nr. 47
VIERDE NOTA VAN WIJZIGING
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1 wordt na de definitie van «installatie» ingevoegd:
kleinverbruiker: consument of andere afnemer met een aansluiting waarbij de
volumestroom van de levering van water niet meer bedraagt dan vijf kubieke
meter per uur;
B
Aan artikel 4, vierde lid, wordt onder vervanging van de punt aan het
slot van onderdeel b door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:
c. voor zover daarmee drinkwater wordt geleverd aan inrichtingen
in de zin van de Wet milieubeheer die voor het tijdstip van ingang van het
in het eerste lid bedoelde verbod aangesloten waren op het in de aanhef bedoelde
collectieve leidingnet.
C
Na artikel 8 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 8a
1. De eigenaar van een drinkwaterbedrijf voert een beleid, gericht
op het voorkomen van het afsluiten van een kleinverbruiker.
2. Bij ministeriële regeling worden regels gesteld over het
beëindigen van de levering van drinkwater aan een kleinverbruiker, alsmede
over preventieve maatregelen om de afsluiting van kleinverbruikers zoveel
mogelijk te voorkomen.
3. De in het tweede lid bedoelde preventieve maatregelen kunnen tevens
inhouden dat in bij de regeling, bedoeld in dat lid, omschreven gevallen met
daarbij aangeduide instanties overleg wordt gepleegd alsmede dat in die gevallen
aan de desbetreffende instantie de in die regeling omschreven
gegevens omtrent een kleinverbruiker worden verstrekt.
4. De ministeriële regeling, bedoeld in het tweede lid, wordt
niet eerder vastgesteld dan nadat de gezamenlijke drinkwaterbedrijven, de
consumentenorganisaties en de Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet in
de gelegenheid zijn gesteld hun zienswijze te geven over de inhoud van de
regeling.
Toelichting
Onderdeel A
De definitie van de term kleinverbruiker wordt ingevoegd, in verband met
de toegevoegde bepaling over het afsluitbeleid.
Onderdeel B
Naar aanleiding van het amendement van kamerlid Neppérus over collectieve
leidingnetten (30 895, nr. 30) is geconstateerd dat abusievelijk nog
niet in het wetsvoorstel is bepaald (zoals in de vigerende Waterleidingwet
is geregeld) dat het verbod van artikel 4, eerste lid, onder b, om drinkwater
te distribueren (transporteren en leveren) niet geldt voor bestaande collectieve
leidingnetten die inrichtingen van drinkwater voorzien (bijvoorbeeld op bedrijfsterreinen).
Met deze wijziging wordt hierin voorzien. In geval van uitbreiding van
het leveringsgebied van dergelijke leidingnetten na de inwerkingtreding van
de voorgestelde wet, moet een ontheffing worden gevraagd aan de Minister van
VROM. Een dergelijke uitbreiding vormt namelijk een inbreuk op het wettelijk
alleenrecht van een drinkwaterbedrijf om in zijn distributiegebied drinkwater
te leveren.
Onderdeel C
Artikel 8a wordt toegevoegd naar aanleiding van het amendement van kamerlid
Jansen over het afsluitbeleid (30 895, nr. 20). De bepaling is er op
gericht dat terughoudendheid wordt betracht bij het afsluiten van drinkwaterwater
ingeval van betalingsachterstand. Hoewel de drinkwaterbedrijven reeds terughoudend
zijn met het afsluiten van drinkwater en zij doorgaans uit dien hoofde al
afspraken maken met schuldhulpverleningsinstanties, is het gewenst om een
wettelijke regeling te treffen, zoals die ook voor de afsluiting van elektriciteit
en gas is getroffen.
Daarbij is voor de formulering van de bepalingen zoveel mogelijk aangesloten
bij de betreffende bepalingen uit de Elektriciteitswet 1998 (artikel 95b,
zevende tot en met tiende lid) en de Gaswet (artikel 44, zevende tot en met
tiende lid).
In het eerste lid is neergelegd dat de drinkwaterbedrijven een beleid
moeten voeren, dat gericht is op het voorkomen van afsluiting van kleinverbruikers.
Dit zijn consumenten of andere afnemers met een aansluiting waarbij de volumestroom
van de levering van water niet meer bedraagt dan vijf kubieke meter per uur.
Nadere regels worden overeenkomstig de leden 2 tot en met 4 gesteld in
een ministeriële regeling. Dergelijke regels zijn voor afsluiting van
elektriciteit en gas opgenomen in de Regeling afsluiten elektriciteit en gas
van kleinverbruikers (Stcrt. 2006, 235). Bij het opstellen van de regeling
zullen de drinkwaterbedrijven, consumentenorganisaties en de Nederlandse Vereniging
voor Volkskrediet worden betrokken.
De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
J. M. Cramer