30 312
Algemene bepalingen betreffende de toekenning, het beheer en het gebruik van het burgerservicenummer (Wet algemene bepalingen burgerservicenummer)

nr. 8
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 4 mei 2006

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 1 wordt, na vervanging van de punt door een puntkomma, na onderdeel g een nieuw onderdeel toegevoegd, luidende:

h. sociaal-fiscaalnummer: het sociaal-fiscaalnummer, bedoeld in artikel 2, derde lid, onderdeel j, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen.

B

Artikel 3, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel d, onder 3°, wordt de zinsnede «het document, met behulp waarvan een persoon zich identificeert» vervangen door: het Nederlandse document, met behulp waarvan een persoon zich identificeert.

2. Na onderdeel d wordt, na vervanging van de punt door een puntkomma, een nieuw onderdeel toegevoegd, luidende:

e. voorzieningen met behulp waarvan op verzoek aan een college van burgemeester en wethouders gegevens worden verstrekt, die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van artikel 8, tweede lid, tweede volzin.

C

Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid, tweede volzin, vervalt de zinsnede: als bedoeld in artikel 2, derde lid, onderdeel k, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen.

2. In het vierde lid wordt «onder c en d» vervangen door: onder c, d en e.

3. Na het vierde lid wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:

5. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld omtrent de uitvoering van dit artikel, waaronder regels betreffende de verplichtingen van overheidsorganen om gegevens te verstrekken die voor de uitvoering noodzakelijk zijn. De maatregel bepaalt in ieder geval welke gegevens in verband met de uitvoering van dit artikel aan een college van burgemeester en wethouders worden verstrekt.

D

In artikel 10 wordt «publiekrechtelijke taak» vervangen door: taak.

E

Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

1. Bij het uitwisselen van persoonsgegevens tussen gebruikers onderling, waarbij een persoonsnummer wordt gebruikt als middel om persoonsgegevens in verband te brengen met een persoon aan wie een burgerservicenummer is toegekend, wordt het burgerservicenummer van die persoon vermeld.

2. Het tweede lid komt te luiden:

2. Het eerste lid is niet van toepassing voor zover:

a. ten behoeve van de desbetreffende gegevensverwerking bij of krachtens wet het gebruik van een ander persoonsnummer dan het burgerservicenummer is voorgeschreven;

b. sprake is van bijzondere omstandigheden waarin het gebruik van het burgerservicenummer in een individueel geval onwenselijk is met het oog op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de betrokkene, de opsporing of vervolging van strafbare feiten dan wel de veiligheid van de staat.

F

In artikel 15, eerste lid, onder c, wordt de zinsnede «het document, met behulp waarvan een persoon zich identificeert» vervangen door: het Nederlandse document, met behulp waarvan een persoon zich identificeert.

G

Artikel 16, tweede lid, komt te luiden:

2. Bij of krachtens de maatregel, bedoeld in het eerste lid, worden regels gesteld omtrent de verplichtingen van overheidsorganen om gegevens te verstrekken die voor de uitvoering van deze paragraaf noodzakelijk zijn. De maatregel bepaalt in ieder geval welke gegevens in verband met de uitvoering van deze paragraaf aan een gebruiker worden verstrekt.

H

Artikel 22, eerste lid, eerste volzin, komt te luiden: Het sociaal-fiscaalnummer dat op het moment van inwerkingtreding van dit artikel is toegekend aan een persoon die is ingeschreven in de GBA van een gemeente, wordt aangemerkt als diens burgerservicenummer.

I

Na artikel 22 worden twee artikelen toegevoegd, luidende:

Artikel 22a

1. Ten aanzien van de personen aan wie op grond van deze wet een burgerservicenummer is toegekend, wordt de vermelding van het sociaal-fiscaalnummer in enige registratie of op enig document gelijkgesteld met de vermelding van het burgerservicenummer.

2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de vermelding van het begrip sociaal-fiscaalnummer in enig wettelijk voorschrift.

Artikel 22b

De Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens wordt als volgt gewijzigd:

1. In artikel 51 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

a. Het eerste lid komt te luiden:

1. Het burgerservicenummer dat aan een persoon is toegekend overeenkomstig artikel 8 van de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer wordt opgenomen op zijn persoonslijst, voordat over de betrokken persoon voor de eerste keer gegevens worden verstrekt.

b. Het tweede lid vervalt.

c. Het derde en het vierde lid worden vernummerd tot het tweede en het derde lid.

d. In het tweede en het derde lid wordt «sociaal-fiscaal nummer» telkens vervangen door: burgerservicenummer.

2. Artikel 59 vervalt.

3. In artikel 104 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

Onder vernummering van het tweede, derde en vierde lid tot het derde, vierde en vijfde lid, wordt na het eerste lid een nieuw lid ingevoegd, luidende:

2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing, indien het college van burgemeester en wethouders ambtshalve gegevens met betrekking tot het aan de ingeschrevene toegekende burgerservicenummer heeft verbeterd, aangevuld of verwijderd.

Toelichting

Onderdeel A

Op verschillende plaatsen in het wetsvoorstel wordt het begrip «sociaal-fiscaalnummer» genoemd. Door het opnemen van de definitie van sociaal-fiscaalnummer in artikel 1 van het wetsvoorstel is het niet langer nodig het sociaal-fiscaalnummer in de overige artikelen telkens te omschrijven.

Onderdeel B

Met de wijziging van artikel 3, eerste lid, onderdeel d, onder 3°, wordt beoogd te verduidelijken dat de voorziening het verifiëren mogelijk maakt van de geldigheid van identiteitsdocumenten die door Nederlandse autoriteiten zijn afgegeven. De oorspronkelijke tekst wekte ten onrechte de indruk dat met behulp van de beheervoorziening ook identiteitsdocumenten kunnen worden geverifieerd, die door buitenlandse autoriteiten zijn afgegeven.

