bij uitstek een publiek belang gediend.

Het publieke karakter van de openbare drinkwatervoorziening is sinds de inwerkingtreding van de wet van 9 september 2004 tot wijziging van de Waterleidingwet gewaarborgd. Dit wetsvoorstel verandert daar niets aan. De drinkwaterbedrijven blijven voor 100% in handen van de overheid, die verantwoordelijk is voor de drinkwatervoorziening.

Met dit amendement wordt bij ministerieel besluit bepaald wat de maximale hoogte van de bezoldiging is. Het ministerieel besluit volgt de besluitvorming over het rapport Dijkstal inzake de topinkomens in de (semi-)publieke sector. Tot dat moment wordt het gemiddelde belastbare loon van ministers als norm gehanteerd, zoals bedoeld in de Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens.

Boelhouwer

Wiegman-Van Meppelen Scheppink

Koppejan

Naar boven