30 895
Nieuwe bepalingen met betrekking tot de productie en distributie van drinkwater en de organisatie van de openbare drinkwatervoorziening (Drinkwaterwet)

nr. 45
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE LEDEN BOELHOUWER EN KOPPEJAN TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 34

Ontvangen 11 juni 2008

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

In artikel 1, eerste lid, wordt in de alfabetische rangorde na de begripsomschrijving van «eigenaar» een begripsomschrijving ingevoegd, luidende:

gewogen gemiddelde vermogenskostenvoet: gewogen gemiddelde van de kostenvoet van vreemd vermogen en eigen vermogen, waarbij het aandeel van deze vermogenstypen in het totale vermogen als wegingsfactor wordt gehanteerd.

II

Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

A. Het derde lid komt te luiden:

3. De eigenaar van een drinkwaterbedrijf hanteert voorwaarden die redelijk, transparant en niet discriminerend zijn.

B. In het vierde lid vervalt de tweede volzin.

III

Na artikel 8 wordt een paragraaf ingevoegd, luidende

§ 2a. bepalingen met betrekking tot kostendekkende tarieven

Artikel 8a

1. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur wordt een algemeen aanvaarde bedrijfseconomische methode vastgesteld volgens welke de gewogen gemiddelde vermogenskostenvoet en het aandeel eigen vermogen in het totale vermogen worden bepaald.

2. Onze minister stelt tweejaarlijks voor 1 november, ten behoeve vande bepaling van de tarieven voor de daarop volgende twee kalenderjaren, het maximaal toegestane aandeel vast van het eigen vermogen in het totale vermogen. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur wordt vastgesteld volgens welke criteria en tot welk niveau onze minister op een daartoe strekkend verzoek van de eigenaar van een drinkwaterbedrijf van dit in de vorige volzin bedoelde maximale aandeel kan afwijken.

3. Onze Minister stelt tweejaarlijks voor 1 november, ten behoeve van de bepaling van de tarieven voor de daarop volgende twee kalenderjaren, de gewogen gemiddelde vermogenskostenvoet vast volgens de methode, bedoeld in het eerste lid. Tegen de vaststelling is geen bezwaar of beroep mogelijk.

Artikel 8b

1. De eigenaar van een drinkwaterbedrijf hanteert tarieven die kostendekkend, transparant en niet discriminerend zijn.

2. De eigenaar van een drinkwaterbedrijf hanteert bij de bepaling van de vermogenskosten die in het tarief mogen worden doorberekend ten hoogste de geldende gewogen gemiddelde vermogenskostenvoet, vastgesteld krachtens artikel 8a, derde lid.

3. De toerekening van de kosten van materiële vaste activa vindt plaats op basis van afschrijvingsmethoden en afschrijvingstermijnen die volgens algemeen aanvaarde bedrijfseconomische principes zijn bepaald.

4. Als grondslag voor het bepalen van de vermogenskosten, die in het tarief mogen worden doorberekend, geldt de activawaarde, waarbij de materiële vaste activa gewaardeerd worden tegen historische kostprijs.

Artikel 8c

1. Uit de begroting van het drinkwaterbedrijf blijkt op welke wijze de kosten, waaronder de vermogenskosten die ten hoogste mogen worden gehanteerd, in het tarief zijn verwerkt.

2. De eigenaar van een drinkwaterbedrijf brengt jaarlijks voor 1 oktober aan Onze Minister een verslag uit dat inzicht verschaft in de kosten, waaronder de vermogenskosten, die in het voorafgaande kalenderjaar zijn gehanteerd bij het vaststellen van de tarieven voor de levering van drinkwater en het gerealiseerde bedrijfsresultaat over dat jaar. Het verslag dient voorzien te zijn van een goedkeurende verklaring van een registeraccountant. Onze Minister zendt dit verslag voor het einde van het kalenderjaar aan de beide Kamers der Staten-Generaal.

3. Indien uit het verslag, bedoeld in het tweede lid, blijkt dat het gerealiseerde bedrijfsresultaat de voor dat jaar op basis van artikel 8b, tweede lid, bepaalde vermogenskosten overschrijdt, draagt de eigenaar van een drinkwaterbedrijf er zorg voor dat die overschrijding wordt gecompenseerd in de tariefstelling voor het daaropvolgende kalenderjaar.

Artikel 8d

1. In het belang van de openbare drinkwatervoorziening worden bij of krachtens algemene maatregel van bestuur nadere regels gesteld met betrekking tot:

a. de kosten die ten grondslag liggen aan het tarief, bedoeld in art. 8b;

b. de elementen en wijze van berekening van de tarieven, bedoeld in artikel 8c.

2. Indien niet wordt voldaan aan artikel 8b of 8c of nadere regels als bedoeld in het eerste lid kan Onze Minister een aanwijzing geven aan de eigenaar van een drinkwaterbedrijf. Bij de aanwijzing wordt aangegeven op welke gronden niet wordt voldaan aan artikel 8b of 8c of de bedoelde regels en welke wijzigingen met het oog daarop in het tarief vereist zijn. Bij de aanwijzing wordt een termijn gesteld waarbinnen aan de aanwijzing voldaan moet worden.

TOELICHTING

Algemeen

De Minister van VROM heeft de Tweede Kamer geïnformeerd over de wijze waarop invulling zal worden gegeven aan nadere regels om een redelijke tariefstelling te waarborgen. Deze regels kunnen bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden gesteld. Het is echter gezien het belang van deze regels wenselijk dat de Tweede Kamer deze regels kan betrekken bij het debat over het wetsvoorstel, opdat daar in finale zin over kan worden gesproken. Dit amendement leidt er daarom toe dat de betreffende regels in het wetsvoorstel worden opgenomen.

