30 825
Ecologische hoofdstructuur

nr. 51
BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 november 2009

In haar procedurevergadering van 10 november 2009 heeft de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit besloten een notitie van het BOR en de staf over de tweede voortgangsrapportage Ecologische Hoofdstructuur (EHS) tot haar notitie te maken.

Hierbij bied ik u een exemplaar van de BOR/stafnotitie aan.

De voorzitter van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Atsma

Notitie over de tweede voortgangsrapportage Ecologische Hoofdstructuur (EHS)

In deze notitie wordt achtereenvolgens ingegaan op de kwaliteit van de 2e Voortgangsrapportage Ecologische Hoofdstructuur (EHS), de Mid Term Review en opmerkingen Algemene Rekenkamer EHS als Groot Project.

1. Beoordeling kwaliteit 2e VGR

a. In hoeverre voldoet de 2e VGR aan de uitgangspuntennotitie?

Algemeen oordeel

De voortgangsrapportage voldoet aan de meeste punten uit de uitgangspuntennotitie. Zo voldoet de voortgangsrapportage EHS aan de algemene kwaliteiteisen: actualiteit, tijdigheid en consistentie. Er kunnen echter vraagtekens worden gezet in hoeverre de voortgangsrapportage aansluit bij de eisen: volledigheid en juistheid.

Toelichting

Hoewel de 2e VGR EHS en de ILG voortgangsrapportages volledig zijn ten aanzien van de weergave van beschikbare informatie, ontbreekt tot op heden belangrijke aanvullende informatie, zoals de IBO-natuur en de «Nulmeting op kaart» (NOK), documenten die essentieel zijn voor een verdere versterking van de informatievoorziening over het groot project EHS.

In de beantwoording op feitelijke vragen over de Voortgangsrapportages EHS en ILG 2008 zegt de minister nu toe de NOK aan de Kamer te sturen vóór de plenaire begrotingsbehandeling. In de 1e VGR EHS heeft de minister toegezegd dat het project NOK medio 2009 tot resultaten zou moeten leiden. Vorig jaar is door deze datum door de rapporteurs als harde deadline genoemd ten gunste van een verdere versterking van de informatievoorziening.

Tijdens het WGO Begrotingsonderzoek is toegezegd dat de minister ernaar streeft het IBO Natuur, inclusief kabinetsreactie, voor het einde van 2009 aan de Kamer te doen toekomen. Tijdens het AO 1e VGR EHS op 27 november 2008 is nog gemeld dat het IBO Natuur in de eerste helft van 2009 zou worden opgeleverd.

Het is onduidelijk in hoeverre de Kamer kan vertrouwen op de gegevens zoals die op dit moment gepresenteerd worden in de voortgangsrapportages ILG en EHS. Zo zijn de afspraken die de minister met de provincies heeft gemaakt ten aanzien van de controle op de financiële cijfers, zoals het verstrekken van een accountantsverklaring bij de rapportages, nog niet volledig geïmplementeerd. In de beantwoording op feitelijke vragen over de Voortgangsrapportages EHS en ILG 2008 geeft de minister aan dat het jaar 2009 het eerste jaar is dat de provincie bij de voortgangsrapportage ILG een accountantsverklaring moet toevoegen. De rapportages over 2008 zijn dus nog niet voorzien van een accountantsverklaring. Op dit moment is de controle op de financiële cijfers dus nog niet voldoende gewaarborgd en is de juistheid van de financiële gegevens niet gegarandeerd.

Wat betreft de controle op de niet-financiële gegevens geeft de minister in de voortgangsrapportage EHS 2008 en de beantwoording op de feitelijke vragen over de Voortgangsrapportages EHS en ILG 2008 aan dat er een Comité van Toezicht wordt opgericht die de prestaties zowel kwantitatief als kwalitatief gaat beoordelen. Het Comité rapporteert aan de minister bij Mid Term Review en bij het eindverantwoordingsverslag. Een nadere uitwerking van de wijze van beoordelen vindt plaats in het tweede halfjaar 2009. Er vindt nu dus ook geen controle plaats op de niet-financiële gegevens en kunnen vraagtekens worden gezet bij de juistheid van de niet-financiële gegevens.

