30 573 Migratiebeleid

C VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 29 november 2022

De leden van de vaste commissie voor Immigratie en Asiel/JBZ-Raad1 van de Eerste Kamer der Staten-Generaal hebben kennisgenomen van de brief van 7 juli 20222 waarbij de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de Staat van Migratie 2022 aanbiedt, mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid, de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de Minister van Buitenlandse Zaken, de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenleving, de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening.

Op 27 september 2022 zijn aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid vragen gesteld over de Staat van Migratie 2022 door de fracties van GroenLinks en de PvdA gezamenlijk, D66, de fractie- Nanninga en de PVV-fractie.

De Staatssecretaris heeft op 28 november 2022 gereageerd.

De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Immigratie en Asiel/JBZ-Raad, De Man

BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR IMMIGRATIE EN ASIEL / JBZ-RAAD

Aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid

Den Haag, 27 september 2022

De leden van de vaste commissie voor Immigratie en Asiel/JBZ-Raad van de Eerste Kamer der Staten-Generaal hebben met belangstelling kennisgenomen van uw brief van 7 juli 20223 waarbij u de Kamer, mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid, de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de Minister van Buitenlandse Zaken, de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenleving, de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, de Staat van Migratie 2022 aanbiedt. Naar aanleiding hiervan leggen de leden van de fracties van GroenLinks en de PvdA gezamenlijk, D66, de fractie- Nanninga en de PVV graag de navolgende vragen voor.

Vragen en opmerkingen van de leden van de fracties van GroenLinks en de PvdA gezamenlijk

De leden van de fracties van GroenLinks en de PvdA wijzen erop dat het overzicht van de duur van beslissingen op asielaanvragen in de Staat van Migratie 2022 aantoont dat in spoor 4 bij een geschatte meerderheid van de aanvragen de beslistermijn is overschreden. Naar mening van deze leden is dit een duidelijk voorbeeld van de regering die het niet zo nauw neemt met de Europese wettelijke voorschriften rondom migratie. Dit te meer nu op hetzelfde onderwerp juridische en bestuurlijke dwangsommen tijdenlang zijn opgeschort, waarvoor de regering recentelijk deels door de rechter is teruggefloten. De leden van de fracties van GroenLinks en de PvdA merken op dat meerdere aspecten van het huidige (en geplande) migratie- en asielbeleid in Nederland niet in overeenstemming lijken te zijn met internationale verdragen. Kan de regering reflecteren op het belang van het navolgen van verplichtingen op Europees en breder internationaal niveau? Kan de regering hierbij specifiek ingaan op het belang van samenwerking binnen Europa en de geloofwaardigheid van Nederland op internationaal vlak?

Op pagina 23 van de Staat van de Migratie 2022 lezen de leden van de fracties van GroenLinks en de PvdA dat de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) mogelijkheden verkent voor een andere wijze van toetsen op aanvragen voor gezinsmigratie, mede om onnodige procedures te voorkomen. Is een onderdeel van die verkenning de mogelijkheid om direct nadat een eerste gezinslid een status heeft gekregen dezelfde ambtenaar de procedure voor en informatie over de nareizigers te laten verzamelen? Kan de regering beredeneren of het direct starten met dezelfde ambtenaar efficiënter is?

De leden van de fracties van GroenLinks en de PvdA vragen de regering of zij kennis heeft genomen van het plan van de Duitse regering om «Chancen-Aufenthaltsrecht» (verblijfsrecht voor kansen) aan migranten zonder verblijfsvergunning te verstrekken? Migranten die vijf jaar in Duitsland leven zonder te horen of zij permanent mogen blijven, krijgen volgens het wetsvoorstel een tijdelijke verblijfsvergunning. Binnen een jaar moeten deze migranten bewijzen dat zij voldoende geïntegreerd zijn. Dat houdt in dat als zij over genoeg taalkennis beschikken en in hun eigen levensonderhoud kunnen voorzien, zij een permanente verblijfsvergunning ontvangen. Is de regering bereid om een dergelijk plan te onderzoeken in haar streven naar meer grip op migratie?

De leden van de fracties van GroenLinks en de PvdA vragen de regering of zij informatie heeft over de bereidheid en mogelijkheden van statushouders om zich om te scholen naar tekort-beroepen? Zo nee, is de regering bereid om dit te laten onderzoeken?

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van D66

De leden van de fractie van D66 zijn van oordeel dat de Staat van Migratie 2022 een goed overzicht geeft over de volle breedte die migratie beslaat en de inzet van de regering om een rechtvaardig, humaan en effectief asiel- en migratiebeleid te realiseren op nationaal, Europees en internationaal niveau.

De leden van de fractie van D66 hopen hier voor het einde van het jaar nog in mondeling overleg met u over van gedachten te kunnen wisselen, zeker met het oog op de huidige crisis in de opvang van asielzoekers en huisvesting van statushouders. Hierbij zal voor de leden van de fractie van D66 ook een focus liggen op de voortgang in het Europees asiel- en migratiepact en de inzet van de Nederlandse regering op dit terrein. Immers, naast nationale samenwerking en solidariteit is het ook van groot belang om op Europees niveau eindelijk tot betere samenwerking en solidariteit te komen. Hierbij willen deze leden ook meer inzicht in de wijze waarop de regering, bij migratiepartnerschappen of andere nationale of internationale samenwerkingsovereenkomsten met landen van herkomst, mensenrechtenschendingen in die landen laat meewegen voor de uitvoering van die partnerschappen en overeenkomsten.

De leden van de fractie van D66 vernemen graag van de regering welke lessen er te leren zijn uit deze opvangcrisis. Daarbij zien deze leden ook graag een link naar de lessen die er te leren zijn van de opvang van Oekraïense ontheemden voor reguliere opvang en het feit dat zij wel meteen aan het werk mogen.

De leden van de fractie van D66 vragen de regering of er inmiddels al een overzicht beschikbaar is van gemeenten die het goed doen, waar andere gemeenten van kunnen leren. Daarbij denken deze leden bijvoorbeeld aan de wijze waarop de gemeente Utrecht de afgelopen zomer de huisvesting van statushouders heeft aangepakt.

De leden van de fractie van D66 zijn verheugd om te lezen dat de regering kijkt naar de sectoren en beroepen waar nu een tekort aan arbeidskrachten is en waar arbeidsmigranten van buiten de Europese Unie deze tekorten mogelijk kunnen aanvullen. Is de regering van plan op basis van de ervaringen met Oekraïners ook te kijken of er arbeidsmogelijkheden zijn in die sectoren voor mensen in de asielprocedure?

Op pagina 18 van de Staat van Migratie 2022 wordt het volgende vermeld: «Het doel van het kabinet is om migratie zoveel mogelijk gestructureerd te laten verlopen, ongewenste migratiebewegingen zoveel mogelijk te beperken en het draagvlak voor migratie in onze samenleving te behouden en te versterken.» De leden van de fractie van D66 vragen de regering op welke wijze zij dan voornemens is te werken aan het behoud en de versterking van dat draagvlak. Deze leden geven de regering in dit kader graag mee dat woorden ertoe doen, ook in overheidscommunicatie.4 Het valt de leden van de fractie van D66 op dat velen, ook de regering, gebruik maken van «watertaal» als het over asielzoekers, vluchtelingen en migratie gaat. Woorden zoals instroom, doorstroom en uitstroom komen ook veelvuldig in de Staat van Migratie 2022 voor. Volgens de leden van de fractie van D66 blijkt uit wetenschappelijk onderzoek dat deze woorden tot negatieve framing rondom migranten en asielzoekers leidt.5

Deze leden vragen de regering wat zij voornemens is te doen om dat in de toekomst, in de Staat van Migratie 2023 en andere uitingen vanuit de overheid, rondom asiel en migratie anders te gaan doen?6

Daarnaast valt het de leden van de fractie van D66 op dat de Staat van Migratie 2022 op geen enkele manier ingaat op genderspecifieke aspecten van migratie en asiel. Vrouwen en meisjes hebben vaak andere zorg en aandacht nodig dan mannen en jongens, of het nu gaat om opvang, integratie of toegang tot de arbeidsmarkt. Daarentegen blijkt de stereotyperende manier waarop mannen en jongens negatief worden afgeschilderd als potentiële daders van verkrachtingen, berovingen en andere overlast, bij te dragen aan de weigerachtige houding van sommige gemeenten om ook alleenstaande mannen en minderjarige jongens op te vangen. Ook mannen en jongens kunnen in kwetsbare posities verkeren en hebben recht op menswaardige opvang. Op welke wijze kan de regering de aanbevelingen in het rapport «Gender mainstreaming of migration policies»7 van de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa meenemen in haar beleid en in het onderzoek voor de Staat van Migratie 2023?

De leden van de fractie van D66 zien veel ambitie van de regering in de Staat van Migratie 2022 om grip op migratie te krijgen. Wat betekent deze ambitie voor concrete wetgevingsplannen in de komende jaren, ook op het gebied van legale migratie en zorg voor goede werkomstandigheden van arbeidsmigranten? Kan de regering de Kamer een overzicht doen toekomen van haar planning voor de komende twee jaar?

