30 826 Voorstel van wet van de leden Van Gerven en Dijsselbloem houdende een verbod op de pelsdierhouderij (Wet verbod pelsdierhouderij)

Nr. 46 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 december 2016

Hierbij informeer ik u over het arrest van de Hoge Raad van 16 december 2016 over de Wet verbod pelsdierhouderij.

De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de Wet verbod pelsdierhouderij niet in strijd is met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Volgens de Hoge Raad is er sprake van een redelijk evenwicht tussen de bescherming van de fundamentele rechten van de nertsenhouders en het algemeen belang dat door de wet wordt gediend. De Hoge Raad laat daarom de eerdere uitspraak van het gerechtshof Den Haag in stand. De wet is met het oordeel van de Hoge Raad onherroepelijk geworden. Voor de volledige uitspraak verwijs ik u naar: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:HR:2016:2888

Het arrest van de Hoge Raad betekent dat de Wet verbod pelsdierhouderij van kracht is. Op grond van de wet geldt een overgangstermijn tot 2024 voor bestaande nertsenhouders. Nieuwe nertsenhouderijen en uitbreiding van bestaande fokkerijen zijn niet toegestaan, verplaatsingen zijn wel mogelijk. Nu de wet van kracht blijft, hebben de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit en het Openbaar Ministerie de mogelijkheid om handhavend op te treden bij overtreding van deze wet.

Voorts kan het Besluit subsidiëring sloop- en ombouwkosten pelsdierhouderij in werking gaan treden, als de hernieuwde voorhangprocedure is afgerond en het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State is ontvangen.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, M.H.P. van Dam

Naar boven