30 573 Migratiebeleid

E VERSLAG VAN EEN NADER SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 21 april 2023

Naar aanleiding van de brief van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 28 november 2022,1 waarin de Staatssecretaris de eerder gestelde vragen over de Staat van Migratie 2022 beantwoordt, hadden de leden van de PVV-fractie nog een aantal vervolgvragen.

Op 14 december 2022 heeft de vaste commissie voor Immigratie en Asiel/JBZ-Raad2 van de Eerste Kamer der Staten-Generaal een brief gestuurd met deze vervolgvragen.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft op 19 april 2023 gereageerd.

De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde nader schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Immigratie en Asiel/JBZ-Raad, De Man

BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR IMMIGRATIE EN ASIEL / JBZ-RAAD

Aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid

Den Haag, 14 december 2022

De leden van de vaste commissie voor Immigratie en Asiel/JBZ-Raad van de Eerste Kamer der Staten-Generaal hebben met belangstelling kennisgenomen van uw brief van 28 november 20223 waarin u de eerder gestelde vragen over de Staat van Migratie 2022 beantwoordt. Naar aanleiding hiervan leggen de leden van de fractie van de PVV u graag de navolgende vervolgvragen voor.

De leden van de PVV-fractie verwijzen naar de volgende passage uit bedoelde brief van 28 november jl.: «Het klopt dat het COA op dit moment ook gebruik maakt van hotels om vluchtelingen op te vangen. Van der Valk is een partij waarmee wordt samengewerkt. Het kabinet is alle (private) partijen die willen helpen erg dankbaar voor hun bijdrage. Het kabinet gaat discreet om met correspondentie, afspraken en contracten met betrokken (private) partijen. Deze documenten zijn dan ook niet openbaar.»4

Naar aanleiding hiervan vragen deze leden of u kunt aangeven waarom afspraken met (private) partijen aan het oog van de parlementaire controle onttrokken moeten worden. Acht de regering «discretie» belangrijker dan het zorgvuldig omgaan met de parlementaire controle en is zij bereid, gelet op artikel 68 van de Grondwet, alsnog de gevraagde documenten aan het parlement beschikbaar te stellen, zodat zorgvuldige toetsing van dit beleid mogelijk is? Zo nee, waarom niet?

Naar aanleiding van onderstaande passage uit bedoelde brief, wensen de leden van de PVV-fractie voorts enkele vragen te stellen: «Er zijn binnen de migratieketen signalen bekend van asielzoekers die oneigenlijk gebruik maken van een asielmotief op voorspraak van of met hulp van derden. De mate waarin dit asieladvocaten betreft is echter onduidelijk.»5

Kan de regering nader ingaan op deze signalen en tevens aangeven hoeveel signalen dit betreft? Kan de regering bovendien aangeven wat zij doet met deze signalen en welke concrete acties hierop worden ondernomen? Is de regering bereid om nader te onderzoeken in hoeverre asieladvocaten hierbij betrokken zijn? Zo nee, waarom niet?

De leden van de vaste commissie voor Immigratie en Asiel/JBZ-Raad zien uw beantwoording met belangstelling tegemoet en zij verzoeken u deze uiterlijk binnen zes weken na dagtekening van deze brief de Kamer toe te zenden.

De voorzitter van de vaste commissie voor Immigratie en Asiel / JBZ-Raad, M.H.M. Faber-van de Klashorst

BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 april 2023

In antwoord op uw brief van 19 december 2022 (kenmerk 171705.02U) deel ik u mee dat de in uw brief opgenomen nadere vragen van de leden van de vaste commissie voor immigratie en Asiel van uw Kamer over de staat van Migratie 2022 worden beantwoord zoals aangegeven in de bijlage van deze brief.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, E. van der Burg

Beantwoording nadere vragen van de leden van de vaste commissie voor Immigratie en Asiel/JBZ-Raad van de Eerste Kamer der Staten-Generaal over de staat van Migratie 2022

Vervolgvragen van de leden van de PVV-fractie

Naar aanleiding van de in de brief van 28 november gestelde passage «het klopt dat het COA op dit moment ook gebruik maakt van hotels om vluchtelingen op te vangen. Van der Valk is een partij waarmee wordt samengewerkt. Het kabinet is alle (private) partijen die willen helpen erg dankbaar voor hun bijdrage. Het kabinet gaat discreet om met correspondentie, afspraken en contracten met betrokken (private) partijen. Deze documenten zijn dan ook niet openbaar»

Vraag 1;

Kunt u aangeven waarom afspraken met (private)partijen aan het oog van de parlementaire controle onttrokken moeten worden.

Antwoord op vraag 1;

Op basis van de Wet COA is het COA als Zelfstandig bestuursorgaan verantwoordelijk voor het organiseren van voldoende asielopvang. COA wordt door mij bekostigd op basis van een jaarlijkse opdracht. Opvang wordt bekostigd op basis van benodigde bezetting. Hiervoor ontvangt het COA op grond van de afgesproken bekostigingssystematiek een bijdrage van het ministerie. In deze integrale kostprijs zijn alle kosten verdisconteerd. COA is als ZBO zelfstandig verantwoordelijk voor het zorgen voor opvang en het maken van afspraken met partijen die hiertoe locaties aanbieden.

