30 821 Nationale Veiligheid

29 023 Voorzienings- en leveringszekerheid energie

Nr. 168 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 november 2022

In het mondelinge vragenuur met uw Kamer op dinsdag 27 september jl. (Handelingen II 2022/23, nr. 4, item 4) heeft de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking een brief toegezegd over de sabotage van de gaspijpleidingen Nordstream 1 en 2, berichtgeving dat er ongeïdentificeerde drones zijn gesignaleerd bij Noorse olie- en gasinstallaties en mogelijke gevolgen voor de EU-gasleveringszekerheid. Met deze brief, bestaande uit drie delen (het feitenrelaas, de kabinetsappreciatie hiervan inclusief het handelingsperspectief en EU-gasleveringszekerheid) wordt invulling gegeven aan deze toezegging, mede namens de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, de Minister voor Klimaat en Energie, de Minister van Defensie en de Minister van Justitie en Veiligheid.

Feitenrelaas

Zweedse, Deense en Duitse seismische diensten hebben op maandag 26 september jl. vroeg in de ochtend en ’s avonds grote explosies geregistreerd op 70 tot 90 meter diepte in de exclusieve economische zones (EEZ) van Zweden en Denemarken (buiten de territoriale wateren van beide landen). Als gevolg van de explosies zijn in totaal vier gaten geslagen in de gaspijpleidingen Nord Stream 1 en 2. Volgens de plaatselijke autoriteiten heeft het grootste gat gezorgd voor verstoringen in het wateroppervlakte tot een kilometer lang. Er ontsnapte veel methaan doordat beide gaspijpleidingen waren gevuld met gas. Het is momenteel nog onbekend of de pijpleidingen gerepareerd kunnen en zullen worden.

De Zweedse, Deense en Duitse autoriteiten onderzoeken de toedracht van deze explosies. De Zweedse veiligheidsdienst geeft aan dat de eerste conclusies van hun bodemonderzoek de vermoedens van sabotage versterken en dat zij verder onderzoek zullen doen. Ook de Deense politie en de Duitse aanklager geven aan dat het eerste bewijs wijst op sabotage maar dat nader onderzoek zal moeten uitwijzen wie verantwoordelijk is.

Zweden, Denemarken en Duitsland hebben de beveiliging van hun vitale energie-infrastructuur opgeschroefd. Zo heeft Zweden de beveiliging bij kerncentrales aangescherpt en heeft Duitsland besloten de nieuwe LNG terminal in Wilhelmshaven permanent te beveiligen.

Recentelijk zijn ongeïdentificeerde luchtvaartuigen/ drones waargenomen in de directe nabijheid van boorplatformen in de Noordzee (in de Noorse territoriale wateren). In reactie hierop doet de Noorse politie onderzoek en is ook in Noorwegen de beveiliging van de vitale energie-infrastructuur opgeschroefd. De bevoegde Noorse autoriteit (Norwegian Petroleum Safety Authority) heeft op 26 september jl. opgeroepen tot extra waakzaamheid in de buurt van booreilanden. De Noorse regering kondigde 28 september jl. aan dat de Noorse krijgsmacht intensiever zal patrouilleren bij olie-en gasinstallaties.

Kabinetsappreciatie en handelingsperspectief

Het kabinet deelt de brede bezorgdheid over de sabotage van Nord Stream 1 en 2 en benadrukt dat deze opzettelijke vernietiging van energie-infrastructuur onaanvaardbaar is. Het is nu zaak om het opsporingsonderzoek van de civiele Deense, Zweedse en Duitse autoriteiten af te wachten. Zodra duidelijk is wie hiervoor verantwoordelijk is, moet een zeer stevige en eensgezinde reactie volgen. Nederland zal zich daarvoor inzetten. In het algemeen is de dreiging ten opzichte van vitale infrastructuur zorgwekkend. Het is zaak het noodzakelijke te doen om vitale infrastructuur adequaat te beschermen.

Bovenstaande positie is door het kabinet uitgedragen in EU- en NAVO verband en heeft zijn weerslag gevonden in recente verklaringen van Hoge Vertegenwoordiger Borrell namens de EU1 en van de Noord-Atlantische Raad (NAR).2

Het kabinet is alert op risico’s en dreigingen ten opzichte van vitale infrastructuur op zee en het borgen van de continuïteit van de processen waar zij onderdeel van uit maken, waaronder gaslevering. Vitale aanbieders zijn op basis van (sectorale) wetgeving verantwoordelijk voor het nemen van passende maatregelen om de continuïteit van hun processen te waarborgen. De overheid is zich bewust dat vitale aanbieders zich niet in alle gevallen kunnen weren tegen door statelijke actoren gesteunde sabotage, spionage en manipulatie. De overheid ondersteunt hen hierbij. In dat kader is er in gezamenlijkheid door EZK, IenW, Defensie, AIVD, Politie en veiligheidsregio’s onder leiding van de NCTV in overleg getreden met de vitale aanbieders die actief zijn op de Noordzee om de samenwerking, waar nodig, te intensiveren.

