30 601
Wijziging van de Waterschapswet en de Wet verontreiniging oppervlaktewateren in verband met de modernisering en vereenvoudiging van de bestuurlijke structuur en de financieringsstructuur van waterschappen (Wet modernisering waterschapsbestel)

nr. 9
AMENDEMENT VAN HET LID VAN DER STAAIJ

Ontvangen 3 oktober 2006

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Artikel I wordt als volgt gewijzigd:

I

Na onderdeel F wordt een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:

Fa

Aan artikel 32a wordt een volzin toegevoegd, luidende: Buiten hetgeen hun bij of krachtens de wet is toegekend, ontvangen de leden van het algemeen bestuur als zodanig geen andere vergoedingen en tegemoetkomingen ten laste van het waterschap.

II

Na onderdeel M wordt een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:

Ma

Aan artikel 44 worden drie leden toegevoegd, luidende:

3. Buiten hetgeen hen bij of krachtens de wet is toegekend, genieten de leden van het dagelijks bestuur als zodanig geen inkomsten, in welke vorm ook, ten laste van het waterschap.

4. De leden van het dagelijks bestuur genieten geen vergoedingen, in welke vorm ook, voor werkzaamheden, verricht in nevenfuncties die zij vervullen uit hoofde van het lidmaatschap van het dagelijks bestuur ongeacht of die vergoedingen ten laste van het waterschap komen of niet. Indien deze vergoedingen worden uitgekeerd, worden zij gestort in de waterschapskas.

5. Van het bepaalde in het vierde lid kan het algemeen bestuur in bijzondere gevallen ontheffing verlenen. Het daartoe strekkende besluit van het algemeen bestuur wordt door het dagelijks bestuur aan gedeputeerde staten gezonden.

III

Na onderdeel P wordt een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:

Pa

Aan artikel 49 worden twee leden toegevoegd, luidende:

3. Buiten hetgeen hem bij of krachtens de wet is toegekend, geniet de voorzitter als zodanig geen inkomsten, in welke vorm ook, ten laste van het waterschap.

4. De voorzitter geniet geen vergoedingen, in welke vorm ook, voor werkzaamheden, verricht in nevenfuncties welke hij vervult uit hoofde van het voorzittersambt, ongeacht of die vergoedingen ten laste van het waterschap komen of niet. Indien deze vergoedingen worden uitgekeerd, worden zij gestort in de waterschapskas.

Toelichting

In de nota naar aanleiding van het verslag is terecht benadrukt dat de Waterschapswet zoveel mogelijk dient te sporen met overeenkomstige bepalingen in Provincie- en Gemeentewet. Op het punt van vergoedingen, al dan niet uit zogenaamde qualitate qua-functies, is hier evenwel geen sprake van (zie de artikelen 43, 65 en 96 Provinciewet en 44, 66 en 99 Gemeentewet). Niet in te zien valt waarom voor waterschapsbestuurders op dit punt een ander regime zou moeten gelden dan voor provinciale en gemeentelijke bestuurders. Het amendement voorziet in gelijkluidende bepalingen in de Waterschapswet.

Van der Staaij

Naar boven