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie-Nanninga

De leden van de fractie-Nanninga wijzen erop dat in het jaar 2021 de immigratie naar Nederland weer is toegenomen, met 14% ten opzichte van het jaar 2020. De emigratie van vertrekplichtige vreemdelingen is in het jaar 2021 echter nog verder gedaald met 2% ten opzichte van het jaar 2020 en nog veel meer ten opzichte van het jaar 2019. De immigratie is zich daarmee aan het herstellen naar het niveau van voor de COVID-19-pandemie. De emigratie laat volgens de Staat van Migratie 2022 een dergelijk herstel nog niet zien, zo merken deze leden op en dit vinden deze leden zorgelijk. Wat gaat de regering doen om de emigratie van vertrekplichtige vreemdelingen zo snel mogelijk te doen stijgen? Is de regering het met de leden van de fractie-Nanninga eens dat een dergelijke situatie zich bijna laat kenschetsen als «once in-never out» en dat dit mensensmokkelaars geweldige advertentiemogelijkheden geeft? Hoe denkt de regering over de aanzuigende werking van dergelijke cijfers?

De leden van de fractie-Nanninga lezen in de Staat van Migratie 2022 dat in het jaar 2021 in totaal 1.360 vluchten zijn geannuleerd vanwege vreemdelingen die weigeren medewerking te verlenen aan de voor vertrek benodigde afname van een coronatest. Deze leden wijzen erop dat er tegelijkertijd wordt gewerkt aan een wettelijke grondslag voor een verplichte afname van een coronatest. Kan de regering aangeven wanneer dit wetsvoorstel aan de Tweede Kamer wordt aangeboden?

Wat zijn de resultaten voor het terugdringen van de aantallen asielzoekers uit veilige landen? Er zijn verschillende proefballonnetjes opgelaten8 maar worden er positieve resultaten geboekt? Waarom laat een doelgerichte aanpak zo lang op zich wachten? Graag een reactie aan de leden van de fractie-Nanninga.

Hoe staat het met de aanpak van Dublinclaimanten, waarmee deze leden de groep bedoelen die door verschillende landen reist en/of in die landen probeert een asielstatus te krijgen, tot er succes is geboekt? De leden van de fractie-Nanninga verwijzen daarbij naar een artikel uit het dagblad Trouw van 26 december 2021 waaruit blijkt dat zo’n 5% van de asielzoekers die in Nederland worden afgewezen omdat ze al elders in de Europese Unie asiel hebben aangevraagd, van de radar verdwijnt.9 Bedoelde groep asielzoekers kan daardoor uiteindelijk opnieuw een asielverzoek indienen.

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de PVV

De leden van de fractie van de PVV vragen de regering om aan te geven waarom het incidentenoverzicht op locaties van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA-locaties) van het afgelopen jaar niet integraal bij de Staat van Migratie 2022 aan de Kamer is aangeboden. In het door het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) uitgebrachte rapport «Incidenten en misdrijven door COA-bewoners 2017–2021"10 zijn geen gegevens over incidenten per specifieke COA-locatie opgenomen, merken de leden van de fractie van de PVV op. Kan de regering voorzien in een overzicht van incidenten met vermelding van de betreffende COA-locatie? Zo nee, waarom niet?

In de Staat van Migratie 2022 wordt gesproken over de verschillende migratieroutes, zo merken de leden van de fractie van de PVV op. Kan de regering aangeven hoeveel veilige landen een asielmigrant gemiddeld passeert voordat een asielaanvraag in Nederland wordt ingediend? Kan de regering de leden van de PVV-fractie aangeven of zij bereid is om consequenties te verbinden aan dit passeren van veilige landen voor de beoordeling van de asielaanvraag?

De leden van de fractie van de PVV wijzen erop dat de migratieroutes op de Middellandse Zee activistische niet-gouvernementele organisaties (NGO’s) bezig zijn om met (grote) schepen massaal migranten over te zetten naar het Europees grondgebied. Waarom wordt aan dit aspect geen aandacht geschonken in de Staat van Migratie 2022? Is het bericht op Twitter inhoudende dat sommige van deze smokkelschepen, zoals Sea Watch 3, illegaal onder Nederlandse vlag varen, juist?11 Welke stappen gaat de regering zetten om deze mensensmokkel op zee door asielactivisten te stoppen?

De leden van de fractie van de PVV merken op dat uw ambtsvoorganger er niet in is geslaagd om op gesprek te komen bij de Marokkaanse regering om te spreken over Marokkaanse migranten. In de Staat van Migratie 2022 wordt gesproken over een «constructieve samenwerking» met de Marokkaanse overheid. Is de regering er inmiddels wel in geslaagd om een afspraak voor een gesprek te maken met de Marokkaanse regering? Zo nee, waarom niet? Is Marokko inmiddels wel bereid om laissez- passers af te geven en daarmee Marokkaanse onderdanen terug te nemen? Zo nee, waarom niet?

Vanwege de situatie rond illegale migranten aan de grens met Slowakije overweegt het Tsjechische Ministerie van Binnenlandse Zaken thans om de grenscontroles aan de Slowaakse grens weer in te voeren, zo merken de leden van de fractie van de PVV op.12 Is de regering ― gelet op de massale instroom van asielmigranten in Nederland ― ook bereid om weer grenscontroles aan onze landsgrenzen in te voeren? Zo nee, waarom niet?

In een artikel in het Brabants Dagblad van 11 september 2022 over het asielzoekerscentrum (AZC) in Oisterwijk wordt beschreven dat asieladvocaten tips geven aan asielzoekers om met leugens over hun geaardheid makkelijker een asielstatus te kunnen verwerven: «Vandaag start zijn procedure bij de IND. Hij heeft een advocaat toegewezen gekregen. Zijn tip: zeg dat je homo bent en in het land van herkomst gevaar loopt.»13 Kan de regering aangeven of het bij haar bekend is dat door de overheid betaalde rechtshulpverleners zulke tips geven om list en bedrog toe te passen in de asielprocedure, zo vragen de leden van de fractie van de PVV. Kan de regering aangeven welke maatregelen worden genomen om zulk bedrog door asieladvocaten tegen te gaan? Kan de regering tevens aangeven welke kaders er in dit verband gelden voor rechtshulpverleners? Kan de regering voorts aangeven welke kosten jaarlijks door de overheid worden gemaakt voor de inzet van asieladvocaten en op welke wijze en onder welke voorwaarden de betreffende advocatenkantoren geselecteerd worden?

De leden van de fractie van de PVV merken op dat voor de asielopvang momenteel talloze locaties ad hoc worden ingezet, zoals Van der Valk-hotels. Kan de regering een overzicht geven van alle locaties die momenteel in Nederland worden ingezet voor asielopvang? Is de regering bereid om alle contracten, afspraken en correspondentie van de overheid (inclusief het COA) met het Van der Valk-concern en andere bedrijven die asielopvanglocaties verhuren, beschikbaar te stellen? Zo nee, waarom niet?

Voor het organiseren van de asielopvang wordt momenteel onder andere gebruik gemaakt van de bestuurlijke crisisstructuur, zo merken de leden van de PVV-fractie op. Kan de regering aangeven wat dit betekent voor de lokale volksvertegenwoordiging? Acht de regering het acceptabel dat deze democratisch gekozen organen gepasseerd worden door niet transparante overlegstructuren van ongekozen burgemeesters? Is de regering bereid om alle verslagen van de Provinciale Regietafels Migratie en Integratie beschikbaar te stellen? Zo nee, waarom niet?

De leden van de fractie van de PVV wijzen erop dat veel asielopvanglocaties in gebruik worden genomen zonder dat de benodigde vergunningen verleend zijn (zoals de locatie bij Kasteel Meerwijk in ’s-Hertogenbosch, waar de omgevingsvergunning voor brandveilig gebruik nog niet is verleend).14 Kan de regering aangeven waarom de overheid in zulke gevallen de wet passeert en of zij het acceptabel acht dat locaties illegaal in gebruik genomen worden? Is de regering bereid om hiertegen actief op te treden? Zo nee, waarom niet? Kan de regering van alle asielopvanglocaties aangeven in hoeverre de benodigde vergunningen verleend zijn? Zo nee, waarom niet?

Kan de regering zo volledig mogelijk aangeven welke binnen bestaande juridische kaders in te zetten maatregelen nu nog niet worden gebruikt om de instroom van asielmigranten tegen te gaan en het uitzetten of laten vertrekken van illegale migranten te activeren, zo vragen de leden van de fractie van de PVV. Is de regering bereid om dergelijke mogelijkheden ten volle in te zetten? Zo nee, waarom niet?

In de Staat van Migratie 2022 wordt geen melding gemaakt van het Marrakesh-migratiepact, zo constateren de leden van de PVV-fractie. Kan de regering nader ingaan op de huidige rol en effecten van dit pact? Kan de regering tevens aangeven wanneer de eerstvolgende evaluatie van dit pact wordt aangeboden aan de Kamers? Kan de regering aangeven hoe zij de gevolgen en effecten van het Europese migratiebeleid op de situatie rond asiel en migratie in Nederland duidt?

