30 585
Wijziging van de Wet op de Raad van State in verband met de herstructurering van de Raad van State

nr. 16
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 maart 2008

Hierbij bied ik u, mede namens de minister van Justitie, het advies van de Raad van State en het daarop betrekking hebbende nader rapport aan inzake de amendementen en de nota’s van wijziging bij het voorstel van wet tot wijziging van de Wet op de Raad van State in verband met de herstructurering van de Raad van State (Kamerstukken 30 585). Bijgevoegd is tevens de adviesaanvraag van de regering aan de Raad van State.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

G. ter Horst

Aan Hare Majesteit de Koningin

Den Haag, 13 juli 2007

Op 13 en 14 februari jl. is het voorstel van wet tot wijziging van de Wet op de Raad van State in verband met de herstructurering van de Raad van State mondeling behandeld in de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Het wetsvoorstel zoals het was ingediend (Kamerstukken II 2005/06, 30 585, nr. 2), was inmiddels gewijzigd door een eerste en tweede nota van wijziging, die voor het merendeel betrekking hadden op de aanduiding van de leden van de Raad van State en van de afdelingen van de Raad (Kamerstukken II 2006/07, 30 585, nrs. 7 en 9) en een derde nota van wijziging waarin tegemoet werd gekomen aan de wens van de Kamer om zelfstandig aangelegenheden aan de Afdeling advisering van de Raad van State voor te leggen (Kamerstukken II 2006/07, 30 585, nr. 10).

Tijdens de mondelinge behandeling in de Tweede Kamer zijn twee amendementen ingediend:

1. een amendement van het lid De Wit over de scheiding van de Afdeling advisering en de Afdeling bestuursrechtspraak (Kamerstukken II 2006/07, 30 585, nr. 8);

2. een amendement van het lid Van der Staaij c.s. over de vervanging van de aanduiding «zaak» door de aanduiding «rechtsvraag» in artikel 42 (Kamerstukken II 2006/07, 30 585, nr. 11).

Op 27 juni jl. zijn nog eens vier amendementen ingediend, alle door de leden Wolfsen en Griffith:

3. een amendement over de benoemingsprocedure van de leden van de Raad van State (Kamerstukken II 2006/07, 30 585, nr. 12);

4. een amendement over de scheiding van de Afdeling advisering en de Afdeling bestuursrechtspraak (Kamerstukken II 2006/07, 30 585, nr. 13);

5. een amendement over de toedeling van taken aan de afdelingen van de Raad van State (Kamerstukken II 2006/07, 30 585, nr. 14);

6. een amendement over de betrokkenheid van niet-juristen bij de werkzaamheden van de Afdeling bestuursrechtspraak(Kamerstukken II 2006/07, 30 585, nr. 15).

Op 4 juli jl. is het debat in de Tweede Kamer heropend, teneinde deze nieuwe amendementen te bespreken. Toen is besloten om de stemming over de amendementen en over het wetsvoorstel uit te stellen teneinde het kabinet in de gelegenheid te stellen over de amendementen het advies in te winnen van de Raad van State. Van die gelegenheid wordt gebruik gemaakt om de Raad tevens in de gelegenheid te stellen advies uit te brengen over de drie genoemde nota’s van wijziging.

Daartoe gemachtigd door de ministerraad moge ik U, mede namens de Minister van Justitie, verzoeken de bijgevoegde amendementen en nota’s van wijziging op grond van artikel 15, tweede lid, van de Wet op de Raad van State voor advies aan de Raad van State voor te leggen en de Raad te machtigen zijn advies rechtstreeks aan mij te doen toekomen.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

G. ter Horst

Naar boven