30 856 Wijziging van de Wet op het overleg huurders verhuurder (verbetering positie en zeggenschap huurders)

E BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSREALTIES

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 januari 2011

Tijdens de plenaire behandeling van het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op het overleg huurders verhuurder (30856) van 23 september 2008 heeft mijn voorgangster minister Vogelaar uw Kamer naar aanleiding van een vraag van het lid Meindertsma (PvdA) toegezegd dat zij apart met de Woonbond overleg zou plegen over nieuwe werkmethoden voor de vormgeving van participatie en zeggenschap van huurders en bewoners. Tevens zou minister Vogelaar nagaan of het de moeite waard is om een aantal huurdersorganisaties pilots te laten doen.

Met deze brief informeer ik u over de resultaten van het overleg dat mijn voorgangster minister Vogelaar met de Woonbond heeft gehad over nieuwe werkmethoden voor de vormgeving van participatie en zeggenschap van huurders en bewoners.

Naar aanleiding van de toezegging aan uw Kamer heeft voormalig minister Vogelaar met de Woonbond afgesproken dat de Woonbond in 2009 extra aandacht zou besteden aan het vergroten van diversiteit, representativiteit en kwaliteit van huurdersorganisaties.

De Woonbond heeft in 2009 onder de noemer «toekomstbestendige huurders-organisaties» extra aandacht besteed aan en inspanningen gepleegd voor het vergroten van diversiteit, representativiteit en kwaliteit van huurdersorganisaties. De Woonbond heeft in het voorjaar van 2010 gerapporteerd over zijn inspanningen voor de vernieuwing en verbreding van de huurdersparticipatie.

De Woonbond heeft langs diverse wegen inspanningen gepleegd om de samenstelling van huurdersorganisaties en bewonerscommissies meer representatief te maken door meer jongeren en allochtonen te betrekken.

Ik noem hier enkele van de inspanningen van de Woonbond:

  • het houden van een landelijk symposium en twee regionale symposia over de toekomst en vernieuwing van huurdersorganisaties;

  • extra aandacht besteden aan voorlichting over huurrecht aan jongeren: via een onderzoek naar de werkwijze van de Studentenhuurteams van de Groninger Studentenbond en via de opening van een nieuwe kamerhuur- en jongerenwebsite van de Woonbond;

  • samen met Aedes pilots uitvoeren om via nieuwe overlegvormen meer allochtonen en jongeren bij de huurdersparticipatie te betrekken;

  • samen met de Stichting Experimenten Volkshuisvesting (SEV) experimenten houden in een meerjarig programma «Bewoners en invloed»;

  • het uitgeven van een brochure over nieuwe werkvormen van huurdersparticipatie, die nu deel uitmaakt van het Handboek Huurdersorganisaties;

  • ook binnen de eigen vereniging de diversiteit vergroten door o.a. gericht te scouten naar jong en allochtoon talent voor kaderfuncties binnen de Woonbond;

  • advisering aan en ondersteuning van huurdersorganisaties bij het zoeken naar nieuwe bestuursleden.

In 2010 heeft de Woonbond de extra aandacht en inspanningen voor toekomstbestendige huurdersorganisaties voortgezet en ook in het werkplan van de Woonbond voor 2011 is aandacht voor toekomstbestendige huurdersorganisaties een speerpunt.

Voor meer informatie over de inspanningen van de Woonbond voor toekomstbestendige huurdersorganisaties voeg ik de volgende bijlagen1 bij:

  • brief van de Woonbond aan mijn voorganger minister Van Middelkoop van 8 april 2010;

  • de Woonbondrapportage «Toekomstbestendige huurdersorganisaties» over 2009;

  • de Woonbondnotitie voor de Provinciale Vergaderingen en de Verenigingsraad van de Woonbond;

  • het standpunt van de Woonbond over toekomstbestendige huurders-organisaties (november 2009);

  • Woonbondtips voor het verwerven van nieuwe vrijwilligers;

  • Deel 2 van het Handboek Huurdersorganisaties, «De toekomst. Nieuwe vormen van participatie».

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J. P. H. Donner


XNoot
1

Ter inzage gelegd op de afdeling Inhoudelijke ondersteuning onder griffie nr. 147870.

Naar boven