30 545 Uitvoering Wet Werk en Bijstand

Nr. 136 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 maart 2014

Bij deze bied ik u de rapportage aan van een onderzoek naar de doorwerking van de prikkel van de WWB binnen gemeenten dat in opdracht van mij door onderzoekscombinatie COELO en Panteia is uitgevoerd1.

Prikkel van de WWB en doel van het onderzoek

Via de financiering van de Wet werk en bijstand (WWB straks de Participatiewet) worden gemeenten gestimuleerd om het bijstandsvolume in hun gemeente zo laag mogelijk te houden. Gemeenten ontvangen een budget voor inkomensvoorzieningen (het inkomensdeel) dat zoveel mogelijk via een objectief verdeelmodel wordt verdeeld. Als gemeenten hun bijstandsvolume omlaag brengen werkt dat niet door in de objectieve verdeling waardoor individuele gemeenten de geboekte winst kunnen behouden. Eventuele tekorten moeten gemeenten zelf aanvullen.

Er is in het verleden reeds onderzoek gedaan naar de effecten van de prikkelende werking van het inkomensdeel van de WWB. Zo blijkt uit onderzoek van het Centraal Planbureau (CPB) uit 2010 dat beroep op de bijstand met circa 8% is afgenomen door de budgettering en decentralisatie van de bijstand naar gemeenten2. Dit onderzoek laat daarmee zien dat de prikkel in de (financiering van de) WWB op landelijk niveau werkt. Er was echter nog maar beperkt inzicht in de doorwerking van de prikkel op lokaal niveau. Het onderzoek van COELO en Panteia heeft zich op deze vraag toegespitst. Een dergelijk onderzoek kan niet worden uitgevoerd zonder betrokkenheid van gemeenten. Daarom is ervoor gekozen om een klankbordgroep te formeren waarin onder andere de VNG, Divosa en diverse individuele gemeenten vertegenwoordigd waren.

Conclusies van het onderzoek

De onderzoekers concluderen dat een effectieve doorwerking van de prikkel in grote mate afhankelijk is van de interne inrichting van gemeenten en de keuzes die binnen de gemeentelijke organisatie worden gemaakt. Het is voor gemeenten van belang om alle lagen binnen de gemeente, van politiek tot uitvoering, betrokken en geïnformeerd te houden en heldere afspraken te maken. De onderzoekers doen daartoe vijf aanbevelingen voor gemeenten:

1. Maak concrete en meetbare afspraken en houdt elkaar daaraan

Zorg dat iedereen binnen de gemeentelijke organisatie weet wat er van hem of haar wordt verwacht. Ga systematisch na wat daarvan terecht komt, en onderneem zo nodig actie.

2. Geef de uitvoering gereedschap mee

De klantmanagers moeten een goed gevulde gereedschapskist hebben en daarmee kunnen inspelen op de grote variëteit in cliënten. Prikkelen heeft weinig zin wanneer men die prikkel niet kan omzetten in effectieve actie. De effectiviteit van afzonderlijke beleidsinstrumenten kan van gemeente tot gemeente verschillen en moet systematisch worden gemonitord.

3. Neem de informatievoorziening serieus

De uitvoering (klantmanagers) moet het weten als tekorten tot een grotere inspanning nopen. Ook moeten zij weten welke instrumenten zij in welke gevallen het beste kunnen inzetten. De politiek moet niet alleen bij problemen worden geïnformeerd maar op een structurele manier. De Gemeenteraad moet duidelijk maken welke informatie hij nodig heeft om de bijstandverlening systematisch te kunnen volgen.

4. Stuur niet alleen bij tekorten, maar ook bij overschotten

De politiek (het College van B&W en de Gemeenteraad) moet niet afwachten tot het misloopt. Zorg voor een consequente sturing van het ambtelijke apparaat, ook in goede tijden.

5. Niet alleen straffen, ook belonen

Uitvoerders, managers en wethouders geven aan dat een tekort wel tot «straf» leidt, maar dat overschotten al snel als «normaal» worden gezien en de betrokkenen weinig opleveren (bijvoorbeeld doordat overschotten bij de sociale dienst voor geheel andere doelen worden ingezet). Daarmee dreigt de helft van de prikkel weg te vallen.

Naast deze aanbevelingen voor gemeenten hebben de onderzoekers ook een aanbeveling voor het Rijk gedaan:

Zorg voor een adequaat verdeelsysteem

Overschotten op het inkomensdeel moeten verdiend zijn, anders gaat de prikkel weg. Tekorten moeten met goed beleid zijn te voorkomen of weg te werken, anders raken betrokkenen gedemotiveerd.

Tenslotte laat het onderzoek zien dat de prikkel van de WWB sterker en beter binnen gemeenten doorwerkt als gemeenten te maken krijgen met een tekort op het inkomensdeel. Door een tekort ontstaat binnen de gemeente meer aandacht voor de uitvoering van de bijstand op alle verschillende niveaus van politiek tot uitvoering.

Vervolg

Ik acht de uitkomsten van dit onderzoek van belang om als Rijk en gemeenten samen te werken om zoveel mogelijk mensen zo volwaardig mogelijk te laten meedoen in de samenleving. Ik onderschrijf de aanbeveling van de onderzoekers aan het Rijk om een adequaat verdeelsysteem voor het inkomensdeel te hanteren. Op dit moment laat ik reeds uitgebreid onderzoek doen om te komen tot een betere verdeelsystematiek. Daarbij is een effectieve en rechtvaardige prikkel van belang. Gemeenten die middelen overhouden moeten dat verdiend hebben, en gemeenten die tekorten hebben moeten die door verbetering van hun eigen beleid en uitvoering weg kunnen werken. Juist om die focus scherp te houden doorlopen wij dit traject gezamenlijk met de VNG, Divosa en diverse individuele gemeenten. Over de voortgang van dit traject heb ik u per brief van 16 oktober 2013 geïnformeerd (Kamerstuk 30 545, nr. 132). Op 5 maart aanstaande organiseer ik een bestuurlijke conferentie met gemeentebestuurders waarin verschillende varianten van verdeelmodellen worden besproken. Na overleg met de VNG zal ik een keuze maken voor één van de uitgewerkte varianten. Vervolgens zal ik dit voorjaar uw Kamer informeren.

Gemeenten kunnen met de uitkomsten van het bijgevoegde onderzoek naar de doorwerking van de prikkel binnen gemeenten ook zelf hun voordeel doen. Daarom wil ik de uitkomsten van dit onderzoek in samenwerking met de VNG en met Divosa onder de aandacht brengen bij gemeenten. In ieder geval ben ik blij met de positieve reacties van de in de klankbordgroep van dit onderzoek deelnemende gemeenten. Ik ben ervan overtuigd dat gemeenten hun best doen om de bijstand zo goed mogelijk uit te voeren. Ik denk dat dit onderzoek gemeenten hierbij kan helpen door met een andere blik naar de eigen organisatie van de uitvoering van de bijstand te kijken. Uiteraard zijn er verschillen tussen gemeenten in hoe zij de uitvoering hebben georganiseerd en hoe zij binnen de interne organisatie de prikkel van de WWB laten doorwerken. Er is dan ook geen blauwdruk te geven van de meest effectieve manier om mensen te laten participeren in de samenleving. Het is aan individuele gemeenten zelf om de eigen organisatie zo effectief mogelijk vorm te geven. Dit onderzoek kan gemeenten daarbij helpen.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. Klijnsma


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

X Noot
2

F. van Es (2010). Invloed van de WWB op gebruik bijstand. Centraal Planbureau. CPB-document no. 209.

Naar boven