Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 september 2011
De vaste Kamercommissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie heeft mij verzocht een reactie te geven op de goedkeuring
van de Europese Commissie van de subsidieregeling grondaankopen EHS (hierna: EHS aankoopregeling) in het licht van de inbreng
van de Federatie Particulier Grondbezit (hierna: FPG).
De Commissiebeschikking betreffende steunmaatregel N308/2010 geeft goedkeuring aan de provinciale subsidieregeling grondaankopen
EHS. Dit is de beoogde opvolger van de subsidieregeling voor grondaankopen door particuliere terreinbeherende organisaties
(hierna: de PNB regeling). Deze nieuwe EHS aankoopregeling wijkt op twee aspecten af van de PNB regeling:
Ten eerste werd binnen de PNB regeling uitsluitend de grondverwerving ten bate van natuur door Natuurmonumenten en de 12 Landschappen
vergoed. In de nieuwe EHS aankoopregeling komt eenieder voor vergoeding in aanmerking die voldoende aannemelijk maakt het
beoogde beheer op dat terrein te kunnen invullen.
Ten tweede wordt in de regeling niet langer de betaalde prijs vergoed, maar de laagste van taxatiewaarde of transactieprijs.
De EHS-aankoopregeling is door de Europese Commissie als non-discriminatoir en niet-marktverstorend beoordeeld. Dit betekent
dat niets in de weg staat aan de uitvoering van deze regeling. De EHS aankoopregeling is een uitwerking van de Verklaring
van Linschoten. Een verklaring die mede op initiatief van de FPG tot stand kwam. De FPG heeft deze verklaring mede ondertekend.
De FPG pleit voor stopzetting van de PNB regeling. Ik ga hier niet over. Het zijn provinciale verordeningen waarvoor gedeputeerde
staten het bevoegd gezag zijn. Gedeputeerde staten bepalen wanneer de door de Commissie goedgekeurde EHS aankoopregeling via
provinciale verordeningen in werking treedt en de PNB-regeling vervangt.
Verder doet de FPG een aantal voorstellen voor organisatie en vergoeding van het beheer. Ook dit betreft provinciale bevoegdheden.
Waar het de voorstellen aangaande eigendom en inrichting betreft: de verkoop van Staatsbosbeheerbezittingen is al in het regeerakkoord
aangekondigd, de vestiging kwalitatieve verplichting is een bestaand wettelijk instrument en de bevoegdheid om ruimte voor
economische activiteiten in het buitengebied toe te staan ligt ingevolge de Wet ruimtelijke ordening bij decentrale overheden.
De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
H. Bleker