In het rapport bij het Jaarverslag LNV 2008 (31 924 XIV, nr. 4, p. 27) wordt over het Comité van Toezicht door de Algemene Rekenkamer het volgende opgemerkt:

«Het Rijk richt een Comité van Toezicht op voor de beoordeling van de prestatiegegevens. Dit comité is nog niet samengesteld. Ook de taken en de werkwijze van dit comité moeten nog uitgewerkt worden. Wij vinden het positief dat het ministerie recentelijk besloten heeft dat het comité al in 2010 een eerste rapportage oplevert (bij de Mid Term Review) en niet pas in 2014. Eventuele problemen bij het beoordelen van prestatiegegevens komen dan op tijd aan het licht. Om deze rapportage daadwerkelijk in 2010 op te leveren, moet er nog wel veel werk verzet worden».

Kan de minister meer toelichten over taken en werkwijze van het comité van Toezicht, en een reactie geven op de zorg van de ARK dat nog veel werk moet worden verzet?

Kan de minister aangeven of en in hoeverre de juistheid en betrouwbaarheid van de voortgangsrapportage EHS over 2008 beter is geborgd dan de eerste voortgangsrapportage?

Kan de minister toezeggen dat de ILG-rapportages over 2009 wel voorzien worden van een accountantsverklaring?

b. In hoeverre geeft de 2e VGR meer informatie in vergelijking met de 1e VGR?

Algemeen oordeel

De minister geeft in de 2e VGR EHS behalve een update van cijfers, nauwelijks haar oordeel over de voortgang die is geboekt sinds de 1e VGR. In de begeleidende brief schrijft de minister slechts als haar oordeel dat de voortgang in de uitvoering veelal hetzelfde is als over 2007, met wisselingen in tempo per doelstelling en per provincie. Zij geeft in de rapportage zelf niet aan wat haar oordeel daarover is.

In de brief constateert de minister verder dat bij een aantal doelstellingen de uitvoering achterblijft bij de verwachtingen.

Veel toegezegde en essentiële informatie wordt doorgeschoven naar de Mid Term Review, waarbij het lijkt dat daar nu erg veel aan wordt opgehangen (zie paragraaf 2).

Toelichting

In vergelijking met de 1e VGR valt ten aanzien van de 2e VGR het volgende op:

Inhoud

De (grote) stukken tekst in de 2e VGR komen vaak letterlijk overeen met de tekst in de 1e VGR. Dat is enerzijds te begrijpen, want de rapportage moet als zelfstandig document gelezen kunnen worden. Anderzijds is het wel zoeken naar de nieuwe informatie, die de voortgang ten opzichte van de vorige rapportage weergeeft. Immers, de Kamer wil met de rapportage zicht hebben over de voortgang die wordt geboekt. Een aanbeveling zou kunnen zijn om duidelijker aan te geven wat de wijzigingen en/of verbeteringen ten opzichte van de vorige voortgangsrapportage zijn. Dit geldt zowel voor de tekst als voor de figuren.

Mid Term Review

Veel informatie waarvan in de 1e VGR was toegezegd te zullen worden opgenomen in de 2e VGR, wordt nu doorgeschoven naar de Mid Term Review (zie paragraaf 2).

Figuren

Figuren in de 2e VGR wijken soms af van de 1e VGR. Zo ontbreken in de 2e VGR 2 categorieën in figuur 3 (p. 9), te weten «nog in beheer te nemen agrarisch natuurbeheer» en «gerealiseerd agrarisch natuurbeheer». Onduidelijk is waarom.

