30 597 Toekomst AWBZ

Nr. 363 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 juni 2013

Hierbij doe ik u een afschrift van de brief aan de Nederlandse Zorgautoriteit inzake de voorlopige contracteerruimte AWBZ 2014 toekomen1. Deze brief is onder voorbehoud van de politieke besluitvorming, die op Prinsjesdag aan u gepresenteerd wordt.

Na Prinsjesdag zal ik de aanwijzing contracteerruimte 2014 uit doen gaan. Daarbij hanteer ik uiteraard de voorhangprocedure bij het geven van een aanwijzing aan de Nederlandse Zorgautoriteit.

Eind vorig jaar heb ik met u in een AO (Kamerstuk 30 597, nr. 276) en een daaropvolgend VAO Contracteerruimte (Handelingen II 2012/13, nr. 35, item 2, blz. 2–4) gesproken over het inkoopbeleid van de zorgkantoren. Naar aanleiding daarvan zijn een tweetal moties2 door uw Kamer aangenomen die verzoeken om nieuwe zorgaanbieders, waaronder identiteitsgebonden instellingen, een reële kans te bieden bij de zorginkoop. Over de contractering van nieuwe zorgaanbieders heb ik gesproken met Zorgverzekeraars Nederland, zoals ik u had toegezegd in mijn brief van 4 december 2012 (Kamerstuk 30 597, nr. 277) in reactie op de Kameruitspraken. ZN heeft toegezegd dat de zorgkantoren nieuwe zorgaanbieders een reële kans op een contract zullen bieden. Overigens dient deze op zijn beurt wel aan te tonen dat hij kwalitatief goede zorg kan leveren, in een leemte voorziet en een toegevoegde waarde heeft bovenop het bestaande aanbod.

De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

X Noot
2

Kamerstuk 30 597, nr. 279 en 33 400 XVI, nr. 61.

Naar boven