30 601
Wijziging van de Waterschapswet en de Wet verontreiniging oppervlaktewateren in verband met de modernisering en vereenvoudiging van de bestuurlijke structuur en de financieringsstructuur van waterschappen (Wet modernisering waterschapsbestel)

nr. 13
AMENDEMENT VAN DE LEDEN LENARDS EN VAN LITH

Ontvangen 12 oktober 2006

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel II wordt aan onderdeel C een punt toegevoegd,luidende:

7.  Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

5. Van de heffing is vrijgesteld een lozing van een kwaliteitsbeheerder met behulp van een werk voor het zuiveren van afvalwater op oppervlaktewater dat bij die kwaliteitsbeheerder in beheer is.

Toelichting

Het amendement voorkomt dat waterschappen aan zichzelf aanslagen verontreinigingsheffing moeten gaan opleggen voor het lozen van door hen zelf gezuiverd afvalwater (effluentlozingen). Het opleggen van aanslagen aan de eigen organisatie is een omslachtige wijze van doorberekenen van kosten, die de beoogde eenvoud en transparantie van de heffing niet ten goede zou komen. De betalingen van deze aanslagen worden namelijk opgeteld bij de kosten van het zuiveringsbeheer en daarmee afgewenteld op de belastingplichtigen in de zuiveringsheffing. Dit heeft een ongewenst tariefverhogend effect. De zuiveringsheffing is bovendien bedoeld als een heffing waarmee louter de kosten van de zuivering worden doorberekend.

Lenards

Van Lith

Naar boven