30 601
Wijziging van de Waterschapswet en de Wet verontreiniging oppervlaktewateren in verband met de modernisering en vereenvoudiging van de bestuurlijke structuur en de financieringsstructuur van waterschappen (Wet modernisering waterschapsbestel)

nr. 14
TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 12 oktober 2006

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

1.

Artikel I, onderdeel J, wordt als volgt gewijzigd:

a. In de aanhef wordt «2 artikelen» vervangen door: 3 artikelen.

b. In artikel 38a, vierde lid, wordt «voorgedragen leden» vervangen door: benoemde leden.

c. Na artikel 38b wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 38c

1. Voor het tot stand komen van een beslissing bij stemming wordt de volstrekte meerderheid vereist van hen die een stem hebben uitgebracht.

2. Bij een schriftelijke stemming wordt onder het uitbrengen van een stem verstaan het inleveren van een behoorlijk ingevuld stembriefje.

2.

In artikel I, wordt na onderdeel N, een onderdeel ingevoegd, luidende:

Na

In artikel 45 wordt «artikelen 38 en 39» vervangen door: artikelen 38 tot en met 39.

3.

Artikel I, onderdeel AB, wordt als volgt gewijzigd:

a. Artikel 103 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid komt te luiden:

2. Het dagelijks bestuur voegt daarbij de verslagen, bedoeld in artikel 109a, tweede lid.

2. In derde lid wordt na «en tweede lid» ingevoegd: , alsmede de in artikel 109, derde en vierde lid,

b. In artikel 108, tweede lid, wordt onder vernummering van onderdeel b tot c een nieuw onderdeel b ingevoegd, luidende:

b. grondslagen voor de berekening van de door het waterschapsbestuur in rekening te brengen prijzen en van tarieven voor rechten als bedoeld in artikel 115, eerste lid onder a en b;.

4.

Artikel I, onderdeel AG, wordt als volgt gewijzigd:

a. In artikel 122a, tweede lid, wordt de aanhef vervangen door: De wegenheffing kan worden geheven van hen die:.

b. Artikel 122b wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden: Op de heffing, bedoeld in artikel 122a, zijn de artikelen 118 tot en met 122 van overeenkomstige toepassing. Bij reglement kan hiervan worden afgeweken.

2. Het tweede lid vervalt onder vernummering van het derde lid tot tweede lid.

c. In artikel 122g wordt «bij verordening van het algemeen bestuur» vervangen door: bij algemene maatregel van bestuur.

d. In artikel 122h, tweede lid, wordt «geheel of gedeeltelijk worden bepaald» vervangen door: geheel of gedeeltelijk wordt bepaald.

5.

Artikel VI komt te luiden:

ARTIKEL VI

De reglementen voor de waterschappen worden in overeenstemming gebracht met het bij of krachtens deze wet bepaalde vóór 1 april 2008.

6.

In artikel X, eerste lid, vervalt «, doch uiterlijk op 1 december 2008».

7.

In artikel XI wordt «binnen een jaar na inwerkingtreding van deze wet» telkens vervangen door: vóór de vaststelling van de begroting over het jaar 2009.

8.

In artikel XII wordt «voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet» vervangen door: vóór 1 januari 2009.

Toelichting

Deze nota van wijziging strekt tot enkele technische aanpassingen van het voorliggende voorstel van wet. Deze aanpassingen worden hieronder toegelicht.

1 (a en c) en 2

In het amendement Van der Staaij (Kamerstukken II 2006/2007, 30 601, nr. 10) wordt terecht gewezen op een omissie. Volgens het amendement dient de regeling in artikel 38a voor de leden van het algemeen bestuur inzake het niet deelnemen aan bepaalde stemmingen van overeenkomstige toepassing verklaard te worden op de leden van het dagelijks bestuur. Dit amendement ziet alleen op artikel 38a. In het wetsvoorstel is tevens abusievelijk achterwege gelaten ook artikel 38b (vereisten voor geldige stemming) van overeenkomstige toepassing te verklaren op de leden van het dagelijks bestuur. Naar aanleiding van dit amendement van Van der Staaij heb ik voorts geconstateerd dat een bepaling als in artikel 30 van de Gemeentewet, waarin is geregeld dat een besluit bij stemming tot stand komt door de meerderheid van de uitgebrachte stemmen, in de Waterschapswet ontbrak. Een gelijkluidende bepaling wordt nu opgenomen in artikel 38c van de Waterschapswet. Ook deze bepaling wordt in artikel 45 van overeenkomstige toepassing verklaard op de leden van het dagelijks bestuur. Onderdelen 1 en 2 strekken tot herstel van deze omissies.

1 onder b

In het voorgestelde artikel 38a, vierde lid, wordt abusievelijk gesproken over voorgedragen leden. Dit is onjuist. In dit onderdeel wordt dit hersteld.

3

In dit onderdeel wordt nader aangesloten bij de systematiek van de Gemeentewet.

4

In de eerste nota van wijziging is artikel 122a gewijzigd. Onderdeel a herstelt een redactionele misslag.

In de eerste nota van wijziging wordt de provincie de bevoegdheid gegeven om voor de wegenheffing bij reglement af te wijken van een aantal bepalingen voor de watersysteemheffing. Daarin is artikel 120 (kostentoedeling) abusievelijk achterwege gelaten. Onderdeel b voorziet hierin. Tevens wordt het artikel gestroomlijnd.

In het oorspronkelijke voorstel wordt voorgesteld de wijze waarop het aantal vervuilingseenheden wordt berekend bij verordening van het algemeen bestuur te regelen. Bij nader inzien, mede in verband met de gewenste uniformiteit, ligt regeling op het niveau van een algemene maatregel van bestuur meer in de rede. Onderdeel c strekt daartoe.

De aanpassing onder d is van redactionele aard.

5

In de eerste nota van wijziging is artikel VI aangepast, maar met een redactionele onvolkomenheid. In dit onderdeel wordt dit hersteld.

6

De oorspronkelijk voorgestelde formulering zou verwarrend kunnen zijn ingeval de begroting is vastgesteld voor 1 december 2008. De formulering zou dan ruimte bieden om de verordeningen nog daarna (tot 1 december 2008) vast te stellen. Dit is niet de bedoeling. De onderhavige bepaling strekt ertoe deze onduidelijkheid weg te nemen. De verordeningen dienen te worden vastgesteld vóór de vaststelling van de begroting 2009.

7

De overgangstermijn voor de belastingverordeningen wordt met deze aanpassing geconcretiseerd. Deze verordeningen dienen te worden vastgesteld vóór de vaststelling van de begroting over het jaar 2009.

8

Dit onderdeel betreft een correctie van artikel XII. Daarin is abusievelijk voorgesteld om het oude recht van toepassing te laten zijn op de belas-tingen die betrekking hebben op de belastingtijdvakken die zijn aangevangen voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet. Beoogde datum van invoering van het wetsvoorstel is 1 januari 2008. De bepalingen over de waterschapsbelastingen zullen echter eerst gelden met ingang van het begrotingsjaar 2009. In dit onderdeel wordt dit hersteld.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

K. M. H. Peijs

Naar boven