30 585
Wijziging van de Wet op de Raad van State in verband met de herstructurering van de Raad van State

nr. 21
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE LEDEN GRIFFITH EN HEERTS TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 14

Ontvangen 17 december 2008

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

In artikel I, onderdeel A, komt het opschrift van afdeling 1 van Hoofdstuk I te luiden: Afdeling 1 Samenstelling en taak

II

In artikel I, onderdeel A, wordt na artikel 7 een artikel toegevoegd, luidende:

Artikel 7a

De Raad is belast met de taken, bij de artikelen 35 en 38 van de Grondwet aan hem opgedragen.

III

In artikel I, onderdeel A, komt het opschrift van Hoofdstuk II te luiden: HOOFDSTUK II. De Afdeling advisering

IV

In artikel I, onderdeel A, komt het opschrift van afdeling 1 van Hoofdstuk II te luiden: Afdeling 1 Samenstelling en taak

V

In artikel I, onderdeel A, wordt voor artikel 17 een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 16a

1. De Raad kent een Afdeling advisering.

2. De Afdeling advisering bestaat uit:

a. de vice-president en

b. de leden, de staatsraden en de staatsraden in buitengewone dienst die in de Afdeling advisering zijn benoemd.

3. De leden van het koninklijk huis, bedoeld in artikel 1, tweede en derde lid, hebben zitting in de Afdeling advisering. Artikel 1, vierde lid, is van overeenkomstige toepassing.

4. De vice-president is voorzitter van de Afdeling advisering. Artikel 7 is van overeenkomstige toepassing.

VI

In artikel I, onderdeel A, wordt artikel 17 als volgt gewijzigd:

A. In het eerste, tweede en derde lid, wordt «Raad» telkens vervangen door: Afdeling advisering.

B. In het vierde lid wordt «Raad van State» vervangen door: Afdeling advisering van de Raad van State.

VII

In artikel I, onderdeel A, wordt in de artikelen 18, 19, 20 en 21 «Raad» telkens vervangen door: Afdeling advisering.

Voorts wordt in artikel 20, tweede lid, «zijn ontwerp» vervangen door «haar ontwerp» en wordt in artikel 21 «hij» vervangen door: zij.

VIII

In artikel I, onderdeel A, wordt na artikel 21 een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 21a

1. De Afdeling advisering dient op verzoek Onze Ministers dan wel een van beide kamers der Staten-Generaal van voorlichting in aangelegenheden van wetgeving en bestuur.

2. Indien voorlichting wordt gegeven aan een van beide kamers der Staten-Generaal, draagt deze kamer zorg voor de openbaarmaking, bedoeld in artikel 26, eerste lid, onderdeel c.

IX

In artikel I, onderdeel A, wordt in de artikelen 23, 24 en 25 «Raad» telkens vervangen door: Afdeling advisering.

Voorts wordt in artikel 23, eerste lid, «zijn taak» vervangen door: haar taak.

X

In artikel I, onderdeel A, wordt artikel 26 als volgt gewijzigd:

A. In het eerste tot en met derde en het zesde lid wordt «Raad» telkens vervangen door: Afdeling advisering.

B. In het eerste lid, onderdeel c, wordt «artikel 36» vervangen door: artikel 21a.

C. In het derde lid, eerste volzin, wordt «in aangelegenheden van wetgeving en bestuur van de Afdeling advisering» vervangen door: in aangelegenheden van wetgeving en bestuur van die Afdeling.

D. In het zesde lid wordt «zijn adviezen» vervangen door: haar adviezen.

XI

In artikel I, onderdeel A, wordt in artikel 27 «Raad» telkens vervangen door: Afdeling advisering.

XII

In artikel I, onderdeel A, komt het opschrift van afdeling 2 van Hoofdstuk II te luiden: Afdeling 2 Overige bepalingen

XIII

In artikel I, onderdeel A, worden voor artikel 28 vijf artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 27a

1. Bij de voorbereiding van adviezen en ontwerp-besluiten beraadslaagt de Afdeling advisering met gesloten deuren.

2. De Afdeling advisering beslist bij meerderheid van stemmen.

3. Indien de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter der vergadering. Van die omstandigheid wordt in het advies melding gemaakt.

4. De Afdeling advisering beslist niet, indien minder dan de helft van de leden van de Afdeling advisering aanwezig is.

Artikel 27b

1. De adviezen zijn met redenen omkleed.

2. Degene die in de vergadering van de Afdeling advisering een van de meerderheid afwijkende mening heeft kenbaar gemaakt, kan een afzonderlijk advies uitbrengen.

3. Dit advies wordt bij het advies van de Afdeling advisering gevoegd.

Artikel 27c

1. De vice-president regelt de werkzaamheden van de Afdeling advisering.

2. De regeling wordt in de Staatscourant bekendgemaakt.

Artikel 27d

1. Bij de voorbereiding van:

a. een advies omtrent de vernietiging van een besluit, of

b. een ontwerp-besluit omtrent een geschil als bedoeld in artikel 136 van de Grondwet, kan de Afdeling advisering belanghebbenden, getuigen, deskundigen en tolken oproepen om te worden gehoord.

2. Artikel 45 en de artikelen 8:24, 8:25, 8:27 tot en met 8:29, 8:31 tot en met 8:36, eerste lid, 8:39, 8:50 en 8:61 van de Algemene wet bestuursrecht zijn van overeenkomstige toepassing.

3. Een door Onze Minister wie het aangaat aangewezen ambtenaar kan bij de beraadslaging aanwezig zijn om inlichtingen te geven.

