30 872 Landelijk afvalbeheerplan

Nr. 212 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 september 2017

Hierbij informeer ik u op hoofdlijnen over de voortgang van de inzameling van afgedankte elektrische en elektronische apparaten en over de evaluatie van het Monitoringsberaad WEEE (Waste Electric and Electronic Equipment). Deze evaluatie is uitgevoerd door ABDTOPConsult. Het evaluatierapport is bijgevoegd1.

Achtergrond regelgeving

Op 14 februari 2014 is de regeling afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (WEEE-regeling) in werking getreden op basis van een Europese richtlijn (2012/19/EU). Deze regeling heeft ten doel bij te dragen aan duurzame productie en consumptie van elektrische en elektronische apparatuur. Dit gebeurt door preventie van het ontstaan van afgedankte elektronica, het stimuleren van hergebruik en recycling met als doel het verminderen van afval en een efficiënter hulpbronnengebruik en terugwinning van waardevolle grondstoffen. Hoofddoel van de WEEE-regeling en richtlijn is het nader invullen van de producentenverantwoordelijkheid voor het behalen van minimale inzameldoelen (45% in 2016 en 65% in 2019) en verwerkingsdoelen voor nuttige toepassing van afgedankte elektronica.

Realiseren doelstelling

Sinds de implementatie van de richtlijn in 2014 werken de sectorpartijen, samen met het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, aan het realiseren van de in de WEEE-regeling gestelde doelen. Uit de rapportage van het Nationaal WEEE-Register blijkt dat Nederland het doel van 45% inzameling voor 2016 heeft gehaald. Dat is op zichzelf een goed resultaat. Er zijn echter nog de nodige stappen te zetten om ook in 2019 de inzameldoelstelling van 65% te halen.

Het Ministerie van Infrastructuur en Milieu heeft met de implementatie van de Europese WEEE-richtlijn het initiatief genomen om een Monitoringsberaad op te richten. Dit Beraad is in 2015 van start gegaan. In het Monitoringsberaad WEEE neemt, naast sectorpartijen die betrokken zijn bij de inzameling en verwerking van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (zoals producenten, verwerkers, gemeenten en detailhandel), ook het Ministerie van Infrastructuur en Milieu deel. Doel van dit Monitoringsberaad is om in een gezamenlijke overlegstructuur de werking van de WEEE-regeling te monitoren en te adviseren over maatregelen om de inzamel- en verwerkingsdoelen te kunnen realiseren.

Conclusies en aanbevelingen van de evaluatie

De rapportage van ABDTOPConsult richt zich op de rol van het Monitoringsberaad als governance instrument bij het behalen van de doelstelling. In algemene zin vinden de deelnemende partijen het een goede zaak dat het Monitoringsberaad bestaat en dat het alle ketenpartners aan één tafel brengt. De evaluatie is evenwel kritisch voor wat betreft de slagkracht die het Beraad heeft om de ambitieuze inzameldoelstelling van 65% in 2019 te realiseren. Hoewel de inzameldoelstelling van 45% in 2016 gehaald wordt, is er nog geen stijgende lijn ten opzichte van eerdere jaren te zien. Zonder veel extra inspanningen van de ketenpartners zal de inzameldoelstelling van 65% in 2019 niet gehaald worden.

Daarnaast is de evaluatie kritisch over de rol van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu en geeft zij aan dat een aantal deelnemende sectorpartijen een meer sturende rol hadden verwacht van het ministerie bij het behalen van de inzameldoelstelling. Er leeft ook een breed gedeelde behoefte aan «steviger doorpakken».

In de aanbevelingen bij de evaluatie wordt gesteld dat een meer planmatige aanpak en strakkere regie op de naleving en uitvoering van afspraken de komende periode onontbeerlijk is om de inzameldoelstelling van de WEEE-richtlijn van 65% in 2019 te kunnen behalen. Daarbij wordt aan het Ministerie van Infrastructuur en Milieu een meer sturende en regisserende rol jegens betrokken partijen toebedacht aan de hand van een meerjarige, planmatige aanpak.

Beleidsreactie op de conclusies en aanbevelingen

Partijen blijken het initiatief van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu om een Monitoringsberaad op te richten breed te ondersteunen. Sinds de inwerkingtreding van de WEEE-regeling zijn er, in samenwerking met het Monitoringsberaad, een aantal belangrijke resultaten geboekt:

  • Er is een Stichting Nationaal WEEE-Register tot stand gekomen, die onafhankelijk is van de producenten en verwerkers die het Register moeten invullen;

  • De certificering van verwerkingsbedrijven volgens WEEELABEX verloopt voorspoedig, en het aantal gecertificeerde bedrijven neemt nog steeds toe;

  • De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) neemt regelmatig deel aan het Monitoringsberaad, hetgeen de efficiënte uitvoering van de WEEE-regeling bevordert;

  • Er is met succes verbinding gezocht tussen partijen en er is meer wederzijds vertrouwen ontstaan.

Ik deel de strekking van de conclusies van de evaluatie en ik zal, nadat ik de evaluatie met het Monitoringsberaad heb gedeeld en in lijn met de aanbevelingen, bepalen op welke wijze vanuit het Ministerie van Infrastructuur en Milieu bijgedragen kan worden aan het verbeteren van de slagkracht van het Monitoringsberaad en op welke wijze de realisatie van de inzamel- en verwerkingsdoelen bespoedigd kan worden. Daarbij zal ik een beroep doen op de eerstverantwoordelijke partijen, in dit geval de producenten, om vanuit hun producentenverantwoordelijkheid hieraan een belangrijke bijdrage te leveren. Daarnaast is het van belang te onderkennen dat ook andere partijen (zoals gemeenten, detailhandel, verwerkers) een bijdrage kunnen leveren aan het behalen van voornoemde doelstellingen.

Ik zal de voorzitter van het Monitoringsberaad verzoeken om mij vóór het einde van 2017 nader te informeren en te adviseren over de mogelijke acties en daarbij aandacht te schenken aan:

  • 1. Een heldere analyse hoe de inzameldoelstelling van 65% in 2019 te behalen.

  • 2. Een set van maatregelen en oplossingen bestaande uit:

    • de aanpak van de producenten met bijbehorende acties om te (kunnen) voldoen aan hun producentenverantwoordelijkheid;

    • de wijze waarop andere partijen in het Monitoringsberaad WEEE een bijdrage leveren aan het behalen van de inzameldoelstellingen.

  • 3. De werkwijze/regie die ervoor zorgdraagt dat de benodigde acties en maatregelen binnen het afgesproken tijdsbestek worden uitgevoerd.

De conclusies en aanbevelingen van het evaluatierapport zullen daarbij richtinggevend zijn.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, S.A.M. Dijksma


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven