nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de financiering
van de lokale publieke omroep op rechtstreekse wijze te doen plaatsvinden,
teneinde een goede continuïteit en onafhankelijkheid van deze omroep
te waarborgen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Mediawet wordt als volgt gewijzigd:
Na artikel 107 wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:
§ 2a. De instellingen die zendtijd hebben
verkregen voor lokale omroep
Artikel 107a
1. De lokale omroepinstelling waaraan krachtens artikel 42 zendtijd
is toegewezen komt in aanmerking voor bekostiging. Het Commissariaat voor
de Media kent hiertoe aan de lokale omroepinstelling een bijdrage toe gelijk
aan het aantal wooneenheden in de gemeente of gemeenten waarop de lokale omroepinstelling
zich richt, vermenigvuldigd met het normbedrag per wooneenheid. Dit bedrag
bedraagt in 2006 € 1,07.
2. Onze Minister stelt het in het vorige lid bedoelde bedrag jaarlijks
bij met de door het Centraal Bureau voor de Statistiek voor het desbetreffende
jaar geraamde index voor de groei van het aantal wooneenheden in Nederland
en met de door het Centraal Planbureau voor het desbetreffende jaar geraamde
consumentenprijsindex.
3. Aan de beschikbaarheid van de bijdrage voor lokale omroep worden
geen andere voorwaarden gesteld dan de voorwaarden die bij of krachtens deze
wet zijn of kunnen worden gesteld.
ARTIKEL II
Deze wet treedt in werking met ingang van 1 juli 2007.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,