Eerder dit jaar kreeg het Europees Grens- en kustwachtagentschap Frontex te maken met beperkingen in hun mogelijkheden om op te treden aan de buitengrenzen van de Europese Unie, zo constateren de leden van de fractie van de PVV. Kan de regering aangeven wat de gevolgen zijn van die beslissing en in hoeverre er een samenhang is tussen deze maatregel en de huidige massale asielinstroom?

De leden van de fractie van de PVV vragen de regering of zij kan aangeven wat haar inzet is voor het overdragen van Dublin-claimanten en in hoeverre hieraan concrete doelstellingen worden verbonden.

Asielzoekers vanuit bepaalde landen ontvangen een categoriale bescherming, zo merken de leden van de fractie van de PVV op. Kan de regering aangeven in hoeverre deze bescherming wordt heroverwogen en opgeheven, bijvoorbeeld voor een overwegend veilig land als Syrië?

De leden van de fractie van de PVV wijzen op pagina 151 van de Staat van Migratie 2022 waarin wordt gesproken over «financiële ondersteuning huisvesting grote gezinnen». Wat wordt hier verstaan onder een «passende woning» en wat zijn daarvoor de criteria? Wat zijn de gemiddelde kosten per woning voor deze categorie? Worden zulke voorzieningen ook aangeboden aan grote Nederlandse gezinnen? Zo nee, waarom niet?

De leden van de fractie van de PVV wijzen erop dat op 12 juli jonstleden het college van de gemeente ’s-Hertogenbosch stelde maatregelen te nemen «ter ontlasting van de opvangcrisis in Ter Apel. Vanwege deze voortdurende crisis heeft het kabinet alle gemeenten om extra hulp gevraagd.»15 Kan de regering aangeven wat zij specifiek aan gemeenten heeft gevraagd en wat zij concreet verstaat onder «extra hulp»? Is de regering bekend met de situatie dat op dat moment asieleisers in Ter Apel er zélf voor kozen om niet van noodopvanglocaties elders in het land gebruik te maken? Dit blijkens een bijdrage van Hart van Nederland van 13 juli 2022, waarin het volgende wordt gemeld: «Bij het aanmeldcentrum in Ter Apel zullen komende nacht ongeveer honderd mensen buiten slapen. Volgens een woordvoerster van opvangdienst COA willen de asielzoekers geen gebruik maken van noodopvanglocaties op andere plekken in het land16 Kan de regering aangeven waarom voor zulke op hoge toon eisen stellende asielprofiteurs überhaupt nog opvang geregeld moet worden en de regering gemeenten vraagt daar medewerking aan te verlenen? Kan de regering aangeven of zij zich heeft ingespannen om deze asielprofiteurs zo snel mogelijk uit Nederland te verwijderen?

Op dit moment worden bij nieuwe energiecontracten extreem hoge tarieven gevraagd. Kan de regering aangeven hoe dit geregeld wordt bij statushouders die een woning toegewezen krijgen en een nieuw energiecontract moeten afsluiten? Betalen zij zelf ook deze extreem hoge tarieven of wordt dit betaald of vergoed door de overheid?

De leden van de vaste commissie voor Immigratie en Asiel/JBZ-Raad zien uw beantwoording met belangstelling tegemoet en zij verzoeken u deze bij voorkeur binnen vier weken na dagtekening van deze brief, doch uiterlijk 31 oktober 2022, te mogen ontvangen. Dit in verband met het besluit van de commissie om een mondeling overleg met u in te plannen in november.

Voorzitter van de vaste commissie voor Immigratie en Asiel / JBZ-Raad M.H.M. Faber-van de Klashorst

BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 november 2022

Middels deze brief ga ik in op de schriftelijke vragen die fracties uit de Eerste Kamer op 27 september jl. hebben gesteld naar aanleiding van de Staat van Migratie 2022. Uit de veelheid aan vragen over zeer uiteenlopende onderwerpen maak ik op dat uw Kamer de rapportage nauwkeurig heeft bestudeerd. Dit verheugt mij. Het doel van de jaarlijkse Staat van Migratie is immers onder andere om een bijdrage te leveren aan het politieke debat over migratie. Het aantal en de diversiteit van de vragen heeft er echter wel toe geleid dat ik de door u gevraagde beantwoordingstermijn helaas niet heb gehaald. Wel doe ik de beantwoording van deze vragen aan u toekomen voor het mondelinge overleg op 29 november a.s. met de commissie Immigratie & Asiel van uw Kamer.

1. EU & Internationaal

De leden van de fracties GroenLinks en de PvdA vragen het kabinet om te reflecteren op het belang van het navolgen van verplichtingen op Europees en breder internationaal niveau en dan specifiek op het belang van samenwerking binnen Europa en de geloofwaardigheid van Nederland op internationaal vlak. Het kabinet onderschrijft het belang van het nakomen van de internationale en Europese verdragen waar Nederland zich aan gebonden heeft. Het kabinet verwacht dit ook van de andere betrokken (Europese) landen. Het Unierecht steunt op de fundamentele premisse dat elke lidstaat met alle andere lidstaten een reeks gemeenschappelijke waarden deelt waarop de Unie berust, en dat elke lidstaat erkent dat de andere lidstaten deze waarden met hem delen. Ook het gemeenschappelijk Europees asielstelsel, en met name de Dublinverordening, is gebaseerd op dit beginsel van wederzijds vertrouwen. De realiteit binnen de EU is dat in meerdere lidstaten, als gevolg van meerdere samenkomende oorzaken, het asiel- en opvangstelsel onder druk staat. Ook onder die druk mag van lidstaten worden verwacht dat zij zich ten volle blijven inzetten om hun verplichtingen jegens asielmigranten te blijven nakomen, eventueel met ondersteuning vanuit de EU-instellingen en andere lidstaten. Tegelijkertijd laat dit het belang zien van het meer grip krijgen op irreguliere migratiestromen naar en binnen de EU. Dit zou vorm kunnen krijgen door middel van goede (asiel)procedures aan de buitengrenzen van de EU zodat een snel onderscheid kan worden gemaakt tussen degenen met een kansarmer asielverzoek en degenen met een kansrijker asielverzoek, een effectiever Dublinsysteem, een structureel solidariteitssysteem en brede migratiepartnerschappen met derde landen waarbij ook een focus ligt op terugkeer. Deze elementen vormen de kern van de inzet van het kabinet bij de lopende besprekingen over de hervorming van het Europese asielbeleid aan de hand van de Commissievoorstellen uit 2016 en 2020.

De leden van de fractie van de PVV vragen de regering om nader in te gaan op de huidige rol en effecten van het VN-Migratiepact en wanneer de eerstvolgende evaluatie wordt aangeboden aan de Kamers. Daarbij wordt de regering door de leden ook gevraagd hoe zij de gevolgen en effecten van het Europese migratiebeleid duiden met betrekking tot de huidige situatie rond asiel en migratie in Nederland.

Het kabinet wil meer grip krijgen op migratie en migratie zo veel mogelijk in goede banen leiden. Hiervoor is het van belang dat de mogelijkheden voor reguliere migratie beter worden benut en versterkt en irreguliere migratie wordt beperkt. Daarnaast moet overlast en misbruik worden bestreden, terugkeer bij onrechtmatig verblijf worden bevorderd en mensenhandel en -smokkel tegengegaan. Het grensoverschrijdend karakter van migratie maakt internationale samenwerking om deze doelen te bereiken van cruciaal belang. Het VN-Migratiepact (GCM) biedt daartoe een diplomatiek kader en een raamwerk om migratiesamenwerking tussen landen van herkomst, transit en bestemming te verbeteren. Zoals veelvuldig gemeld is het GCM een juridisch niet-bindend instrument waaruit geen nieuwe rechten of verplichtingen voortvloeien. Tijdens aanname van het GCM in 2018 is afgesproken dat de voortgang van de implementatie van het GCM elke vier jaar op politiek niveau besproken zal worden in het International Migration Review Forum (IMRF). Dat wordt afgewisseld met regionale consultaties, die ook om de vier jaar plaatsvinden, waarvan de eerste editie in 2020 plaatsvond. Het kabinet heeft wegens bovenstaande overwegingen deelgenomen aan het eerste IMRF van 17 – 20 mei 2022, waarbij de voortgang van de implementatie van het GCM is besproken. Voor de inzet van het kabinet en de uitkomsten van de conferentie verwijs ik naar de stukken die hierover aan de Tweede Kamer zijn gestuurd.17

Zoals in 2018 bij de aanname van het GCM is aangegeven is het kabinet van mening dat het Nederlands migratiebeleid reeds in lijn is met de doelstellingen van het GCM. Het ligt dan ook niet voor de hand om het pact opnieuw te evalueren. Wel staat het landen vrij om een vrijwillige voortgangsrapportage in te dienen in aanloop naar consultaties. Dat heeft Nederland in aanloop naar het IMRF gedaan.18 Naar verwachting zullen landen rondom regionale consultaties in 2024 opnieuw uitgenodigd worden om een vrijwillige voortgangsrapportage in te dienen.

