30 872 Landelijk afvalbeheerplan

Nr. 124 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 juli 2012

In het AO Afval en grondstoffen van afgelopen 7 juni is gesproken over de handhaafbaarheid van het Besluit beheer verpakkingen en papier en karton (hierna het besluit). Met deze brief wil ik ingaan op de handhaafbaarheid van het besluit.

Voor een goed begrip is het goed om onderscheid te maken tussen de beoogde verbetering met het ontwerpbesluit dat nu voorligt, en het gevolg van het omzetten van de nieuwe raamovereenkomst verpakkingen in een wijziging van het besluit.

Verbetering handhaafbaarheid door de voorgelegde wijziging van het besluit

De aanleiding van de voorgestelde wijziging van het besluit (opgenomen in het ontwerpbesluit) zijn de signalen van de Inspectie voor Leefomgeving en Transport (ILT) en het bedrijfsleven dat het nu geldende besluit in de praktijk moeilijk te handhaven is. De oorzaak van die moeilijke handhaafbaarheid is dat in het besluit de verplichtingen gericht zijn tot een individuele producent of importeur van verpakkingen en verpakte producten. In het voorstel kunnen er verplichtingen van de individuele producent of importeur overgaan op een collectieve organisatie. Ik heb in het ontwerpbesluit waarborgen opgenomen die misbruik van deze mogelijkheid tegengaan. Dat misbruik zou er uit kunnen bestaan dat producenten of importeurs een organisatie in het leven roepen en daar de op hen rustende verplichtingen op over laten gaan, terwijl die organisatie niet in staat is tot een adequate uitvoering van het besluit (bijvoorbeeld vanwege onvoldoende financiële middelen). De oprichting van een organisatie dient dan om onder de verplichtingen van het besluit uit te komen en niet om via die organisatie te voldoen aan de verplichtingen uit het besluit. Om dergelijk misbruik te voorkomen is in het ontwerpbesluit opgenomen dat de verplichtingen uit het besluit alleen op een daarvoor opgerichte organisatie kunnen overgaan als ik die organisatie als collectieve organisatie aanwijs. Voordat de verplichtingen overgaan, kan ik dus beoordelen of een organisatie in staat is om het besluit naar behoren te kunnen uitvoeren. Ik kijk dan ook naar de financiering.

De ILT kan handhavend optreden als de door mij aangewezen organisatie haar verplichtingen niet goed uitvoert, bijvoorbeeld door de last onder dwangsom in te zetten om naleving af te dwingen. Als dat niet helpt, kan ik de aanwijzing van de collectieve organisatie intrekken. Door deze intrekking gaan de verplichtingen weer over naar de individuele producent of importeur wiens verplichtingen waren overgenomen door de organisatie. Deze individuele producent of importeur is na die intrekking direct aanspreekbaar en kan zich niet meer beroepen op een organisatie die verplichtingen voor hem uitvoert.

Kortom, het ontwerpbesluit zal de handhaafbaarheid ten goede komen.

Handhaafbaarheid van nieuwe afspraken uit de raamovereenkomst

In de nieuwe raamovereenkomst verpakkingen is vastgelegd dat de verplichtingen waarvoor dat relevant is, in het besluit worden opgenomen. Daarvoor zal een nieuwe wijziging van het besluit in gang worden gezet. In deze wijziging zullen nieuwe afspraken (zoals het minimum percentage van gerecycled PET in nieuwe PET flessen) worden opgenomen.

De huidige wijziging van het besluit, zal beter aansluiten bij de huidige praktijk waardoor de nu geldende verplichtingen beter handhaafbaar zijn. Dat zal ook gelden voor de verplichtingen uit de raamovereenkomst die nog in het besluit zullen worden opgenomen. De nog op te stellen wijziging van het besluit ter vastlegging van een aantal verplichtingen uit de raamovereenkomst, zal in het kader van de voorhangprocedure aan uw Kamer worden voorgelegd.

Ik vertrouw er op u hiermee voldoende voorgelicht te hebben over de verbeterde handhaafbaarheid van het besluit.

De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, J. J. Atsma

Naar boven