nr. 78
NADER GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID DIJSSELBLOEM TER
VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 65
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In de beweegreden vervalt de zinsnede «en een plicht tot inburgering
voor enkele categorieën Nederlanders» en wordt «, alsmede»
vervangen door: en.
II
Artikel 1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
A. Onderdeel c, wordt vervangen door:
c. oudkomer: de vreemdeling die sedert het tijdstip van inwerkingtreding
van deze wet rechtmatig verblijf heeft in de zin van artikel 8, onderdelen
a tot en met e, dan wel l, van de Vreemdelingenwet 2000 en die op grond van
de artikelen 2 en 4 inburgeringsplichtig wordt, voor zover die vreemdeling
op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wet geen nieuwkomer
was in de zin van de Wet inburgering nieuwkomers;
B. Onderdeel o vervalt.
III
Artikel 3 vervalt.
IV
Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:
A. In het eerste lid, aanhef, wordt «de artikelen 2 en 3»
vervangen door: artikel 2.
B. In het tweede lid vervalt onderdeel b.
Toelichting
Met dit amendement wordt artikel 3 uit de wet gehaald. Artikel 3 maakt
het mogelijk op een later moment alsnog categorieën Nederlanders onder
de wet te brengen. Daarmee zou alsnog ongelijke behandeling van Nederlanders
onderling en tussen Nederlanders en EU-burgers ontstaan. Met dit amendement
wordt gehoor gegeven aan de juridische adviezen van onder meer de Raad van
State en de Commissie Gelijke behandeling terzake en wordt de juridische houdbaarheid
van de wet versterkt.
Dit amendement moet in samenhang worden bezien met de amendementen nrs.
79 tot en met 82 waarin een plicht tot het leren van Nederlands wordt geïntroduceerd
voor enkele specifieke groepen ingezetenen zoals arbeidsplichtige uitkeringsgerechtigden
voor wie een gebrekkige beheersing van het Nederlands een belemmering vormt
voor toetreding tot de arbeidsmarkt.
Dijsselbloem