2. Asielprocedure en -beleid

De leden van de facties van GroenLinks en PvdA vragen of de mogelijkheid om direct nadat een eerste gezinslid een status heeft gekregen dezelfde ambtenaar de procedure voor en informatie over de nareizigers te laten verzamelen onderdeel is van de verkenning die de Immigratie- en Naturalisatie wordt (IND) doet naar de mogelijkheden voor een andere wijze van toetsen op aanvragen voor gezinsmigratie. Daarnaast wordt de regering gevraagd om te beredeneren of het direct starten met dezelfde ambtenaar efficiënter is.

De verkenning die op dit moment door de IND wordt verricht ziet in eerste instantie op reguliere gezinsmigratie en niet op nareis. Deze gevraagde mogelijkheid maakt dus geen onderdeel uit van de verkenning. De IND verzamelt momenteel tijdens de asielprocedure basisinformatie over de samenstelling van een gezin. Op dat moment is namelijk nog niet vastgesteld of de betrokkene recht heeft op asielbescherming. Om daar niet teveel op vooruit te lopen en daarmee mogelijk verkeerde verwachtingen te scheppen, blijft de focus van dit gehoor voornamelijk gevestigd op de omstandigheden die tot vertrek uit een land van herkomst hebben geleid. Na een positief besluit op de asielaanvraag, heeft een betrokkene drie maanden de tijd om daadwerkelijk een aanvraag voor gezinshereniging in het kader van nareis in te dienen. De IND verdeelt vervolgens de aanvragen op volgorde van binnenkomst over de beschikbare medewerkers zodat het proces eerlijk en efficiënt verloopt. De beoordeling van asiel- en nareisverzoeken verschilt bovendien inhoudelijk van elkaar en vereist andere expertise. De beslismedewerkers van de IND die op de ene werksoort bevoegd en opgeleid zijn, zijn dat niet altijd op beide.

Voorts vragen de leden van de fracties van GroenLinks en de PvdA de regering of zij kennis heeft genomen van het plan van de Duitse regering om «Chancen-Aufenthaltsrecht» (verblijfsrecht voor kansen) aan migranten zonder verblijfsvergunning te verstrekken. En of de regering bereid is om een dergelijk plan te onderzoeken in haar streven naar meer grip op migratie Het kabinet heeft kennis genomen van het genoemde plan van de Duitse regering. Een dergelijk plan is geen onderdeel van inzet van het kabinet om te komen tot meer grip op migratie. Met het oog op het bevorderen van het vertrek van mensen die niet in Nederland mogen blijven zet het kabinet zich -naast de brede migratiepartnerschapen en de intensivering op terugkeer van overlastgevers- ook in op maatregelen als de inrichting van landelijke vreemdelingenvoorzieningen.

De leden van de fractie van D66 is het opgevallen dat in de Staat van Migratie 2022 geen genderspecifieke aspecten van migratie en asiel worden benoemd. Daarbij stellen zij dat personen op basis van gender andere zorg en aandacht nodig hebben of anders worden gestereotypeerd. In het licht daarvan vragen de leden van de fractie van D66 op welke wijze de regering de aanbevelingen in het rapport «Gender mainstreaming of migration policies»19 van de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa kan meenemen in haar beleid en in het onderzoek voor de Staat van Migratie 2023. In algemene zin kan het kabinet zich uiteraard vinden in het genoemde rapport. Zo heeft het Ministerie van Justitie en Veiligheid zich ook gecommitteerd aan Nationaal Actieplan Vrouwen, Vrede en Veiligheid (NAP 1325), waarin gendersensitiviteit op het gebied van asielbeleid één van de doelen is. In verschillende facetten van zowel beleid als de uitvoering is dan ook reeds aandacht voor gendergerelateerde kwetsbaarheden. Zo bestaan er, afhankelijk van het land, genderspecifieke asielgronden zoals vrouwelijke genitale verminking, bestaan er aparte beleidskaders voor alleenstaande vrouwen in het geval van sommige landen en kunnen LHBTI-asielzoekers als risicogroep worden aangemerkt in het beleid. Ook bestaan er mogelijkheden voor tijdelijk en niet-tijdelijk verblijf in gevallen van bijvoorbeeld eergerelateerd of huiselijk geweld. In de asielprocedure is het zo dat vrouwen en meisjes vanaf 15 jaar apart worden gehoord en wordt hen altijd gevraagd of zij liever een vrouwelijke hoormedewerker of tolk willen om zo een veilig mogelijke omgeving te creëren voor hen. Binnen het COA geldt dat er wordt ingezet op trainingen aan bewoners over de positie van vrouwen in Nederland. Ook heeft iedere COA locatie één of meer aandachtsfunctionarissen die getraind zijn om signalen van eergerelateerd geweld, seksueel geweld, huwelijksdwang en mishandeling te herkennen en om hierop te handelen. Indien daar aanleiding toe bestaat zal er in de toekomst ook bezien worden of er in de Staat van Migratie stil gestaan kan worden bij gendergerelateerde issues.

Verder vragen de leden van de fractie-Nanninga wat de resultaten zijn van het terugdringen van de aantallen asielzoekers uit veilige landen, welke positieve resultaten op dit terrein zijn geboekt en waarom een doelgroepgerichte aanpak voor deze groep lang duurt. Als voorbeeld verwijzen de leden naar een artikel uit het Algemeen Dagblad van 29 juni jl.20 waarin melding wordt gemaakt van de ambitie van dit kabinet om een sobere opvang met verscherpt toezicht te ontwikkelingen. Het kabinet heeft de ambitie om asielaanvragen van personen uit veilige landen van herkomst te ontmoedigen.21 Asielzoekers uit veilige landen hebben weinig kans op een verblijfsvergunning op grond van asiel. Hun aanvraag wordt, net als vreemdelingen met een asielstatus in een andere lidstaat, versneld in behandeling genomen in spoor 2. Als de aanvraag is afgewezen, moet de vreemdeling Nederland onmiddellijk verlaten en krijgt hij of zij een inreisverbod van 2 jaar voor Nederland en de hele EU. Zij worden mogelijk geplaatst in de vrijheid beperkende locatie (VBL), zodat meteen aan vertrek kan worden gewerkt.

Het aandeel van aanvragen dat in spoor 2 instroomt was 4% in 2021 en 11% in 2020 van het totaal aantal eerste aanvragen. In spoor 2 gaat het naast asielzoekers uit veilige landen van herkomst ook om asielzoekers die al legaal verblijf hebben in een ander Europees land.

Van 14 september 2020 tot en met 31 december 2021 liep de pilot versoberde opvang spoor 2. De versobering zag op verstrekkingen in natura – zoals standaard maaltijden – strengere huisregels met onder andere een dagelijkse inhuisregistratie en een stevig begeleidingsteam met medewerkers van COA en DJI en extra beveiliging. De pilot is eind 2021 gestopt omdat er geen nieuwe locaties zijn gevonden om deze wijze van versoberde opvang van asielzoekers in spoor 2 te continueren en uit te breiden. Op dit moment worden asielzoekers in spoor 2 alleen versoberd opgevangen tijdens hun versnelde asielprocedure op de locaties Ter Apel en Budel-Cranendonck.

Omdat de ervaring met de pilot overwegend goed was, wordt in het verlengde van de pilot versoberde opvang spoor 2 een nieuwe opvangmodaliteit opgezet; de procesbeschikbaarheidslocatie (PBL) voor de opvang van vreemdelingen met een kansarme asielaanvraag in Nederland, zoals asielzoekers uit veilige landen. Met de toekomstige inrichting van deze locaties wil het kabinet de versoberde opvang voor mensen met een kansarme asielaanvraag, waaronder de veiligelanders, continueren en een versnelde afhandeling van procedure (asiel en vertrek) waarborgen. Er is daarom 15 miljoen euro beschikbaar gesteld voor het opzetten van de PBL. Er vinden momenteel verkennende gesprekken plaats met gemeente Almere over het gebruik van de Penitentiaire Inrichting als mogelijke locatie voor een PBL.

Op internationaal niveau zet het kabinet in op migratiepartnerschappen met voor Nederland relevante landen van herkomst- en transit, met als doel het inperken van irreguliere migratie en bevorderen van terugkeer. Specifiek voor de terugkeer van asielzoekers uit Marokko, dat als veilig land van herkomst is aangemerkt, is een belangrijke ontwikkeling dat, dankzij de constructieve dialoog tussen Nederland en Marokko sinds 16 september jl. er weer uitzicht is op uitzetting naar Marokko binnen een redelijke termijn. Dit betekent dat, ook als aan de overige gronden is voldaan, Marokkaanse vreemdelingen zonder rechtmatig verblijf in beginsel in vreemdelingenbewaring gesteld kunnen worden voor hun uitzetting.

Voor zover het gaat om asielzoekers uit veilige landen in spoor 1 (Dublin) geldt dat de inzet van het kabinet gericht is op een verbetering van de effectiviteit van het Dublinsysteem. Dit zowel door het aandringen op een aanpassing van de Europese wetgeving op dit terrein als door het beter toepassen van de bestaande wetgeving door alle Dublinlidstaten.

