Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 juni 2017
Met deze brief informeer ik u over het Besluit subsidiëring sloop- en ombouwkosten
pelsdierhouderij, gebaseerd op de Wet verbod pelsdierhouderij, en mijn intentie om
dit besluit verder in procedure te brengen.
Met mijn brief van 15 april 20161 heb ik aan uw Kamer het Besluit subsidiëring sloop- en ombouwkosten pelsdierhouderij
ter voorhang aangeboden. Over dit besluit is een schriftelijk overleg gevoerd2. Een VSO was aangekondigd, maar heeft tot nu toe niet plaatsgevonden.
Met mijn brief van 21 december 20163 heb ik u geïnformeerd dat de Hoge Raad heeft geoordeeld dat de Wet verbod pelsdierhouderij
rechtmatig is. Het arrest van de Hoge Raad betekent dat de Wet verbod pelsdierhouderij
van kracht is. Onder meer kan nu het Besluit subsidiëring sloop- en ombouwkosten pelsdierhouderij
in werking gaan treden, als de hernieuwde voorhangprocedure is afgerond en het advies
van de Afdeling advisering van de Raad van State is ontvangen.
Door de Hoge Raad is in zijn uitspraak meegewogen dat er flankerende maatregelen worden
getroffen, waaronder de subsidiemogelijkheid voor sloop en ombouw. Mede daardoor heeft
de Hoge Raad kunnen oordelen dat het verbod gerechtvaardigd was en in stand kon blijven.
Voortgang van het besluit is daarom noodzakelijk.
Omdat inmiddels geruime tijd verstreken is nadat ik aan uw Kamer het Besluit ter voorhang
heb aangeboden, ben ik voornemens het besluit verder in procedure te gaan brengen.
Ik zal daarom op korte termijn het Besluit opnieuw voor advies aan de Afdeling advisering
van de Raad van State gaan aanbieden.
De Staatssecretaris van Economische Zaken,
M.H.P. van Dam