30 696 Wijziging van de Wet op de lijkbezorging

Nr. 56 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 maart 2023

In de brief van 9 maart jl. heeft de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken mij gevraagd wanneer ik het wetsvoorstel tot modernisering van de Wet op de lijkbezorging (Wlb) aan de Kamer verwacht te kunnen aanbieden.

Ik verwacht dat ik het wetsvoorstel tot modernisering van de Wlb in de eerste helft van 2024 bij uw Kamer kan indienen. In mijn brief van 8 juli jl.1 en bij de beantwoording van Kamervragen van het lid Strolenberg2 heb ik toegelicht dat de besluitvorming over de financiering van de beoogde wettelijke uitbreiding van de bevoegdheden van de gemeentelijk lijkschouwer nog moet plaatsvinden. Dat is nog steeds het geval. Het wetsvoorstel kan niet worden ingediend voordat financiële besluitvorming heeft plaatsgevonden. Verder werkt het Ministerie van IenW nog aan een beoordeling van de verschillende mogelijkheden voor de verwerking van het effluent na de alkalische hydrolyse en moet het ministerie nog beoordelen welke regelgeving voor de afvoer van het effluent passend is. Ik wil de uitkomsten hiervan afwachten om te borgen dat de regelgeving over alkalische hydrolyse en de afvoer van het effluent goed op elkaar aansluiten. Sindsdien zijn er geen nieuwe ontwikkelingen ten aanzien van de planning van het wetsvoorstel.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, H.G.J. Bruins Slot


X Noot
1

Kamerstuk 35 925 VII, nr. 171.

X Noot
2

Aanhangsel Handelingen II 2022/23, nr. 252.

Naar boven