Artikelen 8a en 8b

Op grond van artikel 8b dient de eigenaar van een drinkwaterbedrijf kostendekkende, transparante en niet discriminerende tarieven te hanteren. De tarieven worden opgebouwd uit verschillende soorten kosten. Eén van de kostensoorten wordt gevormd door de vermogenskosten. Deze kosten vormen een vergoeding voor het geïnvesteerde vermogen van het drinkwaterbedrijf. Voor de in artikel 8a bedoelde algemeen aanvaarde rekenmethode zal de gewogen gemiddelde vermogenskostenvoet de basis zijn. Met deze methode kan een redelijk rendement worden berekend, uitgedrukt in een percentage: de gewogen gemiddelde vermogenskostenvoet. Om te voorkomen dat de drinkwaterbedrijven onnodig hoge reserves opbouwen stelt de minister van VROM mede aan de hand van het risicoprofiel het solvabiliteitspercentage vast. De minister stelt één solvabiliteitspercentage vast, waarvan vervolgens beargumenteerd kan worden afgeweken. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur wordt deze methode (inclusief de daarvan deel uitmakende parameters) vastgesteld. De Minister van VROM stelt tweejaarlijks de vermogenskostenvoet vast die met deze methode wordt berekend.

De door de eigenaar van een drinkwaterbedrijf te hanteren tarieven dienen te worden bepaald op basis van een inschatting van de kosten die het drinkwaterbedrijf maakt in verband met de taken vastgelegd in artikel 7 van de Drinkwaterwet. De kosten bedoeld in art. 8d lid 1 dienen rechtstreeks verband te houden met de wettelijke taken van de eigenaar van het drinkwaterbedrijf. De in art. 8d lid 1 bedoelde kosten zien zowel op de soort kosten die ten grondslag liggen aan het tarief als op de ontwikkeling en de hoogte van de kosten. Het tarief moet in nauw verband staan met de onderliggende kostendragers, waaronder de vermogenskosten. Voor het berekenen van de vermogenskosten dient de door de Minister van VROM op grond van artikel 8a, tweede lid, vastgestelde gewogen gemiddelde vermogenskostenvoet te worden gehanteerd. De berekening van de vermogenskosten vindt plaats door toepassing van de vermogenskostenvoet, uitgedrukt als percentage, op het totaal vermogen. Dit vermogen is gelijk aan de activawaarde, waarbij de materiële vaste activa gewaardeerd worden tegen historische kostprijs (aanschafprijs verminderd met de afschrijving). Hiermee wordt bedoeld de aanschafprijs van de kapitaalgoederen verminderd met de afschrijving op de vaste activa. Met het vaststellen van een vermogenskostenvoet wordt de hoogte van de vergoeding voor het geïnvesteerde vermogen, als component van het tarief, begrensd. De grens aan het aandeel van het eigen vermogen in het totale vermogen voorkomt dat drinkwaterbedrijven over onnodig hoge reserves beschikken. In combinatie met de doelmatigheidsbevordering door middel van de verplichte prestatievergelijking wordt voorzien in een redelijke tariefstelling.

Artikel 8c

Het drinkwatertarief dat voor een komende periode wordt gehanteerd wordt jaarlijks vastgesteld op basis van een begroting. Uit de begroting moet de relatie tussen de vermogenskosten-vergoeding en het drinkwatertarief blijken. Op die wijze kan worden getoetst of de maximaal toegestane vermogenskostenvergoeding bij het vaststellen van het drinkwatertarief in acht is genomen. Dit is van belang bij zowel de vaststelling van de begroting van de drinkwaterbedrijven als bij de controle van de jaarrekening. Om achteraf te kunnen toetsen of het bedrijfsresultaat de vooraf vastgestelde vermogenskostenvergoeding niet overschrijdt dient jaarlijks een verslag te worden uitgebracht aan de Minister van VROM. De jaarrekening van het drinkwaterbedrijf met goedkeurende accountantsverklaring kan hiertoe dienen, mits hierin expliciet aandacht wordt besteed aan de relatie tussen de vooraf vastgestelde maximaal in aanmerking te nemen vermogenskosten en het bedrijfsresultaat. Indien uit het verslag blijkt dat het bedrijfsresultaat de vooraf vastgestelde maximaal toegestane vermogenskosten overschrijdt, dient deze overschrijding in de daarop volgende periode te worden gecompenseerd via de tarieven.

Artikel 8d

Artikel 8d, eerste lid, vormt de pendant van artikel 8, vierde lid, voor zover het betreft de kostendekkendheid van tarieven. Op grond van het eerste lid worden nadere regels vastgesteld. Het tweede lid bevat de bevoegdheid tot het geven van een aanwijzing, die in verband daarmee kan vervallen uit artikel 8, vierde lid. De bindende aanwijzing is bedoeld voor individuele gevallen waarbij er duidelijke aanwijzingen zijn dat er door het betreffende drinkwaterbedrijf onredelijk hoge tarieven worden gehanteerd (volgens het College voor Beroep van het Bedrijfsleven creëert een bindende aanwijzing een zelfstandige juridische verplichting). Het toezicht op de hoogte van de tarieven is echter primair de verantwoordelijkheid van de aandeelhouders. Gelet op het aandeelhoudertoezicht zal de bindende aanwijzing terughoudend worden toegepast.

Boelhouwer

Koppejan

Naar boven