Ook vragen de leden van de fractie-Nanninga en de leden van de fractie van de PVV naar de aanpak van Dublinclaimanten. Hierbij verwijzen de leden van de fractie-Nanninga naar een artikel uit het dagblad Touw van 26 december 202122 waarin wordt gesteld dat ongeveer 5 procent van de asielzoekers die in Nederland een negatieve beschikking op een asielaanvraag krijgt – omdat zij elders in de Europese Unie asiel hebben aangevraagd – verdwijnen. Het kabinet ziet vreemdelingenbewaring als een passend middel om te voorkomen dat de vreemdeling zich aan de overdracht onttrekt. Daarvoor moet dan wel een significant risico bestaan dat de vreemdeling zal onderduiken. Wet en beleid bevatten criteria om dat vast te stellen. Op dit moment lijken nog niet alle mogelijkheden te worden benut om hangende de asielprocedure vreemdelingenbewaring toe te passen.23 Dat geldt ook zeker voor vreemdelingen die meermalen in lidstaten om asiel vragen en daarna doorreizen naar Nederland. Een intensivering wordt voorbereid. Daarbij is de grootste uitdaging om, gegeven de andere prioriteiten in de vreemdelingenketen, voldoende capaciteit te vinden om de bewaringsmaatregel te nemen en het asielproces in gesloten setting af te handelen. Om die reden wordt dit nu incrementeel ingevoerd.

De leden van de fractie van de PVV merken op dat in de Staat van Migratie wordt gesproken over verschillende migratieroutes. Naar aanleiding hiervan vragen zij hoeveel veilige landen een asielmigrant gemiddeld passeert voordat een asielaanvraag in Nederland wordt ingediend en welke consequenties hieraan zijn verbonden voor de beoordeling van een asielaanvraag. Gelet op de geografische ligging van Nederland heeft het gros van degenen die hier aankomen en een asielverzoek indienen meerdere derde- en Europese landen gepasseerd. Aan de hand van de in de EU-Dublinverordening neergelegde, en limitatief opgesomde, zogeheten verantwoordelijkheidscriteria, beziet de IND of de verantwoordelijkheid voor de inhoudelijk behandeling bij Nederland rust danwel bij een andere Dublinlidstaat. Een van die criteria is de lidstaat waar de asielzoeker onrechtmatig de EU is binnengekomen. Indien bekend is welke lidstaat dat is (en geen van de andere verantwoordelijkheidscriteria van toepassing is), zet de IND in op het teruggeleiden van de asielzoeker naar die lidstaat, tenzij bijvoorbeeld die terugkeer in strijd zou zijn met artikel 3 van het EVRM. Ingevolge de Europese asielregels kan bij de asielverzoeken waar Nederland voor verantwoordelijk is nog worden bezien of dat asielverzoek niet-ontvankelijk kan worden verklaard, omdat de vreemdeling voorafgaande aan zijn komst naar Nederland in een veilig derde-land heeft verbleven. Wel dient dan aan de in die Europese regels neergelegde bijkomende voorwaarden te zijn voldaan, zoals onder meer het hebben van een band met het betreffende land en een verzekerde wedertoelating. In de praktijk wordt in individuele zaken weinig aan deze voorwaarden voldaan.

Naar aanleiding van een artikel in het Brabants Dagblad van 11 september jl. over het asielzoekerscentrum in Oisterwijk24 vragen de leden van de fractie van de PVV welke maatregelen het kabinet neemt om te voorkomen dat asieladvocaten cliënten adviseren ten aanzien van hun asielmotief. Daarnaast vragen de leden welke kaders voor rechtshulpverleners van asielzoekers gelden. Tevens vragen de leden aan het kabinet welke kosten jaarlijks door de overheid worden gemaakt voor de inzet van asieladvocaten en op welke wijze en onder welke voorwaarden de betreffende advocatenkantoren geselecteerd worden.

Er zijn binnen de migratieketen signalen bekend van asielzoekers die oneigenlijk gebruik maken van een asielmotief op voorspraak van of met hulp van derden. De mate waarin dit asieladvocaten betreft is echter onduidelijk. In algemene zin geldt dat advocaten op grond van de Advocatenwet onderworpen zijn aan tuchtrecht van de Nederlandse Orde van Advocaten. Advocaten dienen zich te gedragen zoals een behoorlijk advocaat betaamt (vergelijk artikel 46 Advocatenwet). Die betamelijkheidsnorm wordt verder ingekleurd door de Gedragsregels advocatuur. Advocaten dienen zich zodanig te gedragen dat het vertrouwen in de advocatuur, noch de eigen beroepsuitoefening wordt geschaad. Advocaten zijn echter partijdig en dienen enkel het gerechtvaardigde belang van hun cliënt en geen enkel ander belang (zie artikel 10a lid 1 sub b Advocatenwet en Gedragsregel 2 sub 2). De advocaat dient zich verder, zowel in als buiten rechte, te onthouden van het verstrekken van feitelijke informatie waarvan hij weet, althans behoort te weten, dat die onjuist is (zie Gedragsregel 8).

De uitgaven voor rechtsbijstand op het genoemde rechtsgebied verschilt per jaar. In 2021 is er op het gebied van rechtsbijstand 47,6 miljoen uitgegeven aan asielprocedures. Dit bedrag bestaat voor 30,2 miljoen euro uit kosten van asieltoevoegingen (advocatuur) en 17,4 miljoen euro voor tolk- en vertaalwerkzaamheden en overige kosten. De uitgaven voor het lopende jaar 2022 voor rechtsbijstand in asielzaken zijn nog niet bekend.

Er vindt geen selectie van advocatenkantoren plaats. Individuele advocaten die (gesubsidieerde) rechtsbijstand willen verlenen in het asielrecht moeten voldoen aan de in bijlage 2 van de inschrijvingsvoorwaarden 2022 van de Raad voor Rechtsbijstand opgenomen specialisatie-eisen.25 Voor deelname aan het AC-rooster zijn onder punt 3 van die bijlage nadere deelnamevoorwaarden opgenomen. Dit zijn allereerst kwalitatieve eisen zoals opleiding en ervaring en daarnaast moet de advocaat voor deelname ook aan de Commissie Intercollegiale Toetsing geanonimiseerde dossiers beschikbaar stellen ten behoeve van onderzoek naar de kwaliteit van de asielrechtsbijstand voor alle advocaten werkzaam in asiel- en vluchtelingenrecht.

De leden van de PVV vragen het kabinet om aan te geven welke bestaande juridische kaders nog niet worden gebruikt om de instroom van asielzoekers tegen te gaan en het vertrek van vreemdelingen met onrechtmatig verblijf mogelijk te maken. Op 4 november jl. is de Tweede Kamer geïnformeerd over de stappen die het kabinet nu zet en maatregelen die het kabinet op dit moment neemt om de asielinstroom te beperken. Voor de beantwoording van deze vraag verwijs ik naar die brief.26

Asielzoekers vanuit bepaalde landen ontvangen een categoriale bescherming, zo merken de leden van de fractie van de PVV op. De leden vragen de regering in hoeverre deze bescherming wordt heroverwogen en opgeheven bijvoorbeeld met betrekking tot Syrië. Het kabinet stelt het landgebonden asielbeleid vast op basis van de feitelijke informatie over de veiligheidssituatie in het betreffende land. Dit gebeurt in de regel op basis van het ambtsbericht van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Op basis van het ambtsbericht wordt het geldend landenbeleid ook opnieuw beoordeeld. Voor de belangrijke herkomstlanden van asielzoekers, zoals Syrië, publiceert het Ministerie van Buitenlandse Zaken op verzoek van het Ministerie van Justitie en Veiligheid terugkerend op ongeveer jaarlijkse basis een nieuw ambtsbericht met de recente feitelijke informatie.

3. Opvang

De leden van de fractie van de PVV merken op dat voor de opvang van asielzoekers op dit moment veel locaties worden ingezet, waaronder Van der Valk-hotels. Naar aanleiding hiervan vragen de leden het kabinet om een overzicht van alle locaties die op dit moment worden ingezet in Nederland. Daarnaast vragen de leden of het kabinet bereid is om alle contracten, afspraken en correspondentie van de overheid (inclusief het COA) met het Van der Valkconcern en andere bedrijven die opvanglocaties verhuren beschikbaar te stellen. Het klopt dat het COA op dit moment ook gebruik maakt van hotels om vluchtelingen op te vangen. Van der Valk is een partij waarmee wordt samengewerkt. Het kabinet is alle (private) partijen die willen helpen erg dankbaar voor hun bijdrage. Het kabinet gaat discreet om met correspondentie, afspraken en contracten met betrokken (private) partijen. Deze documenten zijn dan ook niet openbaar. Het COA houdt op de eigen website een overzicht bij van alle (nood)locaties die sinds september 2021 zijn geopend.27

De leden van de fractie van de PVV merken op dat de bestuurlijke crisisstructuur is geactiveerd en vragen wat dit betekent voor de lokale volksvertegenwoordiging. De voorzitters van de veiligheidsregio’s vervullen een coördinerende rol in hun veiligheidsregio in het kader van de crisisstructuur. Zij nemen geen verantwoordelijkheden en bevoegdheden over van burgemeesters, colleges van Burgemeesters en Wethouders of gemeenteraden. Laatstgenoemde democratisch gekozen organen worden daarom niet gepasseerd.

