nr. 14
AMENDEMENT VAN DE LEDEN VAN DER VLIES EN SLOB
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
Artikel 29 wordt vervangen door:
Artikel 29. Ontheffing in verband met eigen aard
1. Op gronden die verband houden met de godsdienstige of levensbeschouwelijke
overtuiging die aan de school ten grondslag ligt, kan Onze minister op verzoek
van het bevoegd gezag van een bijzondere school ontheffing verlenen van de
voorschriften van deze wet, dan wel toestaan dat de leden bedoeld in artikel
3, derde lid onderdeel b, voor zover het betreft een school voor voortgezet
onderwijs, een school voor voortgezet speciaal onderwijs, een instelling voor
speciaal en voortgezet speciaal onderwijs of een door Onze minister aangewezen
inrichting voor voortgezet onderwijs, worden gekozen uit en door de ouders.
Het bevoegd gezag toont bij zijn verzoek om ontheffing aan, dat dit verzoek
wordt ondersteund door een meerderheid van twee derden zowel van het personeel
van de school als van de bij de school betrokken ouders of leerlingen. Het
bevoegd gezag toont bij zijn verzoek om de in de eerste volzin bedoelde toestemming
aan dat dit verzoek wordt ondersteund door een meerderheid van twee derden
zowel van het personeel van de school als van de bij de school betrokken ouders.
2. Onze minister verklaart de ontheffing dan wel de toestemming vervallen,
indien de gronden waarop zij berustte, niet meer aanwezig zijn dan wel indien
zij niet meer wordt ondersteund door een meerderheid van twee derden van elk
van de in het eerste lid bedoelde categorieën.
3. Het bevoegd gezag doet elke vijf jaren aan Onze minister mededeling
omtrent de stand van zaken met betrekking tot de gronden van de ontheffing
dan wel de toestemming en de ondersteuning ervan.
Toelichting
Dit amendement maakt het schrappen van de in de WMO 1992 bestaande ontheffingsbepaling
ongedaan. Het moet in laatste instantie aan het veld worden overgelaten op
welke manier het overleg tussen bevoegd gezag, personeel, ouders en leerlingen
wordt vorm gegeven. Dat geldt zeker als er levensbeschouwelijke
overwegingen in het geding zijn, wat ten aanzien van de medezeggenschap bij
een beperkt aantal scholen het geval is. Tot op heden heeft de ontheffingsbepaling
geen aanleiding gegeven tot problemen. De regeling gaat bovendien uit van
draagvlak bij de betrokkenen. Er is dan ook geen doorslaggevende reden om
de bestaande ontheffingsbepaling te schrappen. Ook de Onderwijsraad is van
mening dat de bestaande ontheffingsbepaling gehandhaafd moet worden.
Van der Vlies
Slob