Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 mei 2015
Tijdens het VAO Emancipatie op 2 april jl. (Handelingen II 2014/15, nr. 71, item 10) hebben de fracties van D66, PvdA en de VVD moties ingediend met het verzoek de financiering
van de Gay-Straight Alliances op scholen te continueren (Kamerstuk 30 420, nr. 214, nr. 217 en nr. 220). Deze moties zijn op mijn verzoek aangehouden om mij in de gelegenheid te stellen
met een voorstel te komen dat recht doet aan de verschillende moties en overleg te
voeren met COC.
In deze brief informeer ik u over de uitkomsten van het overleg met het COC. Voor
2016 en 2017 wordt, zowel binnen het emancipatiebudget van OCW als binnen de instellingsubsidie
van het COC, middels herschikking van middelen de financiering voor de GSA’s gevonden.
Ik zal naast de instellingsubsidie een aanvullende projectsubsidie verstrekken van
€ 150.000 per jaar. Door fasering van onderzoek kan hiervoor dekking gevonden worden,
zoals in de moties van de leden Bergkamp, Dijkstra en Yücel wordt voorgesteld. Ook
bij het COC zal een beperkte herprioritering plaatsvinden, conform de motie van mevrouw
Yücel: binnen de instellingsubsidie zal € 50.000 extra worden aangewend voor de GSA’s.
Dit komt bij de € 200.000 uit de instellingsubsidie die jaarlijks al voor de GSA’s
wordt bestemd. Op deze manier zorg ik samen met het COC dat de GSA’s op het oude niveau
van € 400.000 per jaar kunnen worden voortgezet.
In de motie van mevrouw Van Ark wordt voorgesteld de GSA’s te financieren door meer
bundeling van activiteiten en door te stoppen met andere projecten op dit terrein
waarvan, in tegenstelling tot de GSA’s, de effecten niet bewezen zijn. De GSA’s zijn
echter de enige interventie op scholen die ik subsidieer. En informatie over activiteiten,
ondersteuning en lesmateriaal op het bredere terrein van sociale veiligheid wordt
al gebundeld aangeboden via de website van de stichting School en Veiligheid. Er zijn
dus geen middelen vrij te maken door andere projecten te stoppen of te bundelen. De
voorlichters en rolmodellen op het gebied van zelfbeschikking (in het debat mensenrechtenambassadeurs
genoemd) worden gefinancierd door mijn collega van SZW; dit geld kan dus niet worden
ingezet voor de GSA’s. De inzet van deze ambassadeurs heeft bovendien een bredere
focus dan acceptatie van LHBT’s.
De ontwikkelingen binnen de GSA’s en andere jongerenactiviteiten zullen ook in de
toekomst onderdeel blijven van gezamenlijk overleg tussen OCW en het COC. Zoals ik
ook in mijn brief van 19 december vorig jaar bij de midterm review emancipatie heb
aangegeven, zet ik in op samenhang tussen projecten en bewezen werkzaamheid.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker