nr. 25
AMENDEMENT VAN HET LID VAN DER STAAIJ
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel 8 worden het derde en vierde lid vervangen door:
3. De eigenaar van een drinkwaterbedrijf hanteert kostendekkende
tarieven en voorwaarden die redelijk, transparant en niet-discriminerend zijn.
4. Onze Minister kan, na overleg met Onze Minister van Economische
zaken, een bindende aanwijzing geven aan de eigenaar van een drinkwaterbedrijf.
5. Onze Minister stelt, na overleg met Onze Minister van Economische
Zaken, bij of krachtens algemene maatregel van bestuur regels met betrekking
tot de toepassing van het eerste tot en met vierde lid.
6. De voordracht voor een krachtens het vierde lid vast te stellen
algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat
het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overlegd.
Toelichting
Drinkwater is van essentieel belang voor het levensonderhoud en moet daarom
aan een ieder onder redelijke voorwaarden ter beschikking worden gesteld.
De distributie van drinkwater draagt de kenmerken van een natuurlijk monopolie
dat regionaal wordt beheerd. Misbruik van dit monopolie moet voorkomen worden,
temeer daar de afnemers gebonden zijn. De minister neemt in het wetsvoorstel
het beginsel van kostendekkende tarieven als uitgangspunt voor de tarieven
van drinkwaterbedrijven. Het amendement waarborgt een wettelijke verankering
van dit beginsel en bevordert daardoor de rechtszekerheid voor gebonden afnemers.
Om juiste naleving van de uitgangspunten in artikel 8 te bevorderen voorziet
het amendement in de bevoegdheid van de minister tot het geven van een bindende
aanwijzing aan de eigenaar van een drinkwaterbedrijf.
De minister neemt in het wetsvoorstel de mogelijkheid op voor nadere invulling
van de genoemde uitgangspunten in artikel 8 via een algemene maatregel van
bestuur. Om duidelijkheid te scheppen richting drinkwaterbedrijven en kaders
te stellen aan de aanwijzingsbevoegdheid van de minister wordt
de vrijblijvendheid met dit amendement weggenomen. Ook wordt de Tweede Kamer
de mogelijkheid geboden haar mening te geven over deze AMvB.
Van der Staaij