nr. 26
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID ROEFS C.S. TER VERVANGING
VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 10
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:
A. Aan onderdeel p wordt toegevoegd: en.
B. In onderdeel q wordt «; en» vervangen door een punt.
C. Onderdeel r vervalt.
II
Artikel 22, onderdeel f, vervalt.
III
Artikel 30 wordt als volgt gewijzigd:
A. Het eerste lid wordt vervangen door:
1. Er is een landelijke commissie voor geschillen waarbij elke school,
regionaal expertisecentrum en centrale dienst is aangesloten.
B. Het tweede lid wordt vervangen door:
2. De commissie bestaat uit ten minste 3 leden en 3 plaatsvervangende
leden en wordt volgens bij algemene maatregel van bestuur vast te stellen
regels in stand gehouden door de bevoegde gezagsorganen en de medezeggenschapsraden.
IV
In artikel 31, aanhef, wordt «Een commissie» vervangen door:
De commissie.
V
Artikel 43 wordt vervangen door:
Artikel 43. Beslissing aanhangige verschillen
1. Tot de datum waarop hoofdstuk 5 in werking treedt worden geschillen
op grond van deze wet beslist door een commissie voor geschillen als bedoeld
in de Wet medezeggenschap onderwijs 1992.
2. De op de dag voor de datum van inwerkingtreding van hoofdstuk
5 nog niet besliste geschillen, hetzij op grond van deze wet hetzij op grond
van de Wet medezeggenschap onderwijs 1992, door het bevoegd gezag van een
school voorgelegd aan een commissie voor geschillen als bedoeld in de Wet
medezeggenschap onderwijs 1992, gelden met ingang van de datum van inwerkingtreding
van hoofdstuk 5 van deze wet als geschillen die krachtens deze wet aanhangig
zijn bij de commissie voor geschillen in de zin van deze wet.
VI
Artikel 47 wordt vervangen door:
Artikel 47. Inwerkingtreding
1. Deze wet treedt, met uitzondering van hoofdstuk 5, in werking
op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
2. Hoofdstuk 5 treedt in werking een jaar na het in het eerste lid
bedoelde tijdstip.
Toelichting
Dit amendement beoogt voor de medezeggenschapsgeschillen één
integrale landelijke geschillencommissie in te stellen opdat de expertise
wordt gebundeld, de eenheid van uitspraken bij geschillen wordt gewaarborgd
en de efficiency wordt gediend. De indieners stellen zich voor dat de algemene
maatregel van bestuur inzake de instandhouding van de geschillencommissie
niet bepaalt dat men de geschillen afhandelt in afzonderlijke kamers verbonden
met een richting of denominatieve grondslag. Dit laat echter de mogelijkheid
onverlet dat de commissie in voorkomende gevallen expertise terzake inroepen.
Roefs
Kraneveldt
Lambrechts