Vraag 2;

Acht de regering «discretie» belangrijker dan het zorgvuldig omgaan met de parlementaire controle en is zij bereid, gelet op artikel 68 van de Grondwet, alsnog de gevaagde documenten aan het parlement beschikbaar te stellen, zodat zorgvuldige toetsing van dit beleid mogelijk is? zo nee waarom niet?

Antwoord op vraag 2;

Het kabinet kan geen correspondentie en afspraken en contracten tussen partijen aan het parlement verstrekken. Indien dergelijke documenten openbaar zouden worden, zou dit immers (toekomstige) onderhandelingen tussen COA en derde partijen kunnen benadelen omdat in dat geval op voorhand duidelijk is onder welke (financiële) voorwaarden afspraken kunnen worden gemaakt over de opvang. Daarnaast zou het potentiele geïnteresseerden kunnen afschrikken als dit soort informatie openbaar gemaakt wordt. Afspraken die met partijen worden gemaakt bieden daarnaast geen inzicht in beleid omdat deze per geval verschillen.

Naar aanleiding van de passage uit de bedoelde brief; Er zijn binnen de migratieketen signalen bekend van asielzoekers die oneigenlijk gebruik maken van een asielmotief op voorspraak van of met hulp van derden. De mate waarin dit asieladvocaten betreft is echter onduidelijk.

Vraag 3;

Kan de regering nader ingaan op deze signalen en tevens aangeven hoeveel signalen dit betreft?

Antwoord op vraag 3;

Bij signalen van ontoelaatbaar gedrag kan de medewerker hiervan een melding maken bij het Meldpunt ontoelaatbaar gedrag gemachtigden van de IND. Er zijn op dit moment geen betrouwbare cijfers uit de systemen van de IND te genereren met betrekking tot hoeveel signalen dit betreft. Of en in hoeverre medewerkers ook altijd gebruik maken van de mogelijkheid om bij dergelijke signalen een melding te doen, valt evenmin te zeggen.

Vraag 4;

Kan de regerering bovendien aangeven wat zij doet met deze signalen en welke concrete acties hierop worden ondernomen?

Antwoord op vraag 4;

Indien daartoe aanleiding bestaat kan het Handhavingsinformatieknooppunt (HIK) van de IND gevraagd worden nader onderzoek naar een melding te doen. Uit ervaring blijkt dat slechts een zeer klein aandeel van de meldingen ziet op advocaten die hun cliënten (mogelijk) zouden aansporen een bepaald asielmotief aan te voeren. Het enkele feit dat er een melding is gedaan betekent overigens niet dat is komen vast te staan dat een advocaat of rechtshulpverlener zich hier ook daadwerkelijk schuldig aan heeft gemaakt. Indien daartoe aanleiding bestaat kan de IND een signaal afgeven of een klacht indienen bij de bevoegde lokale deken van de Orde van Advocaten. Gebleken is dat er in de afgelopen twee jaar slechts in één geval een melding gemaakt is bij een lokale deken van een advocaat die een cliënt zou hebben aangespoord een oneigenlijk motief aan te voeren. Het is vervolgens aan de lokaal deken om te bepalen of en welke gevolgen hij/zij geeft aan deze melding en of en in hoeverre daarover een terugkoppeling wordt gedaan.

Vraag 5;

Is de regering bereid om nader te onderzoeken in hoeverre asieladvocaten hierbij betrokken zijn? zo nee, waarom niet?

Antwoord op vraag 5;

Gelet op voorgaande zie ik geen aanleiding om onderzoek te doen naar de mogelijke betrokkenheid van advocaten bij het oneigenlijke gebruik van asielmotieven.


X Noot
1

Kamerstukken I 2022/23, 30 573, C.

X Noot
2

Samenstelling:

Kox (SP), Koffeman (PvdD), Faber-Van de Klashorst (PVV) (voorzitter), De Boer (GL), Van Dijk (SGP), Van Hattem (PVV), Jorritsma-Lebbink (VVD), Oomen-Ruijten (CDA), Rombouts (CDA), Stienen (D66) (ondervoorzitter), Van Rooijen (50PLUS), Van den Berg (VVD), De Blécourt-Wouterse (VVD), Doornhof (CDA), Karimi (GL), Veldhoen (GL), Vos (PvdA), De Vries (Fractie-Otten), Keunen (VVD), Dittrich (D66), Van Wely (Fractie-Nanninga), Nanninga (Fractie-Nanninga), Raven (OSF), Karakus (PvdA), Talsma (CU) en Hiddema (Fractie-Frentrop).

X Noot
3

Kamerstukken I 2022/23, 30 573, C.

X Noot
4

Kamerstukken I 2022/23, 30 573, C, p. 13–14.

X Noot
5

Kamerstukken I 2022/23, 30 573, C, p. 12.

Naar boven