Waarom ontbreken in figuur 3 de twee categorieën «nog in beheer te nemen agrarisch natuurbeheer» en «gerealiseerd agrarisch natuurbeheer» die in de 1e VGR wel in deze figuur waren opgenomen?

Verder zijn de vier figuren uit de 2e voortgangsrapportage EHS door ons vergeleken met de figuren in het brondocument, de Natuurbalans 2009. Hierbij is gekeken naar de figuur zelf, als ook de toelichtingen bij de figuren. Ons oordeel is dat de figuren in de VGR exact overeenkomen met de figuren in het brondocument, echter de toelichtingen in de Natuurbalans zijn helderder en daarmee informatiever.

Als voorbeeld wordt de toelichting bij figuur 18 uit de 2e VGR EHS vergeleken met de toelichting bij figuur 2.7 uit de Natuurbalans.

KST136822-1.png

In de 2e VGR EHS luidt de toelichting bij deze figuur dat er soms grote verschillen waarneembaar zijn tussen provincies. Dit wordt verklaard door verschil in opgave of aanpak en het ontbreken van de juiste milieucondities. Dit is een heel beknopte toelichting.

De toelichting bij dezelfde figuur in de Natuurbalans is veel uitgebreider en daarmee informatiever. Over Noord-Brabant wordt bijvoorbeeld toegelicht dat de lage gemiddelde natuurkwaliteit waarschijnlijk komt door hoge milieudruk (intensieve landbouw, zandbodem). Over Gelderland en Utrecht wordt gemeld dat grote natuurgebieden als Veluwe en Utrechtse Heuvelrug de relatief hoge natuurkwaliteit in die provincies bepalen. Dit is relevante informatie om de verschillen nader te kunnen verklaren.

Kan de minister toelichten waarom de figuren die afkomstig zijn uit de Natuurbalans in de voortgangsrapportages summier worden toegelicht in vergelijking met de toelichting in het brondocument? Waarom is gekozen voor een selectie uit de tekst die in de Natuurbalans staat, terwijl de voortgangsrapportages als zelfstandig document gelezen moeten kunnen worden?

• Kwaliteitsborgingssysteem Natuurkwaliteit

Op dit moment is nog steeds geen informatie beschikbaar over de kwaliteit van EHS. De Kamer wordt wel geïnformeerd over het kwaliteitsborgingssysteem die het bestaande stelsel van kwaliteitssturing op de kwaliteit van de EHS beoogd te verbeteren. Uit de 2e VGR en de beantwoording op de feitelijke vragen over de Voortgangsrapportages EHS en ILG 2008 is op te maken dat de minister ernaar streeft om het kwaliteitsborgingsysteem voor het eind van de huidige ILG-periode volledig functioneel te hebben en dus niet voor de Mid Term Review in 2010. Dit betekent dat er geen informatie over de kwaliteit van EHS beschikbaar zal zijn voor het einde van de ILG-periode van 2013. De Kamer zal dus de komende jaren en in de Mid Term Review alleen procesinformatie over de kwaliteit van de EHS ontvangen.

Wat betekent het voor de betrouwbaarheid van de Mid Term Review in 2010, dat het kwaliteitsborgingsysteem dan nog niet volledig functioneel is?

c. Wat heeft de minister gedaan met de aanbevelingen die de rapporteurs bij de 1e VGR hebben gedaan?

Algemeen oordeel

De minister heeft de aanbevelingen van de rapporteurs meegenomen, maar een duidelijke verbetering van de grafische weergave van de beleidsinformatie is niet duidelijk terug te zien.

Toelichting

Tijdens het AO over de 1e VGR hebben de rapporteurs aangegeven dat de rapportage aan sterkte zou winnen als zowel de NOK als het kwaliteitsborgingsysteem niet te ver in de tijd vooruit zouden worden geschoven. Zij gaven daarbij aan eind 2009 informatie hierover te willen. Op zowel de NOK als het kwaliteitsborgingsysteem is eerder in deze notitie ingegaan.