De Nederlandse Kustwacht monitort en observeert de Noordzee aan de hand van de drie hoofddoelstellingen: een verantwoord gebruik van de Noordzee, de veiligheid op zee, zowel op het gebied van dienstverlening als van handhaving, en het toezien op naleving van de (inter)nationale wetgeving en verplichtingen.

De Nederlandse Kustwacht heeft daartoe dienstverleningstaken en toezichthoudende taken3. De Kustwacht patrouilleert regelmatig zowel binnen de territoriale wateren als in de EEZ en monitort scheepvaart voortdurend. De Kustwacht kan voor incidenten en taken een beroep doen op de capaciteiten van politie en Defensie. Naar aanleiding van de sabotage van Nordstream 1 en 2 zijn er met de Kustwacht aanvullende meldprocedures afgesproken. Het kabinet kijkt binnen de bestaande taken naar de mogelijkheden voor herprioritering van de werkzaamheden van de Kustwacht bij verhoogde dreiging.

Marineschepen kunnen de Kustwacht ondersteunen in de beeldopbouw op de Noordzee. Defensie heeft altijd een schip van de wacht gereed liggen in Den Helder, bijvoorbeeld om de Kustwacht bij te staan wanneer zij daar om vraagt. De vier NAVO-vlootverbanden in de noordelijke en zuidelijke wateren van het verdragsgebied zijn vrijwel continu op zee en zijn inzetbaar zodra de NAVO daartoe besluit. NAVO heeft naar aanleiding van de verslechterde veiligheidssituatie haar maritieme presentie in de Noordzee en Oostzee vergroot. De Standing Maritime Groups (SNMG)4 hebben een centrale rol in de gemeenschappelijke beeldopbouw en dragen bij aan de afschrikking van kwaadwillenden. NAVO-landen delen informatie over wat zij waarnemen op zee, vanuit de lucht of van onder water.

Onder coördinatie van het Ministerie van Economische zaken en Klimaat is een onderzoek gestart voor het verbeterd in kaart brengen van kwetsbaarheden en weerbaarheidsmaatregelen van data en energie infrastructuur in de Noordzee. Het streven is om voor het eind van dit jaar de eerste resultaten gereed te hebben. Tot slot is er nauwe samenwerking tussen de betrokken overheidspartijen. Het kabinet werkt in het kader van de motie van het lid Boswijk c.s.5 onder coördinatie van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat aan een verkenning naar een gezamenlijke strategie ter bescherming van de cruciale infrastructuur op de Noordzee, waarbij in de aanpak onderscheid wordt gemaakt tussen de verschillende zeegebieden die het zeerecht onderscheidt. In deze verkenning worden dreigingen en mogelijke aanvullende maatregelen die noodzakelijk zijn om de weerbaarheid tegen onder meer statelijke actoren te vergroten meegenomen, waaronder het doorontwikkelen van de maritime security-taken van de Kustwacht en het vergroten van de capaciteiten en middelen die daarvoor nodig zijn. Uiterlijk begin december zult u geïnformeerd worden over de voortgang van deze verkenning.

EU-gasleveringszekerheid

De sabotage van de gaspijpleidingen Nord Stream 1 en 2 heeft geen direct effect op de leveringszekerheid, aangezien de pijpleidingen de laatste weken niet werden gebruikt. Nord Stream 1 lag stil, sinds 31 augustus, in verband met volgens Russische zijde noodzakelijk technisch onderhoud en Nord Stream 2 is, zoals bekend, nooit in gebruik genomen. Gazprom levert circa 80% minder (pijpleiding)gas aan de EU dan in voorgaande jaren.

Het kabinet wil benadrukken, zoals ook uiteengezet in eerdere Kamerbrieven6 dat wij, zowel nationaal als in EU-verband, ons grondig voorbereiden op het scenario van een langdurige Russische gasonderbreking. In het scenario van Gasunie Transport Services (GTS), waar we nationaal mee werken, wordt er al vanuit gegaan dat er een jaar lang geen Russisch gas meer naar Nederland komt. Wat betreft het aanbod van gas levert deze sabotage ten opzichte van dat scenario geen veranderingen op, maar de zorgen rondom leveringszekerheid zijn onveranderd. Het wegvallen van energie-infrastructuur die wel in gebruik is kan vergaande implicaties hebben voor de energievoorziening. Het kabinet volgt de ontwikkelingen nauwlettend.

De Minister van Buitenlandse Zaken, W.B. Hoekstra


X Noot
3

Dienstverleningstaken: Nood-, spoed- en veiligheidsverkeer; maritieme hulpverlening, -opsporing en -redding; rampen- en incidentenbestrijding; verkeersbegeleiding; vaarwegmarkering, zeeverkeersonderzoek en explosievenopruiming. Toezichthoudende taken: grensbewaking, algemene politietaak en toezicht op de openbare orde en veiligheid; douane toezicht; toezicht op milieu, visserij, scheepvaartverkeer, uitrusting van schepen en op mijnbouw activiteiten.

X Noot
4

Zr. Ms. Tromp voert momenteel het commando over een van de Standing Maritime Groups (SNMG).

X Noot
5

Kamerstuk 35 925 X, nr. 22.

X Noot
6

Zie onder meer Kamerstuk 29 023, nr. 342.

Naar boven