Ook vragen de leden van de fractie van de PVV of het mogelijk is om de verslagen van de Provinciale Regietafels Migratie en Integratie (PRT’s) beschikbaar te stellen. De PRT’s hebben een coördinerende functie gericht op bestuurlijke samenwerking met betrekking tot de asielopvang, huisvesting en integratie. Deze overlegstructuur treedt niet in bevoegdheden van het decentrale bestuur en nemen ook geen besluiten in die hoedanigheid. De rijksoverheid is geen eigenaar van de provinciale regietafels. Vertegenwoordigers van de rijksoverheid zijn slechts agendalid, en hebben daarom niet de positie om de verslagen van deze overleggen te delen.

In reactie op de vragen van de leden van de fractie van de PVV ten aanzien van de vergunningverlening voor opvanglocaties merkt het kabinet op dat het voldoen aan eisen voor vergunningverlening een vereiste is voor het realiseren van een opvanglocatie. Soms wordt – in overleg tussen betrokken partijen – gestart met een gedoogconstructie gedurende de vergunningaanvraag. In het specifieke geval van Kasteel Meerwijk in ’s-Hertogenbosch is door de betrokken private partij de benodigde omgevingsvergunning aangevraagd. Naar verwachting is het traject binnenkort afgerond.

Naar aanleiding van een brief van de burgemeester en gemeentesecretaris van de gemeente ‘s-Hertogenbosch aan de gemeenteraad van de genoemde gemeente waarin staat dat de gemeente maatregelen neemt «ter ontlasting van de opvangcrisis in Ter Apel. Vanwege deze voortdurende crisis heeft het kabinet alle gemeenten om extra hulp gevraagd28 vragen de leden van de fractie van de PVV aan de regering wat zij specifiek aan gemeenten heeft gevraagd en wat zij concreet verstaat onder «extra hulp»? Vanuit het kabinet is op diverse momenten is een beroep gedaan op gemeenten om een verdere bijdrage te leveren aan de opvang van asielzoekers. Het ging hierbij om het beschikbaar stellen van locaties voor noodopvang en crisisnoodopvang.

Voorts vragen de leden van de fractie van de PVV of het kabinet bekend is met situaties waarin asielzoekers er zelf voor hebben gekozen om geen gebruik te maken van noodopvanglocaties onder verwijzing naar een bijdrage van Hart van Nederland van 13 juli jl.29 Daarbij stellen de leden ook de vraag of voor deze groep überhaupt nog opvang moeten worden georganiseerd.

Het kabinet kiest ervoor, en is daar ingevolge internationale en Europese wet- en regelgeving ook toe gehouden, om asielbescherming te bieden aan hen die daar recht op hebben. Gedurende de asielprocedure hebben asielzoekers een recht op opvang en is van vertrek geen sprake. De situatie, zoals op 13 juli jl. waaraan leden van fractie van de PVV refereren, is ontstaan doordat er onduidelijkheid bestond bij asielzoekers over de mogelijkheid om een asielaanvraag in te dienen. Zij waren in de veronderstelling dat wanneer zij niet in de nabijheid van locatie Ter Apel verbleven, zij langer zouden moeten wachten om een asielaanvraag in te dienen. Met de opening van een noodopvanglocatie in De Marnewaard is deze situatie beëindigd en de informatievoorziening richting asielzoekers verbeterd. Asielzoekers die een asielaanvraag willen in dienen, maar dit vanwege capaciteitsgebrek in de asielketen niet direct kunnen doen, wachten op locatie De Marnewaard tot de aanmeldfase kan starten.

In zijn algemeenheid geldt dat er geen alternatieve opvang geboden wanneer een asielzoeker de geboden opvang weigert zonder gerechtvaardigde gronden.

4. Grenzen

In reactie op de vraag van de leden van de fractie van de PVV met betrekking tot Search and Rescue operaties (SAR-operaties) door non gouvernementele organisaties (ngo’s) merkt het kabinet op dat er op EU-niveau vooralsnog geen aparte registratie van migranten bestaat die via SAR-operaties aan wal worden gebracht in een EU-lidstaat. Dit is in de EU wel onderwerp van gesprek. Onder andere in dat verband is het nog geen apart onderwerp voor de Staat van Migratie. Voor wat betreft het optreden van Sea Watch 3 wil ik kortheidshalve verwijzen naar de reactie van het kabinet op de motie van de PVV over Sea Watch 3. In deze brief zijn de mogelijkheden die Nederlandse overheid heeft om in dit soort situaties via het vreemdelingenrecht, strafrecht of maritiem recht te kunnen optreden, toegelicht. Hierbij is en blijft het uitgangspunt dat conform de internationale regelgeving het een plicht is om mensenlevens op zee te redden. Daarbij is het echter wel zaak dat dergelijke operaties niet bijdragen aan het in stand houden van de criminele activiteiten van mensensmokkelaars die, geholpen door dit soort goed bedoelde acties, mensenlevens op het spel zetten. Nederland pleit voor een structurele oplossing waarbij direct na ontscheping een onderscheid wordt gemaakt tussen wie wel en wie niet recht heeft op internationale bescherming. De Europese Commissie heeft hiervoor reeds in juli 2018 een voorstel gedaan, op basis van de eerder genoemde conclusies van de Europese Raad. Voor wat betreft zij die recht hebben op internationale bescherming moeten afspraken worden gemaakt over EU-brede herplaatsing in geval van aanhoudende en disproportionele migratiedruk op betreffende lidstaat van aankomst, in lijn met de integrale EU-aanpak om illegale migratie naar Europa tegen te gaan. Wie geen recht heeft op bescherming, moet direct na aankomst op de Europese buitengrens worden geweigerd en teruggestuurd naar land van herkomst.

De leden van de fractie van de PVV merken op dat het Tsjechische Ministerie van Binnenlandse Zaken overweegt om grenscontroles aan de Slowaakse grens in te voeren. Hierop vragen de leden of het kabinet ook bereid is om weer grenscontroles aan de Nederlandse landsgrenzen in te voeren. Het kabinet heeft de Tweede Kamer eerder geïnformeerd dat er naar het oordeel van het kabinet voor wat betreft de reguliere asielstromen geen sprake is van een buitengewone omstandigheid die het instellen van binnengrenscontroles rechtvaardigt. Het gaat immers om problemen van structurele aard, zoals de knelpunten in de reguliere opvang van vreemdelingen. Om deze reden is het kabinet dan ook van oordeel dat er op dit moment niet gerechtvaardigd gesproken kan worden van een dreiging van de nationale veiligheid en openbare orde op basis waarvan binnengrenscontroles ingesteld worden.

Wel heeft het kabinet er nu voor gekozen om de MTV-controles van de Koninklijke Marechaussee in de binnengrenszone te intensiveren. Deze MTV-controles worden net als bij de meeste binnengrenscontroles in de andere landen informatiegestuurd en flexibel uitgevoerd om illegale migratie en migratiecriminaliteit tegen te gaan.

In reactie op de vragen van de leden van de fractie van de PVV ten aanzien van het Europees Grens- en kustwachtagentschap Frontex is het goed om te benadrukken dat het grenstoezicht aan de buitengrenzen in beginsel een verantwoordelijkheid van een lidstaat is. Frontex kan lidstaten hierbij ondersteunen. Het is echter aan de lidstaat of zij deze ondersteuning wenselijk en nodig achten. Als er geen Frontexoperatie in een lidstaat plaatsvindt, betekent dit niet dat er via die buitengrens grote groepen van vreemdelingen de EU in kunnen reizen. Een lidstaat moet ervoor zorgen dat er voldoende capaciteit en middelen zijn om het grenstoezicht aan de buitengrenzen conform de EU verplichtingen uit te voeren.

5. Vertrek

In reactie op de vraag van de leden van de fractie-Nanninga over de «emigratie van vertrekplichtige vreemdelingen», merkt het kabinet op dat de vraag kennelijk berust op de misvatting dat op personen die emigreren, een rechtsplicht zou liggen te vetrekken. Waar in de Staat van Migratie over emigratie wordt gesproken, gaat het over personen die om hun moverende redenen Nederland (weer) verlaten. Dat personen die niet verplicht zijn Nederland te verlaten, in meer of mindere mate besluiten te vertrekken, zal maar zeer beperkt een aanzuigende werking op anderen hebben.

De leden van de fractie-Nanninga vragen naar de voortgang van het wetsvoorstel met betrekking tot de verplichte afname van een coronatest bij vertrekplichtige vreemdelingen. Dit wetsvoorstel is door het kabinet in voorbereiding. De complexiteit van de materie vergt dat een gewogen voorstel wordt gepresenteerd.