De informatie dient verder op een heldere, eenduidige en compacte wijze te worden vormgegeven, onder meer door het gebruik van figuren en tabellen, die slechts een korte toelichting behoeven. In het AO over de 1e VGR op 27 november 2008 hebben de rapporteurs aangegeven dat het belangrijk is dat de trends zichtbaar worden gemaakt, een meerjarig (retro) perspectief, bijvoorbeeld door een lijndiagram, zoals weergegeven in de uitgangspuntennotitie.

De minister heeft bij de beantwoording van de feitelijke vragen over de 1e VGR geantwoord dat zij niet onverkort kan aansluiten op de grafische voorbeelden uit de uitgangspunten-notitie. Wel zegt zij toe bereid te zijn na te gaan in hoeverre de grafische weergave van de beleidsinformatie in de volgende voortgangsrapportages kan worden verbeterd. Dit heeft de minister in het AO van 27 november 2008 herhaald.

De grafische weergave van de beleidsinformatie in de 2e VGR komt overeen met die van de 1e VGR. Hoewel het goed inzicht geeft in hetgeen er in 2008 is bereikt en cumulatief is bereikt, zou het mogelijk moeten zijn meerdere grafieken samen te voegen tot één lijndiagram, zodat in 1 oogopslag kan worden gezien wat de stand van zaken is ten opzichte van de taakstelling. Onduidelijk is waarom niet kan worden aangesloten bij de grafische voorbeelden uit de uitgangspuntennotitie. De benodigde gegevens staan immers in de VGR.

Kan de minister aangeven welke grafische verbeteringen in de 2e VGR zijn aangebracht?

d. Is de minister alle toezeggingen nagekomen?

Algemeen oordeel

De minister komt niet alle toezeggingen na.

Toelichting

In het Algemeen Overleg over de 1e VGR op 27 november 2008 heeft de minister een aantal toezeggingen gedaan. Hieronder wordt per openstaande toezegging nader ingegaan op de huidige stand van zaken:

• De minister laat over 2009 en 2010 onderzoeken hoe de EHS doorwerkt in gemeentelijke plannen en welke problemen en oplossingen er zijn bij de planologische verankering en zal de Kamer hiervan op de hoogte houden:

de resultaten van het onderzoek worden eind 2010 verwacht.

• De minister zal de nieuwe beheersystematiek Programmatisch Beheer, welke eind dit jaar door de provincies naar de minister gestuurd wordt, met commentaar voorzien naar de Kamer sturen. Dit zal naar verwachting eind 2008, begin 2009 zijn:

de minister heeft de invoering van het Subsidiestelsel Natuur- en Landschapsbeheer (SNL) aangekondigd. Uitgangspunt is dat het stelsel eenvoudiger is in gebruik en effectiever voor de natuur. Daarbij is aangesloten op de gebiedgerichte aanpak in het ILG. De minister zal de Kamer op korte termijn informeren, zo is te lezen in de brief over de stand van zaken moties en toezeggingen van 2 oktober 2009 (32 123 XIV, nr. 21). Het streven is vóór het WGO Natuur op 16 november 2009.

• De Kamer zal geïnformeerd worden over de reactie van het IPO op voorstellen van de minister betreffende het ILG. Dit is nog niet gebeurd.

Wanneer zal de Kamer deze informatie alsnog ontvangen?

Tenslotte zijn er tijdens het AO van 27 november 2008 vijf moties ingediend, waarvan er één is aangenomen: motie-Van der Ham (30 825, nr. 21), waarin de regering wordt verzocht om zo snel mogelijk de ruilgronden in te zetten binnen de EHS, zodat de voorraad ruilgronden nu en in de toekomst zo klein mogelijk wordt, en hierover te rapporteren voor 1 maart 2009.

