30 654
Wijziging van de Wet ammoniak en veehouderij

nr. 24
TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 31 oktober 2006

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

Na artikel III wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel IIIA

Na artikel 19d van de Natuurbeschermingswet 1998 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 19da

1. Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat het verbod, bedoeld in artikel 19d, eerste lid, niet van toepassing is op bepaalde categorieën van projecten of andere handelingen.

2. Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat Onze Minister met betrekking tot projecten en andere handelingen behorende tot een categorie als bedoeld in het eerste lid beperkingen of verplichtingen kan opleggen.

3. Een krachtens het eerste of tweede lid vastgestelde algemene maatregel van bestuur treedt niet eerder in werking dan zes weken na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin hij is geplaatst. Van plaatsing wordt onverwijld mededeling gedaan aan de beide Kamers der Staten-Generaal.

Toelichting

Artikel 19d van de Natuurbeschermingswet 1998 verbiedt om zonder vergunning projecten of andere handelingen te realiseren onderscheidenlijk te verrichten die gelet op de instandhoudingsdoelstelling de kwaliteit van de habitats in een Natura 2000-gebied kunnen verslechteren of een verstorend effect kunnen hebben op de soorten waarvoor het gebied is aangewezen. De voorziening van het thans voorgestelde artikel 19da van de Natuurbeschermingswet 1998 is erop gericht om – wanneer uit uitspraken van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschap of uit mededelingen van de Europese Commissie zou blijken dat daar ruimte voor is – de zekerheid te kunnen bieden dat voor bepaalde categorieën projecten en andere handelingen geen Natuurbeschermingswetvergunning nodig is. Op deze wijze kan dit snel worden verduidelijkt zonder dat daarvoor een wetswijziging behoeft te worden afgewacht.

Over de invulling van deze bepaling zal altijd overleg met de Europese Commissie plaatsvinden. Het instrument zal alleen worden ingezet als zeker is dat Nederland aan artikel 6 van de Habitatrichtlijn blijft voldoen. In bepaalde gevallen zal die zekerheid alleen kunnen worden verkregen indien er beperkingen aan die projecten of andere handelingen kunnen worden gesteld of er voorwaarden aan de uitvoering van de projecten of andere handelingen worden gesteld. Daarom biedt het tweede lid de mogelijkheid om bij algemene maatregel van bestuur de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit bepaalde bevoegdheden toe te kennen.

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

C. I. J. M. Ross-van Dorp

Naar boven