30 585 Wijziging van de Wet op de Raad van State in verband met de herstructurering van de Raad van State

H MOTIE VAN HET LID DUTHLER C.S.

Voorgesteld 13 april 2010

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat in de nieuwe structuur van de Raad van State de onafhankelijkheid van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State gewaarborgd dient te blijven;

overwegende, dat met dit wetsvoorstel de rechtsprekende en wetgevingsadviserende functies van de Raad van State niet strikt worden gescheiden;

overwegende, dat niet zeker is dat met dit wetsvoorstel aan artikel 6 van het EVRM wordt voldaan;

van mening, dat de derde fase van de herziening gerechtelijke organisatie niet los kan worden gezien van de inhoud en strekking van dit wetsvoorstel;

verzoekt de regering de definitieve herstructurering van de Raad van State met voorrang op te pakken en – mede in het kader van de derde fase herziening gerechtelijke organisatie – na te gaan of en op welke wijze de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State kan worden ondergebracht bij de Hoge Raad of een op te richten Administratief Hof of elders;

en gaat over tot de orde van de dag.

Duthler

Kox

De Graaf

Asscher

Engels

Vliegenthart

Böhler

Naar boven