30 872 Landelijk afvalbeheerplan

Nr. 294 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 oktober 2023

In de afgelopen periode zijn er meerdere berichten in de media verschenen over de problemen die gemeenten en de afvalsector ervaren met (ontploffingen van) illegaal gedumpte lachgascilinders. Ook door uw Kamer zijn vragen gesteld over dit onderwerp. Door middel van deze brief informeer ik uw Kamer over de beleidsinzet van het kabinet ten aanzien van deze problematiek en de maatregelen die tot nu toe zijn genomen. Ik stuur deze brief mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Lachgascilinders en andere gasflessen kunnen, als ze bij het restafval worden gegooid, leiden tot explosies in inzamelvoertuigen en verbrandingsinstallaties. Deze explosies zorgen voor onveilige situaties voor de medewerkers in de afvalverwerkende sector. Daarnaast leidt het tot materiele en financiële schade.

De berichten over de ontploffingen bij de verbrandingsinstallaties en de gevaren en schade die dat met zich meebrengt, neemt het kabinet zeer serieus. Wij werken samen met de afvalsector en medeoverheden aan maatregelen om deze problematiek zoveel mogelijk te mitigeren. Hieronder een overzicht van de tot nu toe genomen maatregelen.

Communicatie

De kern van de boodschap vanuit de rijksoverheid is dat lachgas een schadelijk en verboden middel is. Lege cilinders zijn geen drugs, maar gevaarlijk afval. Het is belangrijk dat lachgascilinders bij de milieustraat worden ingeleverd. Ook wordt uitgelegd dat het verboden is om lachgascilinders bij het restafval te gooien of in de openbare ruimte achter te laten en omdat daarmee anderen in gevaar worden gebracht. Via de website van de rijksoverheid is deze informatie sinds september beschikbaar voor het algemene publiek. Gebruikers van lachgas worden daarnaast gericht geïnformeerd via de communicatiekanalen van het Trimbos-instituut. Daarnaast is een toolkit voor gemeenten en milieustraten ontwikkeld waarin ook communicatiemateriaal is opgenomen dat gemeenten kunnen inzetten om hun inwoners te informeren. Tot slot wordt op de website van Milieu Centraal informatie gedeeld over hoe men zich op correcte wijze kan ontdoen van lachgascilinders. Met het Trimbos-instituut worden nadere communicatiemogelijkheden verkend.

Handhaving (beperken aanbod)

Sinds de eerste helft van 2022 is de opkomst van wegwerpcilinders geconstateerd. Het aantreffen van deze cilinders in de afvalketen is een probleem waar ook omringende landen, waar geen verbod op lachgas geldt, mee te maken hebben (onder andere België, Denemarken en Zweden). In samenwerking met de politie en de Inspectie Leefomgeving en Transport wordt bekeken of de wegwerpcilinders aan de geldende ISO-normen voldoen. Mocht hier namelijk niet aan worden voldaan, dan zijn de wegwerpcilinders zelf, los van de inhoud, verboden. Dit maakt de handhaving aan de grens makkelijker en biedt ook de kans voor landen zonder lachgasverbod (Nederland is nu nog het enige land met een verbod) om lachgas aan te pakken.

Het lachgasverbod wordt sinds 1 juli volledig gehandhaafd en er wordt opsporingscapaciteit op ingezet. Zo zijn er volgens cijfers van de politie dit jaar tot dusver 45.000 lachgascilinders in beslag genomen. Het wordt door de douane niet meer toegestaan dat lachgas dat niet onder de wettelijke uitzonderingen valt in Nederland in het vrije verkeer wordt gebracht1. Handhaving van de online verkoop van lachgas vindt eveneens plaats, maar kent uitdagingen die niet zijn voorbehouden aan de verkoop van lachgas, maar breder gelden voor de online verkoop van drugs (en andere verboden middelen). Samen met het Openbaar Ministerie en politie wordt gekeken hoe hier stappen in kunnen worden gezet.

Inzameling lachgascilinders

Lege cilinders worden niet als drugs aangemerkt op grond van de Opiumwet. De politie en het Openbaar Ministerie zijn op basis van de strafvorderingsrichtlijn op grond van de Opiumwet tot het uitgangspunt gekomen dat van onbeheerd in de publieke ruimte aangetroffen lachgascilinders mag worden aangenomen dat deze cilinders leeg zijn. Dit betekent dat ze kunnen worden ingezameld door milieustraten en afvaldiensten en verwerkt kunnen worden onder de voorwaarden die gelden voor gasflessen en overige drukhouders in de huidige wet- en regelgeving. Een milieustraat hoeft dan ook niet te controleren of de cilinders leeg zijn en kan deze aannemen. Milieustraten zijn niet strafbaar. Het is op grond van de Wet milieubeheer illegaal om lachgascilinders of andere hoge drukhouders bij het restafval te gooien of in de openbare ruimte te dumpen.

