30 370
Wijziging van de Werkloosheidswet en enige andere wetten in verband met de wijziging van het WW-stelsel (Wet wijziging WW-stelsel)

nr. 10
AMENDEMENT VAN HET LID NOORMAN-DEN UYL

Ontvangen 30 januari 2006

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Aan artikel II wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

D

In artikel 8 wordt onder vernummering van het tweede lid tot derde lid een lid ingevoegd, luidende:

2. Als inkomen als bedoeld in het eerste lid wordt niet aangemerkt een periodieke uitkering uit een met een eenmalige uitkering in verband met de beëindiging van de dienstbetrekking door de werkgever aangekocht recht daarop, indien sprake is van een aantoonbaar vrije keuze van de werkloze werknemer tot besteding van die eenmalige uitkering.

II

Aan artikel XIII wordt toegevoegd: , met dien verstande dat artikel II, onderdeel D, in werking treedt op de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, en terugwerkt tot en met 1 januari 2005.

Toelichting

Oudere werknemers die in de afgelopen twee decennia werden ontslagen, en die aanspraak maakten op een bovenwettelijke ontslagvergoeding, hebben deze vergoeding vaak vrijwillig ingeruild voor een door de werkgever in te kopen stamrecht met periodieke uitkeringen. Zij deden dit in de overtuiging dat zulke uitkeringen niet zouden worden verrekend met IOAW-uitkeringen. Deze overtuiging werd mede gevoed door brieven van de directeuren van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid uit 1988 en 19971 waarin werd gesteld dat de uitkering uit hoofde van een stamrecht onder voorwaarden niet behoeft te worden verrekend met een IOAW-uitkering. Op 19 april 2005 heeft de Centrale Raad van Beroep echter geoordeeld dat dergelijke stamrechtuitkeringen alsnog zouden moeten worden verrekend met de IOAW.

Dit amendement is bedoeld om terug te keren naar de praktijk van vóór 19 april 2005, waarin stamrechtuitkeringen onder voorwaarden niet worden gekort op de IOAW-uitkering.

Artikel 8 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers bevat een bepaling over het inkomensbegrip voor die wet. Door het invoegen van een nieuw lid in dat artikel worden de periodieke uitkeringen uit een met een eenmalige ontslagvergoeding door de werkgever aangekocht stamrecht niet als inkomen uit of in verband met arbeid in het bedrijfs- en beroepsleven aangemerkt, mits de werkloze werknemer een vrije keuze heeft gehad bij de besteding van de eenmalige ontslagvergoeding en deze vrije bestedingsmogelijkheid kan worden aangetoond. Gevolg hiervan is dat deze periodieke uitkeringen niet worden gekort op de IOAW-uitkering.

Noorman-den Uyl


XNoot
1

Een brief van de hoofddirecteur Bijstand en voorzieningen d.d. 7 december 1988 kenmerk BV/88/2400 aan Divosa en een brief van de directeur Bijstandszaken d.d. 30 december 1997 kenmerk BZ/UB/97/10346 aan een gemeente.

Naar boven