nr. 15
AMENDEMENT VAN DE LEDEN VAN LITH EN LENARDS
Ontvangen 12 oktober 2006
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
In artikel I, onderdeel AF, wordt artikel 122 als volgt gewijzigd:
I
In het eerste lid wordt na «onroerende zaken» ingevoegd: en
voor onroerende zaken die blijkens de legger, bedoeld in artikel 78, tweede
lid, als waterberging worden gebruikt.
II
In het derde lid wordt na «Gemeentewet» ingevoegd: en voor
verharde openbare wegen.
III
Het vierde lid komt te luiden:
4. De afwijkingen als bedoeld in het eerste, tweede en derde lid
kunnen naast elkaar worden toegepast.
Toelichting
In artikel 122 van de Waterschapswet is een beperkte mogelijkheid tot
tariefdifferentiatie opgenomen. Vanuit de praktijk bestaat de behoefte deze
mogelijkheid enigszins te verruimen tot zogenaamde bergingsgebieden en verharde
openbare wegen. Het amendement voorziet hierin.
Bergingsgebieden voor de opvang van overtollig water hebben minder belang
bij de waterhuishouding, waardoor het minder gewenst is dat zij het «volle
fiscale pond» zouden moeten opbrengen.
Bij wegen is, net als bij glasopstanden, sprake van verharde oppervlakten,
die een hogere piekafvoeren kunnen veroorzaken, waardoor een relatief grote
capaciteit van het watersysteem wordt gevraagd. Voor wegen geldt dat mogelijk
nog in versterkte mate, omdat bij glasopstanden sprake is van een waterbuffer
voor de eigen watervoorziening, die een matigend effect kan hebben op de te
verwachten piekafvoer. Bovendien is de watersysteemheffing mede
bedoeld voor de waterkwaliteitszorg. Wegen vormen één van de
belangrijkste diffuse verontreinigingsbronnen. De bestrijding van diffuse
bronnen en de aanpak van de verontreinigingen uit diffuse bronnen vormen thans
reeds een belangrijke waterschapstaak. Deze taak zal in de toekomst op grond
van de Europese Kaderrichtlijn Water nog aanzienlijk in belang toenemen.
Het betreft in beide gevallen overigens nadrukkelijk facultatieve bepalingen.
Van Lith
Lenards