30 370
Wijziging van de Werkloosheidswet en enige andere wetten in verband met de wijziging van het WW-stelsel (Wet wijziging WW-stelsel)

nr. 18
AMENDEMENT VAN HET LID VERBURG C.S.

Ontvangen 1 februari 2006

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

In artikel I, wordt na onderdeel CC, een onderdeel ingevoegd, luidende:

CCa

Artikel 42a wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder vernummering van het derde tot en met zevende lid tot het vierde tot en met achtste lid, wordt na het tweede lid een lid ingevoegd, luidende:

3. Voor de toepassing van artikel 42, tweede lid, onderdeel a, worden niet reeds in aanmerking genomen kalenderjaren vanaf en met in begrip van een bij ministeriële regeling nader te bepalen kalenderjaar, waarin een persoon inkomsten ontvangt voor het verlenen van zorg op grond van een regeling voor persoonsgebonden budget, die is gegrond op artikel 44, eerste lid, onderdeel b, van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten of die voldoet aan artikel 14a van de Zorgverzekeringswet, voor de helft gelijkgesteld met kalenderjaren waarin over 52 of meer dagen loon is ontvangen, tenzij hij deze inkomsten ontvangt uit arbeid als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onderdeel e. De eerste zin is uitsluitend van toepassing indien de in de eerste zin bedoelde persoon aantoont dat deze zorgverlening aan deze voorwaarden voldoet of heeft voldaan. Die persoon wordt aangemerkt als verzorgend persoon. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de uitvoering van dit lid.

2. In het vierde lid (nieuw) wordt «Het tweede lid vindt» vervangen door: Het tweede en derde lid vinden.

3. In het achtste lid (nieuw) wordt «het vijfde lid» vervangen door: het zesde lid.

II

In artikel III wordt voor onderdeel A een onderdeel ingevoegd, luidende:

aA

Artikel 15 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder vernummering van het zevende tot en met elfde lid tot het achtste tot en met twaalfde lid, wordt een lid ingevoegd, luidende:

7. Voor de toepassing van het eerste lid, onderdeel a, worden niet reeds in aanmerking genomen kalenderjaren vanaf en met in begrip van een bij ministeriële regeling nader te bepalen kalenderjaar, waarin een persoon inkomsten ontvangt voor het verlenen van zorg op grond van een regeling voor persoonsgebonden budget, die is gegrond op artikel 44, eerste lid, onderdeel b, van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten of die voldoet aan artikel 14a van de Zorgverzekeringswet, voor de helft gelijkgesteld met kalenderjaren waarin over 52 of meer dagen loon is ontvangen, tenzij hij deze inkomsten ontvangt uit arbeid als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onderdeel e, van de Ziektewet. De eerste zin is uitsluitend van toepassing indien de in de eerste zin bedoelde persoon aantoont dat deze zorgverlening aan deze voorwaarden voldoet of heeft voldaan. Die persoon wordt aangemerkt als verzorgend persoon. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de uitvoering van dit lid.

2. In het achtste lid (nieuw) wordt «Het vijfde en zesde lid» vervangen door: Het vijfde, zesde en zevende lid.

3. In het twaalfde lid (nieuw) wordt «negende lid» vervangen door: tiende lid.

Toelichting

Dit amendement ziet erop een mantelzorgforfait op te nemen in de Werkloosheidswet (WW). Het is belangrijk dat mensen in de samenleving zorgdragen voor elkaar. Dat komt in het bijzonder tot uiting daar waar mantelzorg verleend wordt aan naasten die verzorging nodig hebben. Mantelzorgers geven op een betrokken wijze vaak noodzakelijk verzorging en ondersteuning in de eigen directe sociale omgeving. Mensen kunnen zo langer zelfstandig blijven wonen en leven. Bovendien ontlasten mantelzorgers professionele zorg. Vanuit deze context heeft de SER in haar advies ook gepleit voor een mantelzorgforfait. Er is in dit amendement aansluiting gezocht bij het persoonsgebonden budget in het kader van de AWBZ en de ZVW omdat dat daarmee op basis van een contract en een geïndiceerd budget duidelijk is of er sprake is van noodzakelijke mantelzorg. Aangezien de omvang van een mantelzorgcontract vaak moeilijk te kwantificeren is in tijdsbesteding, is gekozen voor een forfaitair arbeidsverleden analoog aan het zorgforfait voor kinderen vanaf 6 jaar. Met dit amendement worden de kalenderjaren waarover een werknemer aantoont dat hij zorg heeft verleend die is betaald uit een persoonsgebonden budget voor de helft meegerekend voor het arbeidsverleden. Dit geldt voor een werknemer indien de kalenderjaren niet al meetellen voor het arbeidsverleden. Het mantelzorgforfait geldt niet als de zorgverlener als zelfstandige (als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onderdeel e) de zorg verleent. Het gaat om zorgverlening die betaald wordt uit subsidies die aan verzekerden worden gegeven om in plaats van een aanspraak op AWBZ-voorzieningen zelf daarin te voorzien. Om voor die subsidie in aanmerking te komen gelden bepaalde voorwaarden. Een voorwaarde is, dat duidelijk is hoe het budget wordt besteed, onder meer door overlegging van de overeenkomst met de hulpverlener. De gegevens van de betaalde hulpverlener, zoals het sofi-nummer, dienen te worden verstrekt. Op grond hiervan kan het tegen betaling hulpverlenen uit het persoonsgebonden budget worden aangetoond. Ook op grond van artikel 14a van de Zorgverzekeringswet, dat de experimentele regeling voor het persoonsgebonden budget te vestrekken door de zorgverzekeraar per 1-1-2007 regelt, zullen regels worden gesteld voor de verantwoording van het gebruik van het persoonsgebonden budget. Wat betreft de vormgeving van dit amendement is grotendeels aangesloten bij het zogenaamde verzorgingsforfait zoals opgenomen in het voorgestelde artikel 42a, tweede lid. Dit betekent dat het voorgestelde derde lid ook geen toepassing vindt als een persoon in het desbetreffende kalenderjaar voor een periode langer dan een half jaar als werknemer recht heeft op een werkloosheidsuitkering. Aangezien het wenselijk is dat de mogelijkheid bestaat om nadere regels te kunnen stellen voor de uitvoering van dit artikel, wordt een delegatiegrondslag opgenomen in het voorgestelde derde lid van artikel 42a. Omdat de regels met betrekking tot het bepalen van het arbeidsverleden in de WW overeenkomstig zijn overgenomen in de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, regelt dit amendement dat het mantelzorgforfait ook wordt opgenomen in die wet.

De invoering van deze regeling zal worden vastgesteld bij koninklijk besluit en zal zo spoedig mogelijk plaatsvinden nadat dit uitvoeringstechnisch realiseerbaar is door het UWV, maar niet voordat het thans voorgestelde artikel 42a (artikel I, onderdeel CC) in werking is getreden. Het streven is de regeling per 1 januari 2007 in werking te laten gaan.

Verburg

Van der Vlies

Noorman-Den Uyl

Van Gent

Naar boven