Via het Van Afval Naar Grondstof-programma is een toolkit voor gemeenten ontwikkeld waar door middel van kennis en handvatten ondersteuning aan gemeenten en milieustraten wordt geboden om invulling te geven aan de wettelijke plicht van gemeenten op grond van de Wet milieubeheer (artikel 10.21) om afval in te zamelen.

Inleverpremie

Als gemeenten dat willen kunnen zij een financiële prikkel inbouwen (beloningssysteem) voor het inleveren van lachgascilinders. Hoewel dit motiverend kan zijn om een lachgascilinder om deze reden bij een milieustraat in te leveren, raadt het kabinet een dergelijke beloning af. Een beloningssysteem kan namelijk ook ander ongewenst en gevaarlijk gedrag in de hand werken en een perverse prikkel geven. Een voorbeeld hiervan vormen mensen die omwille van de financiële beloning grote hoeveelheden gevaarlijk afval rapen en vervoeren of kinderen die op zoek gaan naar lachgascilinders en daarmee aan gevaarlijk afval worden blootgesteld. Bovendien wordt met een beloningssysteem (indirect) drugsgebruik gefinancierd, hetgeen het lachgasverbod ondermijnt.

Opslag en verwerking

Nederland kent geringe verwerkingscapaciteit voor lachgascilinders. De omringende landen hebben te weinig verwerkingscapaciteit om eveneens de Nederlandse stroom volledig te kunnen verwerken. Om deze reden lopen de opslaglocaties van zowel politie, douane als gemeenten vol. De afvalsector vraagt het kabinet onder andere om coulance vanuit de rijksoverheid met betrekking tot toezicht op de omgevingsvergunningen. Het is aan het bevoegd gezag (provincies en gemeenten) om te beoordelen of een (tijdelijke) uitbreiding van de inname- en opslagcapaciteit van lachgascilinders (gevaarlijk afval) kan worden toegestaan/gefaciliteerd. Ik ben in gesprek met de bevoegde gezagen om te kijken hoe de rijksoverheid hen hierin kan ondersteunen.

Financiële tegemoetkoming

De afvalbranche stelt zich op het standpunt dat de geleden schade het gevolg is van het lachgasverbod en daarom door de rijksoverheid vergoed zou moeten worden. Ook wensen zij dat de rijksoverheid de kosten voor te nemen maatregelen op zich neemt. De schade is echter niet het gevolg van het invoeren van het lachgasverbod, maar van het in strijd met de wet- en regelgeving handelen van individuen. Het is behoudens uitzonderingen illegaal om handelingen te verrichten met lachgas (Opiumwet) en om lachgascilinders achter te laten in de openbare ruimte of te deponeren in het restafval (Wet milieubeheer). De afvalbranche wordt geconfronteerd met de nadelige gevolgen van deze wetsovertredingen. De rijksoverheid is niet verantwoordelijk voor het handelen van degenen die illegaal de lachgascilinders bij het restafval of in de openbare ruimte dumpen waardoor de lachgascilinders in de verbrandingsinstallaties terechtkomen. Om deze reden wordt de schade niet vanuit het Rijk vergoed. Tegelijkertijd voelt het kabinet de urgentie om bij te dragen aan oplossingen voor deze problematiek. Om deze reden heeft het kabinet richting de afvalsector aangegeven wel bereid te zijn te verkennen of een financiële tegemoetkoming mogelijk is, al dan niet gebruikmakend van bestaande regelingen, voor het treffen van maatregelen die bijdragen aan het mitigeren van de risico’s in de afvalbranche. Hierbij moet uiteraard rekening worden gehouden met zowel de beschikbare middelen als de Europese staatssteunregels.

Tot slot wil ik nogmaals onderstrepen dat het kabinet de urgentie van deze problematiek begrijpt en oog heeft voor de problemen die de afvalsector ervaart. Het kabinet zal blijven samenwerken met zowel de afvalsector als medeoverheden om te komen tot effectieve maatregelen voor de problemen die de afvalsector ervaart.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, V.L.W.A. Heijnen


X Noot
1

Wettelijke uitzonderingen zijn bijvoorbeeld industriële en medische toepassingen.

Naar boven