30 414
Nieuwe bepalingen met betrekking tot medezeggenschap op scholen als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs (Wet medezeggenschap op scholen)

nr. 38
AMENDEMENT VAN DE LEDEN LAMBRECHTS EN ROEFS TER VERVANGING VAN DE AMENDEMENTEN GEDRUKT ONDER DE NRS. 31 EN 321

Ontvangen 15 juni 2006

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

Aan artikel 3, vierde lid, worden twee volzinnen toegevoegd, luidend:

Voor zover het betreft een school voor voortgezet onderwijs, een school voor voortgezet speciaal onderwijs of een door Onze Minister aangewezen instelling voor voortgezet onderwijs zijn tevens de aantallen leden uit en door de ouders en uit en door de leerlingen aan elkaar gelijk. Indien niet aan de tweede volzin kan worden voldaan, omdat onvoldoende ouders dan wel leerlingen bereid zijn lid te worden, kan de niet door de desbetreffende groep te vervullen plaats worden toegedeeld aan de andere groep.

Toelichting

In het voorliggende wetsvoorstel is de paritaire samenstelling van de MR duidelijk geregeld voor wat betreft de verhouding tussen personeel enerzijds en ouders/leerlingen anderzijds. In het voortgezet onderwijs en in het voortgezet speciaal onderwijs hebben de leerlingen echter een meer zelfstandige rol en eigen bevoegdheden en verantwoordelijkheden, los van de ouders. Daarbij past duidelijkheid over de verdeling van zetels in de MR. Dit amendement strekt ertoe helder in de wet vast te leggen dat in het voortgezet onderwijs ouders en leerlingen evenredig vertegenwoordigd zijn in de MR.

Alleen indien één van beide groepen niet voldoende vertegenwoordigers vindt om de haar toebedeelde plaatsen in de MR te vullen, kan van de evenredige vertegenwoordiging tussen ouders en leerlingen worden afgeweken. In dat geval kunnen ouders de opengebleven zetels van leerlingen vullen, of andersom.

Lambrechts

Roefs


XNoot
1

Vervanging in verband met wijziging van de ondertekening.

Naar boven