De leden van de fractie van de PVV vragen of het kabinet in gesprek is met de Marokkaanse regering over Marokkaanse migranten in Nederland en de verstrekking van laissez-passers om Marokkaanse onderdanen terug te nemen. Dankzij een constructieve dialoog tussen Nederland en Marokko is een belangrijke ontwikkeling dat sinds 16 september jl. er weer uitzicht is op uitzetting naar Marokko binnen een redelijke termijn. Dit wordt concreet gestaafd door de inmiddels afgegeven laissez-passers en daadwerkelijk gerealiseerde terugkeer. Dit betekent dat, als ook aan de overige gronden is voldaan, Marokkaanse vreemdelingen zonder rechtmatig verblijf in beginsel in vreemdelingenbewaring kunnen worden gesteld voor hun uitzetting.

6. Huisvesting vergunninghouders

De leden van de fractie van D66 vragen de regering of er een overzicht beschikbaar is van gemeenten die het goed doen, waar andere gemeenten van kunnen leren. Daarbij geven zij als voorbeeld de wijze waarop de gemeente Utrecht de afgelopen zomer de huisvesting van statushouders heeft aangepakt. De rijksoverheid publiceert maandelijks de voortgang op de huisvesting van vergunninghouders. Deze overzichten geven een indicatie van welke gemeenten het goed doen. Op 24 oktober waren er 23 gemeenten die hun aandeel (of zelfs meer) in de bestuurlijke afspraken al hadden gehaald en nog eens 67 die op schema lagen om dat uiterlijk eind dit jaar te bereiken. Sinds medio oktober is een versnelling waarneembaar in het huisvestingstempo, waardoor dit aantal naar verwachting zal stijgen. De manier waarop gemeenten het doel behalen verschilt. De gemeente Utrecht wist met haar aanpak landelijke media-aandacht te genereren, maar andere gemeenten vinden andere manieren om hun deel van de bestuurlijke afspraken te volbrengen. De VNG heeft recent een handreiking gepubliceerd die gemeenten handelingsperspectieven schetst, afhankelijk van de lokale context.

Naar aanleiding van pagina 151 van de Staat van Migratie 2022 vragen de leden van de fractie van de PVV naar de financiële ondersteuning huisvesting grote gezinnen, de gestelde criteria en de hiermee gemoeide kosten. Op grond van de Huisvestingswet 2014 hebben gemeenten een taak om vergunninghouders te huisvesten. Deze taak is inhoudelijk niet nader gedefinieerd, maar in de praktijk betekent het vaak dat een woning van een woningcorporatie wordt betrokken. Omdat de gezinssamenstelling van vergunninghouders groter kan zijn dan in Nederland gangbaar is en de woningmarkt in Nederland hierop onvoldoende ingericht is, worstelen sommige gemeenten met het vinden van een woning voor grotere gezinnen (bijvoorbeeld van acht personen of meer). Hierdoor verblijven grotere gezinnen veelal langer bij het COA dan alleenstaanden of kleinere gezinnen. Hiermee wordt hun integratie en participatie vertraagd, dit is niet wenselijk, zeker niet voor de kinderen.

Er bestaat geen wettelijke norm voor de passendheid van een woning. Wel hanteren sommige gemeentes lokale beleidscriteria om de passendheid van een woning te bepalen. Maar over het algemeen wordt de geschiktheid van een woning beoordeeld op basis van een aantal praktische criteria zoals de mogelijkheid om stapelbedden te plaatsen, de mogelijkheid om op zolder een kamer te creëren, de grootte van de woonkamer in relatie tot het gezin en het type woning (bijv appartementencomplex versus grondgebonden woning). Om gemeenten ondersteuning te bieden bij het huisvesten van grote gezinnen en de opvangperiode voor deze gezinnen te verkorten, heeft het Ministerie van Justitie en Veiligheid in 2021 een pilot uitgevoerd. Gemeenten konden per groot gezin vergunninghouders maximaal 32.500 euro ontvangen om huisvesting te vinden die zij passend achtten voor dat gezin. Gemeenten die hebben deelgenomen aan de pilot hebben het budget op basis van uiteenlopende casuïstiek verschillend besteed, zoals aanpassing van een corporatiewoning met een dakkapel of een tussenwand om zo een extra kamer te creëren, of het samenvoegen van twee appartementen, of het aanbrengen van extra geluidsisolatie. Daarnaast hebben sommige gemeenten extra budget (buiten de pilot) aangewend om de huisvesting passend te maken. De pilot had uitsluitend betrekking op grote gezinnen vergunninghouders, omdat daar een specifieke noodzaak bestond voor het ontlasten van opvangvoorzieningen.

De leden van de fractie van de PVV constateren dat bij het afsluiten van nieuwe energiecontracten extreem hoge tarieven worden berekend. Zij vragen of dit ook geldt voor statushouders die een woning krijgen toegewezen of dat voor deze groep extra ondersteuningsmaatregelen gelden. Er zijn geen aparte vergoedingen voor statushouders voor energiekosten. Iedereen die een nieuw energiecontract moet afsluiten, betaalt daarvoor het op dat moment geldende tarief. Dat geldt ook voor statushouders die een woning krijgen toegewezen. Wel heeft de overheid verschillende maatregelen genomen om de hoge energieprijzen voor consumenten te temperen. Deze maatregelen gelden ook voor statushouders indien zij voldoen aan de gestelde voorwaarden, zoals de energietoeslag voor huishoudens met lage inkomens die via gemeenten wordt uitgekeerd. In uitzonderlijke gevallen kunnen gemeenten ook (extra) bijzondere bijstand toekennen voor noodzakelijke kosten van bestaan die niet konden worden voorzien. Ook daar kunnen stratushouders – indien nodig – een aanvraag voor doen.

7. Arbeidsmogelijkheden voor (asiel-)migranten

De leden van de fracties van GroenLinks en de PvdA vragen de regering of zij informatie heeft over de bereidheid en mogelijkheden van statushouders om zich om te scholen naar tekort-beroepen. En of de regering bereid is om dit te laten onderzoeken als dit niet het geval is. De Minister van SZW is momenteel in gesprek met werkgevers, opleiders, gemeenten, statushouders zelf en maatschappelijke organisaties om te bezien welke extra stappen gezet kunnen worden in het verbeteren van de arbeidsparticipatie van statushouders. In deze gesprekken worden nadrukkelijk branches en tekortsectoren betrokken. Over de uitkomsten wordt de Tweede Kamer in het eerste kwartaal van 2023 geïnformeerd. Dit is in lijn met onder meer moties30 van Kamerleden Ceder en Aartsen over statushouders en werk, en een recente toezegging aan Kamerlid Aartsen tijdens het Wetgevingsoverleg Integratie en maatschappelijke samenhang op 21 november 2022 om in te gaan op de uitkomsten van overleg met o.a. gemeenten over startbanen, na huisvestiging in een gemeente.

De leden van de fractie van D66 vragen de regering of zij van plan is om op basis van de ervaringen met Oekraïners ook te kijken of er arbeidsmogelijkheden zijn in die sectoren voor mensen in de asielprocedure. Voor asielzoekers geldt dat zij in Nederland de mogelijkheid hebben om te werken nadat zij zes maanden in procedure zijn. Vanaf dat moment mogen zij 24 weken per 52 weken werken.

Op basis van de ervaringen ten aanzien van de succesvolle en snelle arbeidsparticipatie van Oekraïense ontheemden wordt door het Ministerie van SZW gekeken hoe de lessen met deze groep ook kunnen worden benut voor de het stimuleren van de arbeidsparticipatie statushouders en vroege participatie van mensen in de asielprocedure. De Minister van SZW informeert de Tweede Kamer in het eerste kwartaal van 2023 over de uitkomsten van gesprekken met werkgevers, branches, gemeenten en opleiders over het verder stimuleren van de arbeidsparticipatie van statushouders. Daarnaast zal de Minister van SZW, zoals toegezegd, de Tweede Kamer in het eerste kwartaal van 2023 informeren over de geleerde lessen van één jaar Oekraïense ontheemden in Nederland.

De leden van de fractie van D66 vragen de regering wat de ambitie van de regering op grip op migratie betekent voor concrete wetgevingsplannen in de komende jaren, ook op het gebied van legale migratie en zorg voor goede werkomstandigheden van arbeidsmigranten. Er wordt verzocht om een overzicht te doen toekomen van haar planning voor de komende twee jaar.

De ambitie die het kabinet zichzelf in het coalitieakkoord heeft gesteld, is om meer grip op migratie te krijgen. De kabinetsinzet stoelt daarbij op twee pijlers die naast elkaar staan en gelijktijdig en in samenhang worden uitgevoerd: het verbeteren en versterken van legale migratie en parallel het beperken van irreguliere migratie, bestrijden van overlast en misbruik en bevorderen van terugkeer bij onrechtmatig verblijf. Het doel is om migratie zoveel mogelijk gestructureerd te laten verlopen en om ongewenste migratiebewegingen zoveel mogelijk te beperken. Dat is nodig om de druk op voorzieningen, zoals huisvesting, te beperken en het draagvlak voor migratie in de samenleving te behouden en versterken. Daarbij heeft het kabinet steeds oog voor de vraag in hoeverre migratie aansluit bij de draagkracht en behoefte van de Nederlandse samenleving.

