30 826 Voorstel van wet van de leden Van Gerven en Dijsselbloem houdende een verbod op de pelsdierhouderij (Wet verbod pelsdierhouderij)

Nr. 47 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 juni 2017

Met deze brief informeer ik u over het Besluit subsidiëring sloop- en ombouwkosten pelsdierhouderij, gebaseerd op de Wet verbod pelsdierhouderij, en mijn intentie om dit besluit verder in procedure te brengen.

Met mijn brief van 15 april 20161 heb ik aan uw Kamer het Besluit subsidiëring sloop- en ombouwkosten pelsdierhouderij ter voorhang aangeboden. Over dit besluit is een schriftelijk overleg gevoerd2. Een VSO was aangekondigd, maar heeft tot nu toe niet plaatsgevonden.

Met mijn brief van 21 december 20163 heb ik u geïnformeerd dat de Hoge Raad heeft geoordeeld dat de Wet verbod pelsdierhouderij rechtmatig is. Het arrest van de Hoge Raad betekent dat de Wet verbod pelsdierhouderij van kracht is. Onder meer kan nu het Besluit subsidiëring sloop- en ombouwkosten pelsdierhouderij in werking gaan treden, als de hernieuwde voorhangprocedure is afgerond en het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State is ontvangen.

Door de Hoge Raad is in zijn uitspraak meegewogen dat er flankerende maatregelen worden getroffen, waaronder de subsidiemogelijkheid voor sloop en ombouw. Mede daardoor heeft de Hoge Raad kunnen oordelen dat het verbod gerechtvaardigd was en in stand kon blijven. Voortgang van het besluit is daarom noodzakelijk.

Omdat inmiddels geruime tijd verstreken is nadat ik aan uw Kamer het Besluit ter voorhang heb aangeboden, ben ik voornemens het besluit verder in procedure te gaan brengen. Ik zal daarom op korte termijn het Besluit opnieuw voor advies aan de Afdeling advisering van de Raad van State gaan aanbieden.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, M.H.P. van Dam


X Noot
1

Kamerstuk 30 826, nr. 44

X Noot
2

Kamerstuk 30 826, nr. 45

X Noot
3

Kamerstuk 30 826, nr. 46

Naar boven