nr. 9
AMENDEMENT VAN HET LID VERGEER
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
Artikel 11, onderdeel c, vervalt.
II
Aan artikel 12 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel
q door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
r. vaststelling of wijziging van de hoofdlijnen van het meerjarig
financieel beleid voor de school, waaronder de voorgenomen bestemming van
de middelen die door het bevoegd gezag ten behoeve van de school uit de openbare
kas zijn toegekend of van anderen zijn ontvangen, met uitzondering van de
middelen, bedoeld in artikel 13, onderdeel b, en artikel 14, tweede lid, onderdeel
b;.
III
Artikel 15, tweede lid, vervalt.
Toelichting
Het wetsvoorstel beoogt de autonomie van de scholen te vergroten. Zonder
een adequate medezeggenschap is de invloed van ouders en personeel op het
schoolbeleid onvoldoende. In de optiek van het wetsvoorstel is het bestuur
eindverantwoordelijk en beslist uiteindelijk over de inzet van de middelen
en de vaststelling van het managementstatuut na het advies van de gemeenschappelijke
medezeggenschapsraad (GMR). Het uitoefenen van dergelijke adviesbevoegdheden
impliceert dat het bevoegd gezag de voorgenomen keuzes motiveert aan de medezeggenschapsorganen.
Het bestuur heeft de plicht de GMR advies te vragen over een aantal bovenschoolse
aangelegenheden.
Een adviesrecht van de personeelsgeleding van de (G)MR is echter onvoldoende
waarborg voor de medezeggenschap van de professionals op het onderwijsinhoudelijke
en financiële beleid van het schoolbestuur.
Dit amendement strekt er derhalve toe dat de personeelsgeleding van de
(G)MR instemmingsrecht heeft met de inzet van de middelen door het schoolbestuur.
Vergeer