Zoals de leden van de fractie van D66 ook opmerken is migratie een breed begrip. Vaak wordt veel aandacht gevestigd op asielmigratie, maar de groep migranten die naar ons land komt om te werken, om te studeren of te bezoeken is veel groter. Het kabinet wil kijken naar een beleidsmatig richtgetal voor migratie in den brede. In dat kader wordt nog dit jaar een advies van de Adviesraad Migratie verwacht. Zoals toegezegd tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen zal het kabinet met een voorlopige kabinetsreactie komen op dit advies. Daarnaast is de Staatscommissie Demografische ontwikkelingen 2050 ingesteld. Migratie, als belangrijke factor in de ontwikkeling van de bevolkingsomvang en de bevolkingssamenstelling, wordt hierbij nadrukkelijk betrokken. De Staatscommissie heeft als doel het advies eind 2023 op te leveren. Een kabinetsreactie volgt zo spoedig als mogelijk.

Ondertussen worden al diverse maatregelen genomen die leiden tot meer grip op migratie. Zo worden de aanbevelingen van het Aanjaagteam Bescherming Arbeidsmigranten met grote urgentie uitgevoerd31. Daarmee gaan we de concurrentie op arbeidsomstandigheden tegen en wordt de waarde van de arbeid die arbeidsmigranten leveren in onze samenleving erkent. Op 24 november 2022 heeft uw Kamer een update gestuurd over de voortgang op de uitvoering van de aanbevelingen van het aanjaagteam en de stappen die het kabinet in aanvulling daarop zet32. Het gaat daarbij om een verbetering van de toegang tot de zorg, betere huisvesting en een versterking van het toezicht daarop, het uitwerken van een bedrijfseffectrapportage waardoor gemeenten en provincies bij besluitvorming over nieuwe bedrijvigheid de huisvestingsvraag als gevolg van de inzet van arbeidsmigranten onderdeel maken van het vestigingsbeleid, het versterken van de capaciteit van de Arbeidsinspectie, en het verbeteren van informatievoorziening aan arbeidsmigranten in landen van herkomst. De Jaarrapportage arbeidsmigranten 2022 zal uw Kamer vervolgens voor de kerst ontvangen. Daarin is ook een planning opgenomen van alle maatregelen die in het kader van de aanbevelingen van het Aanjaagteam worden genomen.

Voor meer informatie over de actuele situatie in de asielketen, de verwachten ontwikkelingen in 2023 en de maatregelen die ik voornemens ben te nemen om meer grip te krijgen op het asielproces, verwijs ik u naar de brief die ik op 4 november jl. aan de Tweede Kamer heb gestuurd.33

8. Overig

De leden van de fractie van D66 stellen dat uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat woorden als «instroom, doorstroom en uitstroom» tot negatieve framing rondom migranten en asielzoekers leidt. Zij baseren dit op het onderzoek «Anders communiceren over migratie en vluchtelingen: Aan de slag met frames en counterframes» door het Instituut voor Mediastudies van de KU Leuven. Het rapport is zeer genuanceerd over dit vraagstuk. Duidelijk wordt gesteld dat welke frames en counterframes het meest geschikt zijn, afhangt van het doel dat wordt nagestreefd en dat gebruik van het frame Controle in combinatie met de counterframes Win-win en Het onschuldige slachtoffer het meest geschikt is om de affectieve polarisering te doen afnemen. Woorden als «instroom, doorstroom en uitstroom» zijn blijkens de onderzoekers typerend voor het Controle-frame, dat pleit voor weldoordachte, logische actieplannen en waarbinnen het noodzakelijk is oog te hebben voor de moeilijke situatie van vluchtelingen. Op basis van het onderzoek lijkt er dus juist geen noodzaak te zijn dit frame en de bijbehorende terminologie te verlaten, zolang dit gepaard gaat met voldoende relativering en aanvullende beelden. Ik ben van oordeel dat dit binnen de context van bijvoorbeeld de «Staat van Migratie» zeker het geval is en zie dan ook geen reden de gebezigde termen niet langer te gebruiken.

De leden van de fractie van de PVV vragen om aan te geven waarom het incidentenoverzicht op locaties van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA-locaties) van het afgelopen jaar niet integraal bij de Staat van Migratie 2022 aan de Kamer is aangeboden. In 2022 heeft het Wetenschappelijke Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) onderzoek gedaan naar incidenten en misdrijven door COA-bewoners in de periode 2017–2021. Dit onderzoek wordt niet meer vanuit de rijksoverheid uitgevoerd en staat daarmee los van de Staat van Migratie. Na gereedkomen van dit belanghebbende onderzoek heeft het kabinet ervoor gekozen om deze zo snel mogelijk openbaar te maken en niet te wachten totdat de Staat van Migratie klaar was.

De leden van de fractie van de PVV constateren dat in het door het WODC uitgebrachte rapport «Incidenten en misdrijven door COA-bewoners 2017–2021"34 geen gegevens over incidenten per specifieke COA locatie opgenomen. De leden vragen de regering om te voorzien in een overzicht van incidenten met vermelding van de betreffende COA-locatie. Het rapport «Incidenten en misdrijven door COA-bewoners 2017–2021» is opgesteld door het WODC. Om deze rapportage te kunnen opstellen heeft het WODC relevante informatie verkregen van het COA en de politie. Ten behoeve van dit onderzoek is niet verzameld op welke COA-locaties vreemdelingen verbleven op het moment dat ze de veroorzaker waren van een incident of werden verdacht van een misdrijf. Samen met diverse partners binnen en buiten de migratieketen probeer ik overlast en criminaliteit door vreemdelingen stevig aan te pakken en zoveel mogelijk te voorkomen. Alle overlast en crimineel gedrag door vreemdelingen is onwenselijk en moet worden aangepakt, ongeacht de locatie waar een vreemdeling verblijft ten tijde van het plegen van overlast of het criminele feit. De gevraagde informatie wordt daarom niet centraal bijgehouden.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, E. van der Burg


X Noot
1

Samenstelling:

Kox (SP), Koffeman (PvdD), Faber-Van de Klashorst (PVV) (voorzitter), De Boer (GL), Van Dijk (SGP), Van Hattem (PVV), Jorritsma-Lebbink (VVD), Oomen-Ruijten (CDA), Rombouts (CDA), Stienen (D66) (ondervoorzitter), Van Rooijen (50PLUS), Van den Berg (VVD), De Blécourt-Wouterse (VVD), Doornhof (CDA), Karimi (GL), Veldhoen (GL), Vos (PvdA), De Vries (Fractie-Otten), Keunen (VVD), Dittrich (D66), Van Wely (Fractie-Nanninga), Nanninga (Fractie-Nanninga), Raven (OSF), Karakus (PvdA), Talsma (CU) en Hiddema (Fractie-Frentrop).

X Noot
2

Kamerstukken I 2021/22, 30 573, B.

X Noot
3

Kamerstukken I 2021/22, 30 573, B.

X Noot
5

Zie hiervoor: «Anders communiceren over migratie en vluchtelingen: Aan de slag met frames en counterframes» Een onderzoek uitgevoerd in het kader van het Porticus-programma «Other Talk» door het Instituut voor Mediastudies van de KU Leuven. Auteurs: prof. dr. Baldwin Van Gorp, Jan Van Hove, Marie Figoureux en dr. Bart Vynck.

X Noot
6

Dit recente onderzoek van Nu.nl laat ook zien dat beeld van overlast anders ligt dan mensen denken https://www.nu.nl/asielcrisis/6220529/meeste-gemeenten-met-grote-azcs-ervaren-geen-overlast-van-asielzoekers.html.

X Noot
7

Rapporteur Petra Stienen Gender mainstreaming of migration policies https://pace.coe.int/en/files/29600/html.

X Noot
17

Kamerstukken II 2021/22, 30 573, nr. 189 en Kamerstukken II 2021/22, 32 317, nr. 760.

X Noot
18

Zie hiervoor ook Kamerstukken II 2021/22, 30 573, nr. 189.

X Noot
19

Rapporteur Petra Stienen Gender mainstreaming of migration policies https://pace.coe.int/en/files/29600/html.

X Noot
23

Kamerstukken II 2020–2021 19 637 nr. 2692.

X Noot
25

Zie hiervoor Staatscourant 2021, 48092 | Overheid.nl > Officiële bekendmakingen (officielebekendmakingen.nl)

X Noot
26

Kamerstukken II 2022–23, 19 637 nr. 3002.

X Noot
27

Het overzicht van geopende (nood)locaties door het COA is hier te vinden: COA – Weekcijfers capaciteit | www.coa.nl

X Noot
30

Uitwerking Motie Ceder (TK II 2022–2023 32 824 nr. 370) en Motie Aartsen (TK II 2022–2023 32 824 nr. 373).

X Noot
31

Kamerstukken II 2020/21, 29 861 nr. 53.

X Noot
32

Tijdspad invoering verplicht certificeringsstelsel voor het ter beschikking stellen van arbeidskrachten en bredere voortgang Aanbevelingen Aanjaagteam, 24 november 2022

X Noot
33

Kamerstukken II, 2022/23, 19 637 nr. 3006.

Naar boven