Bij brief van 15 juni 2009 (30 825, nr. 32) reageert de minister op bovengenoemde motie. In deze brief staat onder andere te lezen dat «de EHS meer programmatisch zou kunnen worden benaderd, en waar nodig ook in samenwerking tussen provincies onderling. Gekoppeld daaraan zou ook een sterkere organisatorische inbedding de realisatie van de EHS kunnen bespoedigen».

Kan de minister een toelichting geven op eventuele plannen voor een versterkte sturing op en organisatie van de EHS?

2. Mid Term Review

Omdat de eerste periode van het ILG in 2013 afloopt is met de minister afgesproken dat er in 2010 een Mid Term Review zal komen. Tijdens het AO Natuurbeheer op 25 juni jl. heeft de minister het als volgt benoemd: «Dan moeten wij op een rijtje hebben wat gerealiseerd is, waar wij staan, waar wij op tempo liggen en waar het tempo omhoog moet».

Dat is ook het moment waar de minister kan worden afgerekend op resultaat. In haar aanbiedingsbrief van de 2e VGR geeft de minister aan dat deze, conform motie-Peters (Tweede Kamer 2008–2009, 30 825, nr. 40), vóór de begrotingsbehandeling van 2011 zal worden gestuurd.

In de aanbiedingsbrief bij de 2e VGR wordt ten aanzien van de Mid Term Review het volgende gezegd:

– De Mid Term Review is een tussenbalans over het ILG, zowel ter attentie van de doelrealisatie, als de werking van het systeem op zich;

– Bij de Mid Term Review zal blijken in hoeverre de ambities voor de RodS-taakstelling gerealiseerd zijn en op welke wijze het vervolgtraject zal worden ingericht.

Wat opvalt in de 2e VGR is dat bijna alle ontbrekende informatie wordt doorgeschoven naar de Mid Term Review. Terwijl de Mid Term Review in de 1e VGR niet is genoemd, wordt in de 2e VGR in totaal 7 keer verwezen naar deze Mid Term Review.

De volgende onderwerpen zullen volgens de 2e VGR onder meer in de Mid Term Review aan bod komen:

– mogelijke probleem van gestegen grondprijzen voor realisatie van de resterende taakstelling (p. 2);

– wisselende voortgang voor wat betreft de uitbreiding van het EHS-netwerk in vergelijking met 2007 (p. 21);

– invulling geven aan nieuw kwaliteitsborgingsysteem van de EHS (p. 24);

– daadwerkelijke voortgang verbetering noodzakelijke milieucondities (p. 27);

– gelet op huidige situatie en gekozen aanpak bezien wat het perspectief is op einddoelstelling en of bijsturing noodzakelijk is (p. 36);

– kritisch kijken naar de behaalde resultaten (p. 45);

– nader kijken naar de normbedragen voor inrichting en beheer (gekoppeld aan de invoering van de nieuwe beheersystematiek) en tevens of, en zo ja, op welk moment, bestuursovereenkomsten in verband hiermee moeten worden herzien.

In de 2e VGR ILG 2008 wordt 3 keer verwezen naar de Mid Term Review:

– volgens afspraak1 wordt in 2010 met de Mid Term Review een (tussen)balans opgemaakt (zie ook paragraaf 6) (p. 4);

– LNV heeft recent een nulmeting uitgevoerd naar de knelpunten en kosten voor wandelen, fietsen en varen in de Landelijke Routenetwerken. Uit de resultaten blijkt dat de huidige ambitie om alle knelpunten in 2013 op te lossen niet kan worden gehaald. Bij de Mid Term Review in 2010 wordt met de provincies de voortgang besproken op basis van de gerealiseerde prestaties en de financiering ervan. (p. 11);

– De rapportage over 2009 krijgt een bijzonder karakter. Met Mid Term Review in 2010 zal een (tussen)balans worden opgemaakt over het ILG, zowel t.a.v. de doelrealisatie als de werking van het systeem op zich. (p. 14).

