30 856 Wijziging van de Wet op het overleg huurders verhuurder (verbetering positie en zeggenschap huurders)

F VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 5 april 2011

De vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu/Wonen, Wijken en Integratie1 heeft met belangstelling kennis genomen van de inspanningen die verricht zijn door de Woonbond om tot vernieuwing en verbreding van de huurdersparticipatie te komen, zoals verwoord in de brief van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over nieuwe werkmethoden voor de vormgeving van participatie en zeggenschap van huurders en bewoners d.d. 21 januari 20112.

Naar aanleiding hiervan heeft zij de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties op 15 februari 2011 een brief gestuurd.

De minister heeft op 4 april 2011 gereageerd.

De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu/Wonen, Wijken en Integratie,

Kim van Dooren

BRIEF AAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Den Haag, 15 februari 2011

De commissie VROM/WWI heeft met belangstelling en waardering kennis genomen van de inspanningen die verricht zijn door de Woonbond om tot vernieuwing en verbreding van de huurdersparticipatie te komen, zoals verwoord in uw brief over nieuwe werkmethoden voor de vormgeving van participatie en zeggenschap van huurders en bewoners d.d. 21 januari 2011.

Tijdens de plenaire behandeling van het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op het overleg huurders verhuurder (verbetering positie en zeggenschap huurders) (30 856) op 23 september 2008. Inmiddels twee en een half jaar geleden, is door de toenmalige minister toegezegd dat met de Woonbond overleg gevoerd zou worden hoe te komen tot een grotere betrokkenheid en deelname van huurders bij de formele huurdersorganisaties, met als doel de diversiteit en representativiteit van deze organen te vergroten.

Geconstateerd werd tijdens de plenaire behandeling, dat in de aan de orde zijnde wet de bevoegdheden van de huurdersorganisaties toenemen terwijl uit de praktijk blijkt dat de huurdersorganisaties steeds minder daadwerkelijk de huurders in de breedte vertegenwoordigen.

De commissie constateert dat er daadwerkelijk inspanningen verricht zijn om de betrokkenheid van een grotere groep huurders bij de organen, die hen daadwerkelijk vertegenwoordigen, te vergroten. Desalniettemin bereiken de commissie nog steeds berichten dat het uitermate moeilijk is nieuwe bestuursleden voor huurdersorganisaties te vinden.

De commissie zou het daarom op prijs stellen geïnformeerd te worden of de in uw brief neergelegde inspanningen meetbare resultaten hebben opgeleverd.

De leden van de commissie zien met belangstelling uit naar uw reactie.

De voorzitter van de vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu/Wonen, Wijken en Integratie,

M. C. Meindertsma

BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 april 2011

Ik stel met genoegen vast dat de commissie VROM/WWI met belangstelling en waardering kennis heeft genomen van de inspanningen die de Woonbond heeft verricht om tot vernieuwing en verbreding van de huurdersparticipatie te komen, zoals verwoord in mijn brief van 21 januari 2011.

De commissie VROM/WWI bereiken nog steeds berichten dat het uitermate moeilijk is nieuwe bestuursleden voor huurdersorganisaties te vinden. De commissie zou het daarom op prijs stellen geïnformeerd te worden of de in mijn brief neergelegde extra inspanningen meetbare resultaten hebben opgeleverd.

De vraag van de commissie VROM/WWI is besproken met de Woonbond.

De Woonbond geeft te kennen dat de inspanningen om te komen tot meer diversiteit in de huurdersparticipatie bij veel huurdersorganisaties bewustwording van de uitdaging en het nut van een bredere en gediversificeerde huurders-participatie hebben gebracht. Hierbij worden steeds meer nieuwe instrumenten ingezet. De verbreding en diversificatie van de huurdersparticipatie is een proces van jaren, er zijn op dit moment nog geen meetbare resultaten bekend.

De commissie VROM/WWI ontvangt signalen dat het moeilijk is nieuwe bestuursleden te krijgen voor huurdersorganisaties. Daarmee verschillen huurdersorganisaties niet van andere vrijwilligersorganisaties, zoals sportverenigingen, speeltuinverenigingen, en dergelijke.

De inspanningen van de Woonbond waren niet alleen gericht op het werven van nieuwe bestuursleden voor huurdersorganisaties. De inspanningen waren vooral gericht op bevordering van een bredere en meer diverse betrokkenheid van huurders in de informele huurdersparticipatie. De informele huurdersparticipatie is laagdrempeliger dan de formele. Een bredere en meer diverse betrokkenheid van huurders in de informele sfeer kan dan een opmaat zijn naar meer diversiteit en meer representativiteit in de formele huurdersparticipatie.

Overigens wordt het probleem nieuwe bestuursleden te vinden door de Woonbond onderkend. Het Woonbond Kennis- en Adviescentrum heeft eind 2004 het project No cure-no pay geïntroduceerd. Daarin zijn er sinds 2005 ca. 50 over het algemeen succesvolle projecten uitgevoerd waarbij de inspanningsverplichting wordt aangegaan voor het werven van 3–5 extra bestuursleden en circa 10 nieuwe leden van bewonerscommissies.

Zoals gezegd zijn er nog geen meetbare resultaten van de extra inspanningen van de Woonbond bekend. Wel zijn er signalen dat er meer vrouwen in besturen van huurdersorganisaties worden benoemd. Ook blijkt het voor veel huurdersorganisaties die geen professionele ondersteuning hebben – van bijvoorbeeld de woningcorporatie of de Woonbond – ingewikkeld is om informele vormen van huurdersparticipatie op te zetten.

De Woonbond is voornemens om in het najaar van 2011 in het kader van de Wet op het overleg huurders – verhuurder (Wohv) onderzoek te doen naar de resultaten van zijn extra inspanningen in de afgelopen jaren ter bevordering van een bredere en meer diverse huurdersparticipatie, alsmede naar aanknopingspunten voor inspanningen op dat vlak voor komende jaren, bijvoorbeeld door te kijken naar de succesfactoren.

Als later dit jaar of komend jaar meetbare resultaten bekend worden van de inspanningen van de Woonbond ter bevordering van een bredere en meer diverse huurdersparticipatie, zal uw Kamer daarover geïnformeerd worden.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J. P. H. Donner


X Noot
1

Samenstelling: Van den Berg (SGP), vacature VVD, Swenker (VVD), Meindertsma (PvdA), voorzitter, Eigeman (PvdA), Putters (PvdA), Meulenbelt (SP), Slagter-Roukema (SP), Leijnse (PvdA), Staal (D66), Thissen (GL), Goijert (CDA), Hendrikx (CDA), Janse de Jonge (CDA), Leunissen (CDA), De Vries-Leggedoor (CDA), vice-voorzitter, Willems (CDA), Asscher (VVD), Hofstra (VVD), Huijbregts-Schiedon (VVD), Meurs (PvdA), Slager (SP), Smaling (SP), De Boer (CU), Kuiper (CU), Lagerwerf-Vergunst (CU), Böhler (GL), Laurier (GL), Koffeman (PvdD) en Yildirim (Fractie-Yildirim).

X Noot
2

EK 30 856, E.

Naar boven