In artikel 3, eerste lid, ontbrak de vermelding van de voorziening met behulp waarvan het college van burgemeester en wethouders kan nagaan of aan een persoon reeds een sociaal-fiscaalnummer is toegekend. Deze voorziening maakt deel uit van de beheervoorziening en is van belang voor de uitvoering van artikel 8, tweede lid, maar was niet uitdrukkelijk vermeld in het voorstel van wet. Artikel 8, tweede lid, van het wetsvoorstel bepaalt dat het college van burgemeester en wethouders bij de toekenning van een burgerservicenummer (BSN) aan een persoon aan wie reeds door de belastingdienst een sociaal-fiscaalnummer is toegekend, geen «nieuw» nummer toekent, maar het aan die persoon toegekende sociaal-fiscaalnummer omzet in een BSN. Door het toevoegen van een nieuw onderdeel e aan artikel 3, eerste lid, van het wetsvoorstel wordt vastgelegd dat de beheervoorziening het college van burgemeester en wethouders hierbij faciliteert.

Onmiddellijk na de inschrijving van een persoon in de GBA kent het college van burgemeester en wethouders hem een BSN toe. Als aan die persoon nog geen BSN is toegekend maar hij wel in het bezit is van een sociaal-fiscaalnummer, dan behoudt hij dit nummer. Numeriek verandert niets, hetzelfde nummer is vanaf dat moment het BSN van de betrokkene. Zowel de toekenning van een nieuw BSN als de omzetting van een sociaal-fiscaalnummer in een BSN geschiedt onder de verantwoordelijkheid van het college van burgemeester en wethouders. Dit dient zorgvuldig en foutloos te geschieden. Bij de omzetting van een sociaal-fiscaalnummer in een BSN is het daarom voor het college van burgemeester en wethouders van belang dat volledige zekerheid bestaat dat het sociaal-fiscaalnummer daadwerkelijk toebehoort aan de betrokkene. Met de invoering van artikel 3, eerste lid, onderdeel e, en de aanpassing van artikel 8, vierde lid, heeft het college van burgemeester en wethouders de mogelijkheid om aan de hand van de door de Belastingdienst via de beheervoorziening verstrekte gegevens een verificatie te verrichten van het sociaal-fiscaalnummer in relatie tot de bijbehorende persoonsidentificerende gegevens van betrokkene. Hiermee heeft het college van burgemeester en wethouders de mogelijkheid om de omzetting van een sociaal-fiscaalnummer in een BSN zorgvuldig en foutloos te verrichten. De inhoud van de aan het college te verstrekken gegevensset wordt, in nauw overleg met het ministerie van Financiën, bij algemene maatregel van bestuur vastgesteld.

Onderdeel C

De wijziging van artikel 8, tweede lid, is een gevolg van het opnemen van een definitie van sociaal-fiscaalnummer in artikel 1 (zie onderdeel A).

De wijziging van het vierde lid van artikel 8 en de toevoeging van een vijfde lid aan dat artikel hangen samen met de aan artikel 3 toegevoegde voorziening die het mogelijk maakt, ten behoeve van de toekenning van een BSN na te gaan of aan een persoon reeds een sociaal-fiscaalnummer was toegekend (zie onderdeel B). Deze voorziening maakt op grond van het gewijzigde vierde lid deel uit van de faciliteiten waarvan het college van burgemeester en wethouders bij de toekenning van burgerservicenummers gebruik maakt.

Het nieuwe vijfde lid bevat de grondslag om bij of krachtens algemene maatregel van bestuur regels te stellen over de uitvoering van dit artikel. Het betreft hier onder meer regels betreffende de aansluiting van het college van burgemeester en wethouders op de beheervoorziening en de daarmee samenhangende eisen die aan het berichtenverkeer tussen het college en de beheervoorziening worden gesteld. Ook betreft het de verplichtingen tot het verstrekken van de gegevens, die voor de uitvoering van dit artikel nodig zijn. De algemene maatregel van bestuur dient in ieder geval de aan het college van burgemeester en wethouders via de beheervoorziening te verstrekken gegevensset te bevatten.

Onderdeel D

Dit onderdeel is toegelicht in paragraaf 2.1 van de nota naar aanleiding van het verslag.

Onderdeel E

Dit onderdeel is toegelicht in paragraaf 6.2 van de nota naar aanleiding van het verslag.

Onderdeel F

Deze wijziging hangt samen met onderdeel B, onder 1.

Onderdeel G

Voorgesteld wordt, op vergelijkbare wijze als in het nieuwe artikel 8, vijfde lid, ook ten aanzien van verificatievragen van BSN-gebruikers bij de maatregel, bedoeld in het eerste lid van artikel 16, regels te stellen over de verplichtingen die rusten op de overheidsorganen die verantwoordelijk zijn voor de registraties en de beheervoorziening om de benodigde gegevens te verstrekken ten behoeve van, in dit geval, de gebruikers. Ongewijzigd is de eis, dat in verband hiermee in de maatregel in ieder geval de aan de gebruikers te verstrekken gegevensset dient te worden vastgelegd.

Onderdeel H

Deze wijziging is een gevolg van het opnemen van een definitie van sociaal-fiscaalnummer in artikel 1 (zie onderdeel A).

Onderdeel I

Het opnemen van de artikelen 22a en 22b, onderdelen 1 en 2, is toegelicht in hoofdstuk 8 van de nota naar aanleiding van het verslag. De wijziging van artikel 104 van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens is toegelicht hoofdstuk 6, paragraaf 3, van de nota naar aanleiding van het verslag.

De Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties,

A. Pechtold

Naar boven