In de brief n.a.v. twee aangenomen moties van 15 juni 2009 (30 825, nr. 32) spreekt de minister ook over de synergie-effecten tussen hoogwaardige natuur en een vitaal platteland in relatie tot de Mid Term Review. Ook is tijdens het AO over de 1e VGR toegezegd dat in de Mid Term Review informatie zal worden opgenomen over de begrenzing en realisering van robuuste verbindingen.

Er zijn bij het ILG nadere afspraken gemaakt over de inhoud van de Mid Term Review. Bij de bestuursovereenkomsten is een bijlage 2a opgenomen, Protocol voor Voortgangsrapportages, Mid Term Review en Eindverslag. De minister verwijst in haar antwoorden op vragen over de Mid Term Review naar deze bijlage 2a. Het BOR heeft deze bijlage ter informatie aan voorliggende notitie toegevoegd.

Hoewel het protocol de bovenstaande toezeggingen voor het grootste deel wel bevat, is het de vraag wat de diepgang wordt van de rapportages. Immers de informatie voor de Mid Term Review komt op eenzelfde manier tot stand als de voortgangsinformatie; beiden zijn gebaseerd op hetzelfde protocol. Niet duidelijk is in hoeverre er uitgebreid wordt geoordeeld over de stand van zaken en de eventuele benodigde bijsturing. Zoals het er nu uitziet zou dat vallen onder onderdeel c van het protocol 2a, procesinformatie, waar ook een vooruitblik wordt gegeven naar het restant van de ILG-periode. In hoeverre gegevens over de Recreatie om de Stad (RodS)-taakstelling en begrenzing en realisering van robuuste verbindingen aan de orde komen in de rapportage over de operationele doelstellingen, onderdeel b van het protocol 2a, is onduidelijk. Ook is onduidelijk in hoeverre synergieeffecten tussen hoogwaardige natuur en een vitaal platteland aan de orde komt.

Kan de minister nader toelichten in hoeverre al deze toegezegde (specifieke) informatie daadwerkelijk kan en zal worden opgenomen in de Mid Term Review, uitgaande van het Protocol voor Voortgangsrapportages, Mid Term Review en Eindverslag? Biedt het Protocol hiervoor voldoende handvatten? Op welke manier?

In hoeverre zal de 3e VGR, die in september 2010 naar de Kamer wordt gestuurd nieuwe informatie bevatten over de daadwerkelijke voortgang op het terrein van de EHS , naast een update van de cijfers, daar de Mid Term Review pas voor de begrotingsbehandeling 2011 verwacht wordt?

3. Opmerkingen Algemene Rekenkamer EHS als Groot Project

De Algemene Rekenkamer heeft in 2006 onderzoek gedaan naar het beleid dat de overheid sinds 1990 voert om in Nederland een ecologisch netwerk van kwalitatief hoogwaardige, beschermde natuurgebieden tot stand te brengen: de zogenoemde ecologische hoofdstructuur (EHS). In 2009 heeft de Algemene Rekenkamer een terugblikonderzoek uitgevoerd naar de EHS om de effecten van de door de ARK gedane aanbevelingen in 2006 te toetsen.

In het terugblikonderzoek 2009 is door de ARK het volgende opgemerkt over de groot projectstatus van de EHS:

«De beslissing van de Tweede Kamer om de EHS als groot project aan te wijzen staat op gespannen voet met het besluit van de Tweede Kamer om de uitvoering van de EHS te decentraliseren en pas na 7 jaar verantwoording te vragen. De aanwijzing van de EHS als groot project vraagt namelijk dat de Tweede Kamer goed en regelmatig over de voortgang ervan wordt geïnformeerd. Dit had de Algemene Rekenkamer al eerder opgemerkt in de rapporten bij de jaarverslagen LNV 2007 en 2008».