4. Ambtsberichten en andere door Onze Minister aangewezen stukken zijn niet openbaar.

5. Het ontwerp van een koninklijk besluit tot vernietiging is niet openbaar.

Artikel 27e

De vice-president, de leden, de staatsraden en de staatsraden in buitengewone dienst nemen geen deel aan de beraadslagingen en stemmen niet mee, indien daardoor hun onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.

XIV

In artikel I, onderdeel A, vervallen artikel 28 en afdeling 3 van Hoofdstuk II.

XV

In artikel I, onderdeel A, komt het opschrift van Hoofdstuk III te luiden: HOOFDSTUK III. De Afdeling bestuursrechtspraak

XVI

In artikel I, onderdeel A, komt het opschrift van afdeling 1 van Hoofdstuk III te luiden: Afdeling 1 Samenstelling en taak

XVII

In artikel I, onderdeel A, komt artikel 30 te luiden:

Artikel 30

1. De Raad kent een Afdeling bestuursrechtspraak.

2. De Afdeling bestuursrechtspraak bestaat uit de leden, de staatsraden en de staatsraden in buitengewone dienst die in de Afdeling bestuursrechtspraak zijn benoemd.

XVIII

In artikel I, onderdeel A, worden na artikel 30 twee artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 30a

1. Bij koninklijk besluit op voordracht van Onze Minister van Justitie in overeenstemming met Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt uit de leden van de Afdeling bestuursrechtspraak een voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak benoemd. Voor de benoeming doet de Raad een aanbeveling, de Afdeling bestuursrechtspraak gehoord.

2. De benoeming geldt voor het leven. Zij kan slechts op verzoek van de voorzitter worden ingetrokken en vervalt in geval van ontslag als lid van de Raad.

3. De voorzitter kan worden vervangen door een ander lid van de Afdeling bestuursrechtspraak.

4. De voorzitter is lid van de Raad van State, zo nodig in afwijking van artikel 1, eerste lid.

5. De voorzitter regelt de werkzaamheden van de Afdeling bestuursrechtspraak.

6. De daartoe door de voorzitter schriftelijk aangewezen ambtenaren verrichten de werkzaamheden die bij of krachtens de wet aan de griffier zijn opgedragen.

Artikel 30b

De Afdeling bestuursrechtspraak is belast met de berechting van de bij de wet aan haar opgedragen geschillen.

XIX

In artikel I, onderdeel A, komt het opschrift van afdeling 2 van Hoofdstuk III te luiden: Afdeling 2 Overige bepalingen

XX

In artikel I, onderdeel A, vervallen de artikelen 31 tot en met 38.

XXI

In artikel I, onderdeel A, vervalt het opschrift van afdeling 3 van Hoofdstuk III.

XXII

In artikel I, onderdeel A, vervallen de artikelen 39 tot en met 41.

XXIII

In artikel I, onderdeel B, wordt «Afdeling 4» vervangen door: Afdeling 3.

XXIV

In artikel II wordt «Artikel 37» vervangen door: Artikel 27d.

XXV

In artikel III, onderdeel A, wordt «Artikel 37» vervangen door: Artikel 27d.

XXVI

In artikel IV, onderdeel A, wordt «Artikel 37» vervangen door: Artikel 27d.

XXVII

In artikel V, onderdeel D, onder 1, wordt «afdeling 4» vervangen door: afdeling 3.

XXVIII

In artikel VI wordt «Artikel 37» vervangen door: Artikel 27d.

XXIX

Artikel VII wordt als volgt gewijzigd:

A. In onderdeel A wordt «Artikel 37, eerste tot en met vierde lid» vervangen door: Artikel 27d, eerste tot en met vierde lid.

B. In onderdeel B wordt «Artikel 37» vervangen door: Artikel 27d.

XXX

In artikel VIII, onderdeel B, onder 2, wordt «afdeling 4» vervangen door: afdeling 3.

XXXI

In artikel X wordt «Artikel 37, eerste lid» vervangen door: Artikel 27d, eerste lid.

XXXII

Na artikel XIV wordt een artikel toegevoegd, luidende:

ARTIKEL XIVA

De tekst van de Wet op de Raad van State wordt in het Staatsblad geplaatst. Voor de plaatsing in het Staatsblad stelt Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de nummering van de artikelen van de Wet op de Raad van State opnieuw vast en brengt hij de in deze wet voorkomende aanhalingen van de artikelen met de nieuwe nummering in overeenstemming.

Toelichting

In artikel 73 van de Grondwet wordt bepaald dat de Raad van State of een afdeling van de Raad wordt gehoord over voorstellen van wet en ontwerpen van AMvB’s, alsmede over voorstellen tot goedkeuring van verdragen door de Staten-Generaal. In de huidige Wet op de Raad van State is de advisering ondergebracht bij de Raad van State als geheel en de rechtspraak bij een zelfstandige afdeling. Het huidige artikel 26 bepaalt dat een afdeling van de Raad, genaamd Afdeling bestuursrechtspraak, is belast met de behandeling van de bij de wet aan haar opgedragen geschillen. Thans wordt voorgesteld om – naast de Afdeling bestuursrechtspraak – een eveneens zelfstandige Afdeling advisering in het leven te roepen, die de adviserende taak van de Raad van State zal gaan vervullen. Dit amendement stelt voor om de inbedding van de Afdeling bestuursrechtspraak te houden zoals die nu is en de inbedding van de nieuwe Afdeling advisering op dezelfde duidelijke wijze te laten plaatsvinden. Dat betekent dat de advisering en de rechtspraak niet worden ondergebracht bij de Raad van State als geheel, maar dat beide taken worden ondergebracht bij twee (zelfstandige) afdelingen.

In deze gewijzigde versie van het amendement zijn een aantal wijzigingspunten toegevoegd aan de onderdelen VII, IX en X.

Griffith

Heerts

Naar boven