30 370
Wijziging van de Werkloosheidswet en enige andere wetten in verband met de wijziging van het WW-stelsel (Wet wijziging WW-stelsel)

nr. 27
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 oktober 2006

Op 13 september jongstleden heeft een algemeen overleg plaatsgevonden met de vaste commissie SZW (kamerstuk 30 370, nr. 3) over onder meer het conceptbesluit ontheffing verplichtingen WW en Wet WIA. Tijdens het debat heb ik toegezegd enige aanvullende informatie te verstrekken met betrekking tot de volumina en kosten van een verlenging van de maximale duur van de ontheffing in verband met vrijwilligerswerk en mantelzorg naar twee jaren. Tevens informeer ik u middels deze brief over mijn besluit de maximale duur van deze ontheffingen te verlengen.

Volumina en kosten

Het aan de Kamer voorgelegde conceptbesluit voorziet in een eenmalige vrijwilligerswerkontheffing van maximaal een half jaar en een mantelzorgontheffing van maximaal een half jaar. De mantelzorgontheffing kan eenmalig worden verlengd met maximaal drie maanden. De met deze ontheffingen gepaard gaande stijging van de uitkeringslasten bedraagt structureel € 6 miljoen per jaar.

Bij een maximale ontheffingsduur van twee jaar stijgen de uitkeringslasten met € 10 miljoen naar structureel € 16 miljoen per jaar voor de WW (circa twee derde deel) en de Wet WIA (circa een derde deel) samen.

De onderstaande tabel vergelijkt het budgettaire beslag van de ontheffingen uit het conceptbesluit en het budgettair beslag wanneer de duur van ontheffing zou worden gewijzigd in maximaal twee jaren. Bij de berekening van de uitkeringslasten is rekening gehouden met het gegeven dat niet alle personen voor de maximale ontheffing in aanmerking zullen komen.

Tabel: uitkeringslasten ontheffingen conceptbesluit vergeleken met ontheffingen met maximumduur van twee jaren

 200620072008200920102011
Kabinetsvoorstel (ontheffing maximaal 6, resp. 9 maanden)      
Aantal ontheffingen WW en WGA (*1 000)765555
Extra uitkeringslasten WW en WGA (in miljoenen €)166666
       
Verlenging maximumduur ontheffing tot 2 jaar      
Aantal ontheffingen WW en WGA (*1 000)765555
Extra uitkeringslasten WW en WGA (in miljoenen €)11116161616

Afwegingskader

De kans dat een WW-gerechtigde het werk hervat is het grootst tijdens de eerste maanden van werkloosheid. Bij de bepaling van de duur van de ontheffing staat voorop dat deze de afstand tot de arbeidsmarkt van de betrokkene niet mag vergroten. Grosso modo geldt dat de kansen op werk afnemen naarmate de ontheffing langer duurt. Anderzijds dient de ontheffing voor een dusdanig lange periode te kunnen worden verleend dat de uitkeringsgerechtigde in een mantelzorgsituatie daadwerkelijk alternatieven kan regelen en een uitkeringsgerechtigde met een grote afstand tot de arbeidsmarkt, gedurende enige tijd zonder de druk van de sollicitatieplicht vrijwilligerswerk kan verrichten. Bij de bepaling van de maximumduur van de ontheffingen dienen deze factoren te worden afgewogen.

Heroverweging

Naar aanleiding van het algemeen overleg met de vaste commissie SZW heb ik de maximale ontheffingsduur heroverwogen. Er zijn situaties denkbaar waarin een ontheffing van maximaal zes, respectievelijk negen maanden, als te kort zou kunnen worden beschouwd. Daarom heb ik besloten het UWV de bevoegdheid te geven tot het verlenen van een ontheffing in verband met mantelzorg of vrijwilligerswerk voor maximaal zes maanden. Deze ontheffing kan vervolgens nog een maal worden verlengd voor een duur van wederom maximaal zes maanden.

In zeer uitzonderlijke situaties kan het UWV de einddatum van de reeds verlengde ontheffing verschuiven. Dit zou bijvoorbeeld kunnen wanneer een uitkeringsgerechtigde die mantelzorg verleent aan een zorgvrager die na ommekomst van de (verlengde) ontheffing terminaal ziek blijkt te zijn en binnen enkele maanden waarschijnlijk zal overlijden.

Met het bovenstaande voorstel is een stijging van de uitkeringslasten gemoeid van naar schatting € 11 miljoen structureel per jaar.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. J. de Geus

Naar boven