Echter, de ARK merkt ook op dat ... mede door de aanwijzing van de EHS als groot project is de informatievoorziening verbeterd ten opzichte van de informatie die in de jaarverslagen van de ministeries werd verstrekt. Zo zijn in de Eerste voortgangsrapportage Groot project EHS verschillende informatiebronnen (LNV, VenW, provincies) overzichtelijk gebundeld en komen er meer aspecten aan de orde. Ook is voor een deel van de ontbrekende informatie een verbetertraject aangegeven».

Het door de ARK genoemde spanningsveld is in de overwegingen van de Kamer om de EHS als groot project aan te wijzen reeds gesignaleerd (zie hiervoor onderstaande tabel – overweging 2).

KST136822-2.png

4. Stand van zaken in de provincies

Op basis van de verstrekte gegevens van de afzonderlijke provincies over de voortgang ILG is op een aantal basisgegevens nagegaan hoe de provincies er relatief voor staan (cumulatief, dus 2007 en 2008 opgeteld) ten opzichte van hetgeen met ze is afgesproken (eindprestatie in 2013). Op die manier zijn de provincies onderling vergelijkbaar (zie tabel op bladzijde 9). Echter, binnen de verschillende provincies spelen diverse zaken die de verwerving, inrichting en beheer negatief dan wel positief beïnvloeden. Voor een juiste interpretatie van de gegevens is het belangrijk kennis te hebben van de specifieke context. Deze is voor een deel terug te vinden in de voortgangsrapportages ILG en EHS.

Ranglijst prestaties verwerving, inrichting, beheer en besteed uit rijksbijdrage per provincie (alleen ILG) afgezet tegen te realiseren prestaties

RanglijstVerwerven nieuwe EHSInrichting nieuwe EHSBeheer EHSRijksbijdrage
     p-SN/functie-wijziging P-SN p-SANcumulatief besteed
1Gelderland71%Zeeland28%Flevoland46%Drenthe158%Fries land148%Noord-Brabant29%
2Noord-Brabant63%Friesland15%Noord-Holland36%Flevoland157%Flevoland126%Overijssel29%
3Zeeland51%Drenthe10%Drenthe32%Zuid-Holland140%Noord -Holland125%Gelderland26%
4Limburg44%Flevoland 9%Gelderland27%Utrecht134%Gronin gen102%Limburg22%
5Zuid-Holland40%Noord-Holland 4%Zeeland24%Groningen131%Utrecht 80%Friesland21%
6Drenthe31%Noord-Brabant 3%Limburg24%Noord-Holland125%Zuid-Holland 75%Zuid-Holland19%
7Noord-Holland31%Overijssel 3%Overijssel22%Overijssel125%Drenthe 74%Flevoland19%
8Overijssel29%Utrecht 0%Utrecht21%Limburg124%Gelderla nd 71%Utrecht18%
9Groningen29%Groningen 0%Friesland18%Noord-Brabant122%Zeeland 67%Groningen17%
10Flevoland27%Gelderland 0%Groningen15%Friesland122%O verijssel 50%Noord-Holland16%
11Friesland13%Zuid-Holland 0%Noord-Brabant12%Gelderland115%Limburg 36%Drenthe15%
12Utrecht12%Limburg 0%Zuid-Holland 2%Zeeland115%Noord- Brabant 34%Zeeland14%
 Landelijk36%  4% 22% 125%  81% 21%

p-SN/functiewijziging = particulier natuurbeheer via functiewijziging.

p-SN = beheer door pnb’s en particulieren.

p-SAN = agrarisch natuurbeheer.

Bijlage eerder toegezonden bij 29 576, nr. 30

KST136822-3.pngKST136822-4.png

XNoot
1

Zie brief 29 576 nr. 30, p. 2: Halverwege de 7-jarige contracten van ILG kan tijdens de Midterm Review worden bezien of men op de juiste koers zit.

Naar boven